Invloed van de Puriteinen en de opwekkingen op het Groot-Brit­tannië van de 20e eeuw


Door K. van Kralingen

Van 1988 tot 1994 heeft de heer Van Kralingen in Chester, Engeland, gewoond in verband met zijn werk voor Unilever. Hij is daar lid geworden van een baptistengemeente, de Upton Baptist Church. In deze periode heeft hij diverse conferenties, zoals ook genoemd in dit artikel, kunnen bijwonen. Op deze wijze heeft hij kennis kunnen nemen van de kerkelijke situatie vooral in Enge­land en Wales. Hij heeft het als een voorrecht ervaren om zo in contact te komen met gemeenten en mensen die de calvinistisch-bijbelse theologie combineren met een warm, actief, evangelisch christelijk leven en verlangen naar het krachtige werk van Gods Geest.

In dit blad is reeds veel aandacht besteed aan de Puriteinen en de opwekkingen in de engelstalige wereld. Studie van de grote daden van God in het verleden is van groot belang om ons aan te sporen tot gebed of God opnieuw ook in ons land stromen van zegen wil uitgieten tot Zijn eer! Ook in Groot-Brittan­nië zelf is men veel bezig met deze geschiede­nis, zoals we kunnen zien in diverse recente boeken over geestelijke opwekking.1 Dit artikel bedoelt een over­zicht te geven van de recente geschiedenis en van de situatie in Groot-Brittan­nië in deze tijd om daar in Nederland van te kunnen leren.

Recente geschiedenis

Opwekkingen in de 20e eeuw

We mogen met vreugde opmerken dat opwekkin­gen niet beperkt zijn gebleven tot de 18e of 19e eeuw; ook in onze eeuw hebben belangrijke en zegenrijke opwekkingen plaatsgevonden in Groot-Brittannië:

 - De opwekking in Wales in 1904 en 1905 tijdens de prediking van R.B. Jones en E. Roberts.2
 - Een korte, maar rijk gezegende periode in 1921 in Lowestoft, Norfolk.3
 - De opmerkelijk zegenrijke bediening van dr Lloyd-Jones in Aberavon in Wales in de dertiger jaren, waarin honderden mensen tot geloof geko­men zijn.4
 - De opwekking op het eiland Lewis in Noord­west­Schotland in de jaren 1949 tot 1952, waar­aan de naam van Duncan Campbell verbonden is.5

Deze opwekkingen vertoonden de karakteristieke kenmerken die gelden voor alle ware geestelijke opwekkingen6, zoals de overtuiging dat dit het soevereine, wonderlijke werk van God is, diep ontzag en verootmoediging voor God, overtuiging van eigen zondigheid, honger naar de verkondiging van Gods Woord, grote zegen op de prediking van het Evange­lie, vrijmoedig getuigen van Gods genade en liefde, enzovoorts. Elk van deze opwekkingen is een apart artikel waard. Het is heel bemoedi­gend om te zien dat God ook nu, gedurende de 20e eeuw, nog op zo'n krachti­ge en bijzondere wijze werkzaam wil zijn in de gemeente op ver­schillende plaatsen.

Herontdekking van de bijbels‑reformatorische theolo­gie en de Puriteinen

Een tweede, heel belangwekkende ontwikkeling was het ontstaan van een hernieuwde belangstelling voor de bijbels-reformatorische theologie in de vijftiger jaren. De man die hierin ongetwijfeld een sleutelrol vervuld heeft is dr Martyn Lloyd-Jones, hierboven al genoemd in verband met zijn werk in Zuid-Wales voor de oorlog. Inmiddels was hij naar Londen verhuisd, waar hij niet alleen tot 1968 de gemeente van de Westminster Chapel zou dienen, maar waar­vandaan hij tot aan zijn overlijden in 1981 een wereldwijde invloed zou uitoefenen. De zegen­rijke gevolgen van zijn bediening zijn zelfs nu nog niet uitgewerkt. Een heel goed historisch overzicht kan men vinden in het tweede deel van de biografie over dr Martyn Lloyd-Jones door Iain Murray.7

Lloyd-Jones had zelf het belang van de leer van de Reformatie ontdekt zoals die ook bepalend was ge­weest voor de prediking en geschriften van de Puriteinen en veel van de mannen die verbonden zijn aan de grote opwekkingen in de 18e eeuw: Edwards, White­field, Rowland, Harris, enzovoorts. De laatst­ge­noemden waren met anderen de grondleggers van het calvinistisch methodisme, waarmee Lloyd-Jones zich sterk verbonden voelde. Daarom was de predi­king van Lloyd-Jones doortrokken van een zuiver bij­bels-reformatorische theologie, zoals hij die zelf ook had leren kennen uit de geschriften van de Puriteinen en met name Jonathan Edwards. In het Engeland van de veertiger en vijftiger jaren was Westminster Chapel één van de weinige plaatsen waar men een dergelijke prediking kon horen; voor velen was dit een nieuwe ontdekking die door Gods zegen van blijvende invloed is geweest op een nieuwe genera­tie.

De oorsprong van deze hernieuwde belangstelling voor de reformatorische theologie en de Puriteinen is in feite niet precies na te gaan. Zoals Iain Murray schrijft:

To profess to be able to trace the precise means by which this change took place would be to deny its real nature. As every true work of God, its origins were quiet and mysteri­ous. A hunger for a more biblical and doctri­nal Christianity occurred in a number of places simultaneously and in more than one country.
("Te zeggen dat men in staat is nauwkeurig de middelen te traceren waardoor deze ver­andering zich voltrok, zou de ontkenning betekenen van de ware aard van deze veran­dering. Zoals bij ieder echt werk van God was haar oorsprong stil en verborgen. Een honger naar een meer bijbels christendom, dat onder andere werd gekenmerkt door een hernieuwde belangstelling voor en herwaar­dering van de refor­matorische geloofs­leer, ontstond op een aantal plaatsen tegelijk en in meer dan één land").8

Velen kwamen tot de ontdekking dat juist dit geloof absoluut nodig is om weer geestelijk leven en een krachtig getuigenis in deze wereld te kunnen voort­brengen. Deze ontwikkeling resulteerde in de vor­ming van een aantal instellingen, die ieder op zich ook weer als instrument fungeerden om deze ontwik­keling verder te verbreiden en te verdiepen.

Allereerst moet de oprichting van de 'Evangelical Library' genoemd worden. Reeds in de twintiger en dertiger jaren was een zekere Geoffrey Williams na zijn bekering begonnen boeken te verzamelen en uit te lenen. In eerste instantie had hij in zijn garage een hele verzameling klassieke christelijke literatuur, waaron­der veel werken van de Puriteinen en van de mannen uit de tijd van de grote opwekkin­gen in de 18e eeuw. Door de slechte locatie kwam dit werk enigszins in een impasse. Op een bijzondere wijze kwam Geof­frey Williams in contact met dr Lloyd-Jones, die zeer onder de indruk kwam van dit werk en het belang ervan direct inzag. Ondanks diverse prakti­sche moeilijkheden, mede in verband met de oorlog, werd deze bibliotheek overgebracht naar het centrum van Londen. In 1943 werd de Evangelical Library opgericht met Geoffrey Willi­ams als ere-bibliotheca­ris en dr Lloyd‑Jones als president van het bestuur. Lloyd-Jones zou zijn leven lang dit werk actief blijven steunen. In 1945 werd de bibliotheek geo­pend met een bestand van ongeveer 25.000 boeken. In 1948 verhuisde de bibliotheek naar de huidige locatie op 78 Chiltern Street. Sinds deze periode vervult de bibliotheek een cruciale rol in het be­schikbaar maken en verspreiden van de geschriften van de Puriteinen.9 Tot de dag van vandaag kan men gebruik maken van deze bibliotheek. Tegen geringe kosten stuurt men boeken op aan belangstellenden. Zo maken mensen van over de hele wereld gebruik van deze unieke bibliotheek.

In de veertiger jaren waren het 'London Bible College' en de 'Westminster Fraternal' reeds ont­staan, beide met actieve steun van dr Lloyd-Jones. De Westminster Fraternal was in eerste instantie een klein forum van mensen met dezelfde visie op het belang van een bijbels-orthodox christendom dat het belang onderkent van het reformatorisch erfgoed, met het doel gezamenlijk te bespreken hoe dit in de praktijk van het kerkelijk leven gestalte moest krij­gen. Deze groep is onder de voortdurende bezielen­de leiding van Lloyd-Jones belangrijk gegroeid in de jaren vijftig en zestig.10

Onafhankelijk van deze ontwikkelingen in en om Londen hadden enkele studenten in Durham in Noord-Enge­land ook de geschriften van de Puritei­nen en Edwards ontdekt. Eén van deze mensen was Iain Murray, die vervolgens de gelegenheid kreeg een gemeente in Oxford te dienen als assistent van ds S. Norton. Samen met Norton begon Iain Murray in 1955 een klein blad uit te geven onder de titel 'Banner of Truth'. Deze titel is ontleend aan Psalm 60:6: "Maar nu hebt gij degenen die U vrezen een banier gegeven, om die op te werpen, vanwege de waarheid" (SV). Tegelijkertijd ontstond het idee om ook boeken te gaan (her)uitgeven. Dit laatste werd op wonderlijke wijze mogelijk, toen Iain Murray in Londen in contact kwam met Lloyd-Jones en de bemiddelde Jack Cullum. Murray werd assis­tent van Lloyd-Jones en kreeg de gelegenheid zich verder aan studie en publicatie van de werken van de Puriteinen te wijden. In 1957 werd 'The Banner of Truth Trust' opgericht met als belangrijkste doel het opnieuw beschikbaar maken van de geschriften van Puriteinen en andere auteurs door middel van publica­tie. Het feit dat inmiddels de Evangelical Library be-stond met haar gigantische verzameling boeken, droeg natuurlijk in niet geringe mate bij aan het welslagen van dit initiatief. Hoewel er bij andere uitgevers veel twijfel leefde over de commerciële haalbaarheid van de heruitgave van deze 'oude theologie', had de Banner in 1960 al 35 titels in haar fonds!11

Ook in Oxford was er een groep studenten en afge­studeerden die warme belangstelling kreeg voor de geschriften van de Puriteinen. Eén van deze mensen was dr Jim Packer. Ook zij kwamen in contact met Lloyd-Jones en het idee werd geboren om een conferentie te wijden aan de Puriteinen. Deze confe­rentie werd in 1950 gehouden met Lloyd-Jones als voorzitter en spreker, terwijl Packer een drietal lezingen hield. Dit was het begin van de jaarlijkse 'Puritan Conference'.12

Het is opmerkelijk om te zien hoe deze initiatieven vaak op wonderlijke wijze tot stand kwamen en hoe ze elkaar aanvulden en versterkten, terwijl ze allen één en hetzelfde doel nastreefden. Het kan niet anders dan dat dit alles onder Gods voorzienig­heid zo gebeurde en zo ook tot een rijke zegen van God heeft geleid. Door deze gebeurtenissen en ook door de prediking van Lloyd-Jones in Westminster Chapel verspreidde deze visie zich onder een jongere gene­ratie van mannen die de Gemeente van Christus in Enge­land, maar ook ver daarbuiten zou gaan dienen.

De gebeurtenissen rond 1966

Inmiddels had de discussie over de oecumene in de christelijke wereld grote vormen aangenomen. Ook en wellicht juist voor de Evangelicals was dit een belangrijk onderwerp van gesprek. De herontdekking van de reformatorische theologie en de Puriteinen had zich uitgestrekt tot zowel de 'non-conformists' (de onafhankelijke, niet-Anglicaanse kerken en gemeen­ten) alsook de 'evangelical' Anglicanen (waarvan bijvoorbeeld Packer een vertegenwoordiger is). De vraag was dan ook wat de houding van de Evangeli­cals zou moeten zijn ten aanzien van de oecumene. Er waren er die toch, binnen hun eigen, soms zeer liberale kerkverbanden, wilden blijven streven naar bijbelse vernieuwing en reformatie. Aan de andere kant waren er velen die benadrukten dat 'evangelical unity' ('evangelische eenheid') op de eerste plaats diende te staan. Lloyd-Jones behoorde duidelijk tot deze laatste groep. Hij baseerde zijn opvatting vooral op de geschriften van de Puriteinen en met name op de visie van John Owen. Lloyd-Jones heeft voorstel­len gedaan om juist de eenheid onder de Evangelicals te vergroten en riep iedereen op om tot een vorm van samenwerking of samen­gaan te komen.

Helaas is het daar niet van gekomen: de discussie leidde in 1966 tot een uiteengaan van de twee boven­ge­noem­de groepen. Dit had ingrijpende gevol­gen voor de diverse samenwerkingsverbanden. De Puri-tan Conference kwam enige tijd niet meer bij elkaar en werd later door Lloyd-Jones en anderen voortge­zet onder de naam 'Westminster Conferen­ce'. Ook de samenwerking tussen Packer en Lloyd-Jones stokte. De gebeurtenissen in die periode geven nog steeds aanleiding tot verdere analyse en discus­sie.13

De situatie in onze tijd

De hernieuwde belangstelling voor de Reformatie, de Puriteinen en de opwekkingen heeft zich echter onverminderd voortgezet. Naast The Banner of Truth Trust hebben ook andere uitgevers (onder andere Soli Deo Gloria in Amerika) veel geschriften van Puriteinen weer beschikbaar gemaakt. Ook is een aantal van de belangrijkste werken van Puritei­nen in verkorte vorm uitgebracht door The Banner of Truth Trust en Grace Publications, de laatste vooral met de zending als doel. Veel van deze verkorte versies zijn inmiddels in vele talen vertaald.

Er zijn ook de nodige samenwerkingsverbanden ontstaan, zoals:

- De 'Federation of Independent Evangelical Churches' (FIEC, Federatie van Onafhankelijke Evangelische Kerken).
 - In Wales is er de 'Association of Evangelical Churches in Wales' (AECW, Associatie van Evangelische Kerken in Wales) als officieel ver­band van de 'Evangelical Movement of Wales' (EMW), met een eigen blad, het 'Evangelical Magazine of Wales'.
 - De 'Grace Baptist Assembly' met hun blad 'Grace Magazine'. Vele van deze gemeenten onderschrij­ven de 'London Baptist Confession of Faith' (Londense geloofsbelijdenis van de Baptis­ten) uit 1689, die mede gebaseerd is op de bekende 'Westminster Confession' (Westminster belijde­nis), en zijn deels aange­sloten bij de 'Inter­national Federation of Refor­med Baptists' (IFRB, Interna­tionale Federatie van Reformatori­sche Baptisten) met hun blad 'Reformation Today'.
 - De 'British Evangelical Council' (BEC, Brits Evangelisch Beraad), een verband van allerlei onafhankelijke 'evangelical' gemeenten, onder andere uit de FIEC, EMW, Grace Baptist Chur­ches, de Free Church of Scotland, enzovoorts.
 - Naast bovengenoemde periodieken en het 'Ban­ner of Truth Magazine' moeten ook de maand­bladen 'Evangelical Times' en 'Evangelicals Now' genoemd worden als spreekbuis van de Evangeli­cals in Groot-Brittannië.

Verschillende van bovengenoemde groeperingen organiseren diverse regelmatig terugkerende confe­renties, zoals de 'Banner of Truth Ministers Confe­rence' in Leicester (die ook door Nederlanders bezocht wordt), de 'English and Welsh Conferences' van de EMW in Aberystwyth in Wales, de 'Carey Ministers' en 'Carey Family' conferenties en de 'Fel­lowship for Revival Conference'.

De bijbelse theologie van de reformatoren, Puritei­nen en opwekkingspredikers heeft ook nu nog steeds een centrale en fundamentele plaats in veel gemeen­ten. Dit geldt voor de vele onafhankelijke 'evangeli­cal' of baptistengemeenten en een aantal 'evangeli­cal-anglican' gemeenten in Engeland en Wales. In Schotland en Noord-Ierland zijn het naast enkele baptistengemeenten vooral de presbyteriaans georiën­teerde kerkgenoot­schappen, die zich op deze theolo­gie baseren, zoals in Schotland bijvoorbeeld de 'Free Church' (Vrije Kerk), de 'Free-Presbyteri­an Church' (Vrije-Presbyteriale Kerk) en de 'Associated Presby­terian Church' (Geassocieerde Presbyteriale Kerk). Op veel plaatsen heeft deze theologie een duide­lijk stempel gedrukt op de predi­king en het gemeen­televen, hoewel er vaak op secundaire en uiterlijke punten onderlinge ver­schillen zijn.

Juist in verband met dit onderwerp kan de vraag gesteld worden of er nu inderdaad sprake is van een opwekking. Over het algemeen is men het erover eens dat dit niet het geval is en zeker niet op grote schaal. Het is wellicht teleurstellend om te zien dat, ondanks de geweldig toegenomen interesse voor de Reformatie, de Puriteinen en de opwekkingen, er momenteel toch geen sprake is van een grootschalige opwekking. Ook in Groot-Brittannië heeft de Kerk helaas niet dat krachtige getuigenis dat nodig is om de samenleving wezenlijk te beïnvloeden zoals dat bijvoorbeeld wel het geval was tijdens de op­wekkin­gen in de 18e eeuw.

Ook in Groot-Brittannië moet voortdurend strijd geleverd worden met de moderne opvattingen van relativisme en pluralisme en een kritische, liberale theologie. Daarnaast is er in sommige gemeenten de invloed van een overmatig subjectivisme, waarin persoonlijke ervaringen maat- en normgevend in het geestelijk leven zijn (denk aan de invloed van de derde golf in de charismatische beweging en de 'Toronto-blessing').

Toch mogen we dankbaar zijn voor de vele, vaak kleine gemeenten die getrouw blijven in prediking en gebed. In deze gemeenten is er vaak sprake van een heldere, bijbelse prediking, gedreven door een verlangen om Christus in het persoonlijk leven en het gemeenteleven te dienen. Het opvallende is dat juist in deze gemeenten de zorg om de zuivere leer te bewaren niet ontaardt in star en levenloos dogma­tisme, maar veeleer gecombineerd wordt met een levende geloofsbeleving. De rijkdom van de 'doctri­nes of grace' (leerstellingen van de genade) wordt juist in het persoonlijk geloofsle­ven ervaren en verwoord. Dit geloof komt ook in de praktijk van het christenleven tot uiting, niet in een star traditio­nalisme, maar in bijbels gefundeerde standpunten over allerlei zaken.

Uiteraard zijn dit slechts de grote lijnen; we hebben de nadruk willen leggen op de vele positieve zaken die we in deze sector van de Gemeente van Christus in Groot-Brittannië aantreffen. Natuurlijk zouden er ook negatieve dingen genoemd kunnen worden, maar dat zijn naar onze indruk eerder de uitzonderingen die de regel bevestigen. We hebben nadrukkelijk met deze positieve instelling naar onze broeders en zusters in Groot-Brittannië willen kijken om juist met al het goede dat we daar kunnen signaleren ons voordeel te doen. Daarom enkele opmer­kingen over wat wij uit het bovenstaan­de voor onze situatie kunnen leren.

Vertaling naar onze situatie

Veel van bovengenoemde positieve ontwikkelingen zijn klein begonnen, maar hebben tot een groot resultaat geleid, juist omdat God deze initiatieven rijk gezegend heeft. Zoals Lloyd-Jones eens opmerk­te toen hij over het werk van de Evangelical Library sprak:

... a living illustration of the fact that out of the smallest - almost despicably small - beginnings, God can bring a great power into being.
("... een schitterend praktijkvoorbeeld van het feit dat God uit de kleinste, bijna verach­telijk kleine dingen, grote en machtige din­gen tot stand kan brengen").14

Dit mag ook ons vertrouwen op God geven voor ons werk in Nederland. Wellicht worden we soms ontmoedigd wanneer we denken aan de kleine schaal waarop we bezig zijn en de geringe invloed die we in onze eigen ogen uitoefenen. Toch kan God ook ons werk in gelijke mate zegenen.

Een ander punt is de noodzaak dat ons leven in denken, spreken en handelen bepaald wordt door de waarheid van Gods Woord. Dat vraagt om een steeds dieper verstaan van de leer van het Evangelie van Gods genade, zoals dit ook de tijd van de Refor­matie en de opwekkingen karakteriseerde. In tegen­stelling tot wat wel gedacht wordt, leidt dit geenszins tot een star intellectueel dogmatisme, maar juist tot een meer bijbels gefundeerd geloof en een actief geeste­lijk leven. De geschiedenis leert ons dat opwekkin­gen vrijwel altijd voorafgegaan worden door en gepaard gaan met een hernieuwde belang­stelling voor de leer van vrije genade ('doctrines of grace'). Waar dat niet of in mindere mate het geval is, is ook de duur van een opwekking vaak korter en het effect minder groot. Lloyd-Jones benadrukt dit punt dan ook in zijn preken over het thema opwek­king.15 Daarom mogen de hierboven geschetste positieve ontwikkelingen met betrekking tot de belangstelling voor dit onderwerp hoop geven voor de toekomst in het vertrouwen dat onze God bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen. Hem zij de heerlijkheid in de gemeente en in Christus Jezus tot in alle geslachten, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen (Ef. 3:20,21).


1.
Brian H. Edwards, Revival! A people saturated with God [Durham: Evangelical Press, 1990].
Errol Hulse, Give Him no Rest [Durham: Evangelical Press, 1991].
W. Vernon Higham, The Turn of the Tide [The Heath Trust, 1995].
Eifion Evans, Fire in the Thatch [Bridgend: Evangelical Press of Wales, 1996].
2.
Eifion Evans, The Welsh Revival of 1904 [Bridgend: Evangelical Press of Wales].
Brynmor P. Jones, Voices from the Welsh Revival [Brid­gend: Evangeli­cal Press of Wales, 1995].
Brian H. Edwards, a.w.
3.
Edwards, a.w.
4.
Iain H. Murray, D. Martyn Lloyd-Jones; The first forty years 1899‑1939 [Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 1982].
5.
Edwards, a.w.
6.
Zie onder noot 1.   * Ds. H.A. Bakker, George Whitefield Bulletin, januari 1995.
7.
Iain H. Murray, D. Martyn Lloyd-Jones; The Fight of Faith 1939‑1981 [Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 1990].
8.
Iain H. Murray, a.w., p. 225.
9.
Iain H. Murray, a.w., pp. 81‑86.
Iain H. Murray, Not a Museum But a Living Force [Edin­burgh: The Banner of Truth Trust, 1995].
10.
Iain H. Murray, D. Martyn Lloyd-Jones; The Fight of Faith 1939-1981, pp. 86‑94.
11.
Iain H. Murray, a.w., pp. 353‑359.
12.
Iain H. Murray, a.w., pp. 226-227.
D.M. Lloyd-Jones, The Puritans: Their Origins and Succes­sors [Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 1987]. Dit boek bevat lezin­gen die Lloyd-Jones op de Puritan Conferences gehouden heeft.
J.I. Packer, Among God's Giants [Eastbourne: Kingsway Publications, 1991]. Veel van het materiaal in dit boek over de Puriteinen is afkomstig van lezingen die dr Packer tijdens deze conferenties gehouden heeft.
13.
Iain H. Murray, a.w., hoofdstuk 24‑27.
14.
Iain H. Murray, a.w., p. 352.
15.
D.M. Lloyd-Jones, Revival, can we make it happen? [Ba­singstoke: Marshall Pickering, 1986]. Nederlandse vertaling: Toon mij nu Uw heerlijkheid!; over de noodzaak van opwek­king [Leiden: Uitgeverij Groen, 1992].

© 2003 George Whitefield Stichting.