Packer, de puriteinen en wij

Door Willem van Klinken

De vooraanstaande evangelicale theoloog J.I. Packer heeft de puriteinen intensief bestudeerd en in zijn theologisch denken verwerkt. In dit artikel kijk ik hoe Packer de puriteinen waardeert en hoe hij hun theologisch denken heeft verwerkt. Naar goed puriteins gebruik mag de toepassing op onszelf niet ontbreken. Wat kunnen evangelische en reformatorische christenen in Nederland leren van Packers omgang met ‘Gods reuzen'?

Het artikel bestaat uit vier delen. In het eerste deel beschrijf ik kort hoe de puriteinen verbonden zijn met Packers levensloop. Daarna ga ik in op Packers waardering van de puriteinen. Het hart van dit artikel wordt gevormd door de beschrijving van een aantal thema's uit het werk van Packer die duidelijk geïnspireerd zijn door de puriteinen. Tenslotte probeer ik te evalueren wat christenen in Nederland kunnen leren van Packers verwerking van de puriteinse traditie.



1. Packer en de puriteinen1

James Innell Packer werd geboren op 22 juli 1926. Aan het begin van zijn leven wees niets erop dat de puriteinen later in zijn leven zo'n grote rol zouden spelen. Packer groeide op in Gloucester in het westen van Engeland, waar zijn vader spoorwegambtenaar was en zijn moeder onderwijzeres. Het gezin Packer was lid van de Anglicaanse Kerk. De jonge James Packer had zeker belangstelling voor het geloof, maar hij had, zoals hij later zei, "totaal geen persoonlijke relatie met God." De puriteinen waren overigens op dat moment in Engeland in bijna totale vergetelheid geraakt. Puriteinse werken werden niet meer uitgegeven en waren dus nauwelijks verkrijgbaar. De liberale theologie had de evangelicale christenen teruggedrongen in een piëtistisch isolement.

In 1944 ging James klassieke talen studeren aan de prestigieuze universiteit van Oxford. Op aanraden van een vriend zocht hij contact met de Oxford Inter-Collegate Christian Union (OICCU), een evangelicale studentenvereniging. Een evangelisatiedienst van de OICCU werd het middel tot zijn bekering. Tijdens de dienst drong het met volle kracht tot Packer door dat hij geen christen was. "Toen vielen mij de schellen van de ogen en zag ik wat ik moest doen."2 "En op deze wijze, ongeveer dertig meter verwijderd van de plek waar de grote evangelist George Whitefield zich in 1735 zich aan Christus overgegeven had, kwam James I. Packer tot een persoonlijke overgave aan Christus."
3

Na zijn bekering werd Packer actief lid van de OICCU. In die tijd stond de evangelicale beweging in Engeland sterk onder invloed van de heiligingsleer van Keswick. Ook op de OICCU was dit de heersende opvatting over heiliging. De leer van Keswick houdt kort gezegd in dat een christen door een totale overgave aan Jezus Christus tot een ‘overwinningsleven' kon komen. Een christen moest niet proberen in eigen kracht tegen de zonde te strijden, maar zich totaal aan Christus overgeven, waardoor de zonde gebroken zou worden.

Packer raakte als gevolg van deze leer in een enorme geloofsstrijd en verwarring. Hoe hij zicht ook probeerde toe te wijden en over te geven aan God, hij voelde dat de zonde in hem bleef werken. Hij raakte hier volkomen door gefrustreerd. "Al zijn pogingen om zich volledig toe te wijden brachten hem geen stap verder - hij bleef een onvolwassen en met zichzelf overhoop liggende jongeman, die zich pijnlijk van zichzelf bewust was, die iedere dag als een puber zijn dagelijkse strijd leverde met zijn verlangens en opwellingen van ontevredenheid en frustratie. ... Het leek erop dat hij nog mijlenver verwijderd was van dat met kracht vervulde overwinningsleven dat sommige christenen, die zich door toewijding van zichzelf ontledigd hadden, zouden genieten. ... Het was zoiets als een likdoorn of een steen in je schoen, waardoor je iedere keer als je een stap doet, vergaat van de pijn."4

Op dit cruciale moment in zijn leven maakte Packer kennis met de puriteinen. Hij was namelijk bibliothecaris van de OICCU. Een oude anglicaanse predikant had zijn bibliotheek met daarin veel puriteinse werken geschonken aan de studentenvereniging. Toen hij tussen de boeken neusde, stuitte Packer op de verzamelde werken van John Owen. Zijn aandacht werd getrokken door deel 6, dat ging over de strijd van de gelovigen met de zonde. Het lezen van deze werken (en ook het boek Holiness van J.C. Ryle) betekende een keerpunt in het leven van Packer. Owen bood Packer een realistische visie op zijn eigen zondigheid en de oorzaken daarvan, maar ook hoe hij daarmee moest omgaan en hoe hij kon groeien in heiliging.

Na zijn studie is Packer werkzaam geweest als theologisch docent en onderzoeker aan verschillende instellingen. Zijn leven is gekenmerkt door een blijvende studie van de puriteinen. In 1950 werd op initiatief van Packer een studieconferentie gehouden in de Westminster Chapel te Londen, de kerk van Dr. Martyn Lloyd Jones, die zeer enthousiast zijn medewerking gaf. De ‘Puritan Conference' werd sindsdien jaarlijks gehouden in Londen. Helaas kwam in 1969 een einde hieraan door een meningsverschil tussen Packer en Lloyd-Jones over de plaats van de evangelicalen in de Anglicaanse Kerk.5

Verschillende inleidingen die Packer gehouden heeft voor de Puritan Conference zijn samen met andere artikelen gebundeld verschenen in Among God's Giants. The puritan vision of the christian life6. Uit de bundel blijkt Packers grote kennis van de puriteinen. Maar vooral wil hij laten zien wat deze geestelijke reuzen te zeggen hebben voor ons, geestelijke dwergen die wij, 20e- en 21e-eeuwse westerse christenen, zijn. Ook in zijn talrijke andere boeken en artikelen duiken citaten op van puriteinse schrijvers. En als er geen directe verwijzingen te vinden zijn, dan is toch op iedere bladzijde het puriteinse gedachtegoed te vinden.

Het werk van Packer heeft er in belangrijke mate toe bijgedragen dat de puriteinen weer op de evangelicale agenda staan.7 Vandaag de dag plukken wij er de vruchten van. De puriteinen zijn weer voorwerp van intensieve (wetenschappelijke) studie en tal van puriteinse werken zijn heruitgegeven. Toch is Packer beslist geen slaaf van het puriteinse gedachtegoed. Hij erkent als geen ander dat we niet alles van hen klakkeloos moeten overnemen. Daarin ligt juist de kracht van Packers waardering van de puriteinen. Hij wil van hen leren hoe hun gedachtegoed ons als 21e-eeuwse christenen kan helpen.

2. Packers waardering van de puriteinen

Maar wat kunnen wij dan leren van de puriteinen? Waarom hecht Packer zoveel waarde aan hun onderwijs? Packer heeft zijn visie hierop uiteengezet in een artikel met als titel ‘Waarom wij de puriteinen nodig hebben'.8 Hij schrijft: "Het antwoord is, in één woord: rijpheid. Rijpheid is een combinatie van wijsheid, welwillendheid, veerkracht en creativiteit. De puriteinen waren het toonbeeld van rijpheid; wij niet. Wij zijn geestelijke dwergen."9 De geestelijke strijd en de teleurstellingen die de puriteinen te verwerken kregen, maakten hen tot de rijpe heiligen die ze waren. Packer noemt een zestal in het oog springende punten waarin de puriteinen ons vandaag op weg kunnen helpen naar de rijpheid die zij kenden en die wij nodig hebben.

1. De eenheid van hun dagelijks leven. De puriteinen wilden God dienen met hun hele leven. "Omdat zij het leven als eenheid zagen verbonden zij overpeinzing met actie, aanbidding met werk, inspanning met rust, liefde tot God met liefde tot de naaste en zichzelf, persoonlijke met maatschappelijke identiteit, en het uitgebreide spectrum van relationele verantwoordelijkheden maakten zij tot één geheel, op nauwgezette en doordachte wijze."10 Ze leefden daarbij doelgericht aan de hand van methodes. Ze zorgden dat er tijd was voor alle goede en belangrijke dingen.

2. De kwaliteit van hun geestelijke ervaring. "In de gemeenschap die de puriteinen met God hadden, stond Jezus centraal en had de Heilige Schrift het opperste gezag."11 Zij mediteerden systematisch over alle bijbelse waarheden. De puriteinse vroomheid was in evenwicht. Ze was gericht op het verstand, maar tegelijk ook hartstochtelijk. Hoofd en hart waren in balans. Ze waren nauwgezet, zonder in wetticisme te vervallen. Wij, moderne christenen, worden maar al te snel "geïmponeerd door een irrationele emotionele romantiek, vermomd als super-spiritualiteit."12

3. Hun passie voor effectief bezig zijn. De puriteinen waren daadkrachtig in afhankelijkheid van God. Zij baden tot God en gingen aan de slag. Ze verlangden ernaar door God gebruikt te worden. Ze lieten de maatschappelijke ontwikkelingen niet op hun beloop, in tegenstelling tot veel westerse christenen van nu.

4. Hun programma voor een stabiel gezin. Dit is te meer een bewijs dat het dagelijks leven voor de puriteinen een eenheid vormde. Voor hen was het gezin de hoeksteen van kerk en samenleving. Ook hun huwelijk was gericht op de opbouw van Gods koninkrijk. Hun opvoedingsethiek had als doel de kinderen te oefenen voor een matig, godvrezend en maatschappelijk nuttig volwassen leven. "In een tijdperk waarin het gezinsleven broos geworden is, zelfs onder christenen, met lafhartige echtelieden die liever de gemakkelijke weg van echtscheiding gaan dan aan hun relatie te werken, met ouders vol ziekelijke eigenliefde, die hun kinderen materieel verwennen terwijl zij hen geestelijk verwaarlozen, valt opnieuw veel te leren van de totaal andere leefwijze van de puriteinen."13

5. Hun besef van de waarde van de mens. De puriteinen beseften het wonder van de menselijke individualiteit. Ze hadden een grote waardering voor de waardigheid van de mens als schepsel van God, gemaakt om Gods vriend te zijn.

6. Hun ideaal van kerkvernieuwing. Hier blijkt de Anglicaanse achtergrond van Packer. Dit puriteinse ideaal heeft hem geïnspireerd om zich blijvend in te zetten voor de vernieuwing van zijn eigen kerkgenootschap. Kerkvernieuwing was voor de puriteinen geen zaak van campagne voeren, beleidsvoornemens of het nieuwste gemeente-opbouwprogramma. Naar aanleiding van Richard Baxters The Reformed Pastor schrijft Packer: "De essentie van dit soort ‘reformatie' was het beter begrijpen van Gods waarheid, het opwekken van liefde tot God, toename van ijver in iemands gebeden, meer liefde en vreugde, en vastberadenheid aangaande christelijke doelstellingen, zowel in iemands bediening als in het persoonlijke leven. In het verlengde hiervan lag het ideaal voor de kerk: via de ‘gereformeerde' geestelijkheid zouden alle leden van elke gemeente ‘gereformeerd' worden."14

3. Enkele thema's uit het werk van Packer

Het is duidelijk dat Packer de puriteinen hoog aanslaat. Zoals ik hierboven schreef, bevat zijn werk veel verwijzingen naar de puriteinen. Maar nog veel meer zijn de puriteinen bij hem op iedere bladzijde tussen de regels aanwezig. Ze hebben een diepgaande invloed uitgeoefend op het denken van Packer die overal naar voren komt. Hieronder noem ik enkele thema's uit het werk van Packer waarin de puriteinen duidelijk door de puriteinen zijn geïnspireerd. Het zijn stuk voor stuk thema's die de vinger leggen bij de geestelijke armoede van veel van het westerse christendom.

1. Een belangrijk doel dat Packer met zijn werk wil bereiken is dat christenen anders gaan denken over God. Dat klinkt op het eerste gezicht misschien vreemd. Een christen kent God toch? Zegt Johannes 17:3 niet: ‘Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God en Jezus Christus, Die gij gezonden hebt'? Dat weet Packer natuurlijk ook, maar hij wil ermee zeggen dat een christen God kan kennen en toch niet goed over hem kan denken. Packer is van mening dat de moderne tijdgeest en het natuurwetenschappelijke denken het zicht op God hebben vertroebeld. Daarom wil hij de christenen van zijn generatie terugvoeren naar het Godsbeeld van de puriteinen.

Dit is het hoofdthema van Packers bekendste boek, God leren kennen. Het onderwerp van dit boek is vrij uniek te noemen. Wie schrijft er in deze tijd een boek over wie God is? Inderdaad, daarvoor moeten we terug naar de tijd van de puriteinen. Zo schreef de puritein Stephen Charnock een lijvig werk over het bestaan en de eigenschappen van God.15 Packer gaat met God leren kennen in zijn voetspoor.

Packer is van mening dat een verkeerd beeld van God het christelijke leven en getuigenis verzwakt. "De overtuiging die aan dit boek ten grondslag ligt is, dat onbekendheid met God - met zijn wijze van handelen en met de praktijk van de persoonlijke omgang met Hem - de diepste oorzaak is van de zwakheid van de kerk in deze tijd. ... Als de kerk God bekijkt door het verkeerde einde van een telescoop en Hem zo reduceert tot een soort dwerg, kan zij niet anders voortbrengen dan dwerg-gelovigen"16

Een verkeerd beeld van God geeft ook een verkeerd beeld van het evangelie. Packer heeft hierop gewezen in zijn voorwoord van de heruitgave van John Owen's Death of Death in the Death of Christ.17 Hij bespreekt daarin het verschil tussen wat hij noemt het ‘oude evangelie' van puriteinen als John Owen en het ‘nieuwe evangelie' dat hij in zijn eigen tijd waarneemt. "Het nieuwe evangelie slaagt er duidelijk niet in diepe verering, diep berouw, diepe ootmoed, een geest van aanbidding en zorg voor de gemeente voort te brengen. Waarom niet? We willen suggereren dat de reden ligt in de eigen aard en inhoud ervan. Het slaagt er niet in mensen Godgericht in hun gedachten en Godvrezend in hun harten te maken, omdat het daar niet in de eerste plaats op gericht is. Eén manier om het verschil tussen het nieuwe en het oude evangelie aan te geven is door te zeggen dat het nieuwe te uitsluitend erom geeft ‘nuttig' te zijn voor de mensen - vrede geven, troost, blijdschap, voldoening - en er te weinig om geeft God te verheerlijken. Het oude evangelie was ook ‘nuttig' - zelfs veel meer dan het nieuwe - maar de belangrijkste zorg ervan was God de eer te geven. Het was altijd en in hoofdzaak een proclamatie van de goddelijke soevereiniteit in genade en oordeel, een oproep om neer te buigen en de almachtige Heere te aanbidden, van wie de mens afhankelijk is voor alle goeds, zowel in de natuur als in de genade. God stond ondubbelzinnig in het middelpunt. In het nieuwe evangelie staat de mens echter in het middelpunt."18

Christenen denken volgens Packer te positief over zichzelf en te negatief over God. God moet ons een fijn gevoel geven en ons gelukkig maken en ons ook nog helpen als we er zelf niet uit komen. Packer wil ons een ander perspectief geven. God is een God die zondaren redt. God redt zondaren, mensen die zonder God leven en totaal aan zichzelf overgeleverd zijn. Mensen die totaal onmachtig zijn zichzelf hieruit te redden. Mensen die desondanks positief over zichzelf denken en menen dat ze het zonder God ook wel kunnen redden.19 God redt zondaren. Hij heeft zondaren van eeuwigheid uitverkoren en zijn Zoon gegeven om hen daadwerkelijk te redden. Hij laat de keus niet aan de zondaren zelf over of ze gered willen worden, maar werkt door zijn Geest het geloof in hun harten. Hij werkt het willen en het werken, naar zijn welbehagen. Het is deze wetenschap die mensen ertoe aan zal zetten om heilig te gaan leven, in ontzag en aanbidding voor de God die hen zo heeft liefgehad.


Het is een misverstand om te denken dat een dergelijk geloof tot passieve christenen leidt. De soevereiniteit van God sluit de menselijke verantwoordelijkheid en werkzaamheid niet uit, maar legt daar juist een krachtig fundament onder. Het was het geloof in de soevereiniteit van God dat predikers als Jonathan Edwards en George Whitefield maakte tot zulke grote evangelisten. Packer gaat dieper in op dit thema in Evangelisatie en de soevereiniteit van God. "Wat moeten we dan uiteindelijk zeggen over het idee dat een vast geloof in de absolute soevereiniteit van God afbreuk zou doen aan evangelisatie? We kunnen niet anders dan vaststellen dat iedereen, die deze mening is toegedaan, daardoor duidelijk laat zien dat hij niet heeft begrepen wat het leerstuk van de goddelijke soevereiniteit inhoudt. Niet alleen de evangelisatie wordt daarmee onderbouwd en geeft de evangelist hoop op succes, die hij anders niet zou kunnen hebben, maar daardoor wordt ons ook geleerd dat prediking en gebed bij elkaar horen. Het geeft ons niet alleen vrijmoedigheid en vertrouwen ten opzichte van mensen, maar we worden er ook ten opzichte van God nederig en vasthoudend door."20

2. Dit brengt ons bij een tweede thema dat naar voren komt in het werk van Packer. Voor Packer is er een onlosmakelijke samenhang tussen de christelijke theologie en het christelijke leven. Dit geldt niet alleen in ons denken over wie God is. De puriteinen hebben Packer een integrale visie geleverd op het christelijk leven en denken. Daarbij vormen leven en denken een onafscheidelijke twee-eenheid. Het christelijke leven wordt gevoed door het christelijke denken en het christelijke denken is gericht op het christelijke leven. Gods waarheid bestrijkt ons hele leven en moet heel ons leven veranderen. Packer wijst erop dat de puriteinse prediking was gericht op het intellect. De weg naar het hart loopt via het hoofd.21 Maar daarna moet Gods waarheid ook toegepast worden. Het grootste gedeelte van puriteinse preken bestaat uit ‘uses', waarin wordt aangegeven hoe de bijbelse waarheid invloed moet hebben op ons leven.

Bij Packer is het niet anders. Hij is ervan overtuigd dat voor een gezond christelijk leven een gezonde christelijke theologie nodig is. Hierboven werd al duidelijk dat Packer de gelovigen weer goed wil leren denken over God en zijn waarheid. Dit betekent echter niet dat we er zijn als we maar goed denken over God. Als ons denken over God ons leven niet verandert, zijn we er nog veel erger aan toe dan daarvoor. "Als theologie het geweten niet prikkelt en het hart niet verzacht, dan verhardt het beide."22 Packer is zich ervan bewust dat veel westerse christenen in die valkuil gestapt zijn, met name in de reformatorische traditie. Daarom schrijft hij in het voorwoord van Wandelen door de Geest: "Het (Wandelen door de Geest, WvK) is geschreven voor mensen die God willen leren kennen en die ertoe bereid zijn dat Hij zich met hen gaat bezig houden. Ik denk dat u, voordat u verder gaat, er goed aan zou doen om Psalm 119 twee of drie keer (!) in alle rust en biddend te lezen. Ons hoofd volproppen met allerlei gedachten, hoe waar die ook mogen zijn, maakt ons opgeblazen en bouwt ons niet op en we hebben het juist zo nodig om opgebouwd te worden." 23

In God leren kennen wijst Packer erop dat we veel kennis over God kunnen hebben zonder kennis van God te hebben. Kennis over God kan ons leven onberoerd laten, maar kennis van God verandert ons leven. Mensen die God kennen zetten zich volledig voor Hem in, denken groot over Hem, geven blijk van grote moed voor Hem en vinden innerlijke vrede in Hem.24 Daarom moeten we alles wat we van over God leren, invloed laten hebben op ons leven. "Iedere waarheid die wij leren over God, moeten wij maken tot voorwerp van meditatie en moet ons leiden tot gebed en lofprijzing voor God."25 Juist dit maakt het lezen van Packer tot een vreugdevolle aangelegenheid. De boeken van Packer wijzen je de weg hoe datgene wat je weet over God daadwerkelijk invloed kan hebben op je leven. Het brengt je tot verwondering en aanbidding. Uitgesleten uitdrukkingen gaan weer leven, het oude wordt weer nieuw.

3. Het derde thema dat ik wil noemen is het belang van een heilig leven. Ook dit is een aspect waarvan Packer vindt dat de puriteinen ons daarin tot voorbeeld zijn. Zij streefden in alle opzichten naar een heilig leven. Tegenwoordig zijn westerse christenen vooral bezig hun eigen behoeften te bevredigen. "Het is een feit dat de belangstelling van christenen voor het najagen van heiligheid verlegd is naar plezier en bevrediging, naar egoïsme en technieken die onmiddellijk succes tot gevolg hebben en naar algemene dingen die geen beroep doen op iemands persoonlijke moraliteit. Dat is, naar mijn overtuiging, een droevig en schandelijk feit, waaraan een halt moet worden toegeroepen."26

Juist dit is iets waar veel christenen een blinde vlek hebben door het gebrek aan goed bijbels onderwijs en de invloed van de westerse cultuur. "Zo kunnen ook christenen nu van zichzelf denken dat ze sterk en gezond zijn en een heilig leven leiden, terwijl ze in werkelijkheid zwak, ziek en zondig zijn, op een manier die niet alleen door hun hemelse Vader wordt opgemerkt, maar ook door hun medegelovigen. Door hoogmoed en zelfvoldaanheid zien we dat zelf echter niet in. We houden er niet van dat ons gezegd wordt dat we uitglijden; we denken dat we stevig staan en houden onszelf op de been, en zoals te verwachten is, vallen we dan juist."27 We denken dat we God zoeken en dat we naar zijn wil leven. We beseffen echter niet dat we met ons materialisme en gericht zijn op onze eigen behoeften Zijn claim op ons leven voor een groot deel naast ons neer leggen. Als we als christenen willen dat ons leven en ons spreken een krachtig getuigenis vormen, ook naar ongelovigen, dan zullen we ons meer moeten toeleggen op een heilig leven. Packer haalt de Schotse prediker McCheyne aan: "De grootste behoefte van mijn gemeente is mijn persoonlijke heiligheid"28 Het was volgens mij ook deze predikant die gezegd heeft: "Een predikant met een heilig leven is een geducht wapen in de hand van God."

Het is typerend voor Packer dat hij zijn visie op heiliging breed uiteenzet en op heel ons leven betrekt. Hij weet verschillende aspecten die nogal eens tegen elkaar uitgespeeld worden op een evenwichtige manier naast elkaar te laten staan. Heiliging omvat heel ons leven. Het heeft niet alleen te maken met onze relatie met God, maar net zo goed met onze relaties met anderen. Packer wijst op drie aspecten die in balans moeten zijn: het dogma (de leer), de ervaring en de praktijk. Maar al te vaak zijn christenen hierin uit balans. Ze hameren op de leer, maar hun leven is niet christelijk. Of ze rennen zich het vuur uit de sloffen om de wereld te veranderen, maar om de leer geven ze niet. De leer, de ervaring en de praktijk vormen een soort ‘schijf van drie'. Alleen als we ze alledrie een plek geven in ons leven, kunnen we gezonde christenen zijn.

Packer legt er veel nadruk op dat een heilig leven niet vanzelf komt. Hij wijst op enkele thema's die essentieel zijn voor een heilig leven, maar die niet populair zijn onder christenen. In Jagen naar heiliging wijdt hij een hoofdstuk aan het belang van de bekering als levenslang proces. Bekering betekent groeien in de diepte door berouw over onze zonden en het veranderen van ons leven. Dat gaat niet gemakkelijk. We ontdekken steeds meer dat het egoïsme tot in onze botten aanwezig is, dat ons karakter zondige patronen heeft die zich slecht laten verbeteren en dat we er een hekel hebben aan om echt moreel zuiver te leven. Het is nodig dat we ons leven lang ons op God richten en steeds meer van Hem willen leren kennen. We moeten ons leven lang strijden tegen verleidingen en zondige gewoonten. Het is nodig dat we ons leven lang Gods Woord overdenken en het op ons leven toepassen. Ons leven lang moeten we zien op Jezus, het grote voorbeeld van een heilig leven.

Een ander onderwerp dat Packer noemt is volharding. Het Nieuwe Testament legt grote nadruk op het belang van beproevingen en lijden voor het christelijke leven. In onze cultuur worden deze twee zaken angstvallig vermeden. Ook de christenen zijn hierdoor beïnvloed. "In vergelijking met alle christenen die voor ons leefden, hebben we nog maar weinig besef van de realiteit, de doordringendheid, de schande en de schuld van de zonde. We koesteren de verbijsterende illusie dat we recht hebben om van God gezondheid, voorspoed, gemak, een opwindend leven en seksuele voldoening te verwachten. We zijn ons er helaas niet meer van bewust dat het lijden van de christen een integraal onderdeel van bijbelse heiliging is en dat dit tot het leven van de gelovige behoort."29

4. Het vierde puriteinse thema dat ik in Packers werk signaleer heeft te maken met de professionele beoefening van de theologie. Hierboven is uiteengezet dat wat gelovigen over God weten hun leven moet veranderen. Volgens Packer geldt dit net zo goed voor de beoefenaars van de theologische wetenschap. Theologie is geen rationele exercitie, maar een gepassioneerd bezig zijn met het leren kennen van de levende God, die zich in Zijn Woord aan ons laat kennen. Maar al te vaak gaat het hier mis. Hoogleraren in de theologie zijn sceptisch over het kennen van God. Studenten worden volgestopt met theologische kennis, maar hun geestelijk leven kwijnt weg.

Packer heeft dit thema aan de orde gesteld in zijn inaugurele rede als Sangwoo Youtong Chee Professor30 aan Regent College. De rede heeft als titel ‘Introduction to systematic Spirituality'.31 Packer wil de christelijke spiritualiteit en de systematische theologie nauw op elkaar betrekken. "Ik wil dat onze systematische theologie wordt beoefend als een element in onze spiritualiteit en ik wil dat onze spiritualiteit gezien wordt als een gevolg en uitdrukking van onze systematische theologie."32 Voor Packer is theologie doxologie (lofprijzing). Hij onderstreepte dit bij zijn eigen colleges aan Regent College. Hij begon altijd met de uitnodiging aan de studenten om de doxologie met hem mee te zingen:

Praise God, from whom all blessings flow,
Praise him, all creatures here below.
Praise him above, ye heavenly host,
Praise Father, Son and Holy Ghost.33

Packer durft wat dat betreft ook de hand in eigen boezem te steken. "Laten we eerlijk zijn voor onszelf: wij zijn misschien orthodoxe evangelicalen. Wij kunnen het evangelie duidelijk uitleggen en wij ruiken een dwaling op een kilometer afstand. Als iemand ons vraagt, hoe men God kan leren kennen, schudden wij onmiddellijk de juiste formule uit de mouw: dat wij God leren kennen door Jezus Christus de Heer, krachtens zijn kruis en voorspraak, op basis van zijn Woord van belofte, door de kracht van de Heilige Geest, via een persoonlijk geloofsleven. Toch zijn de kentekenen van degenen, die God hebben leren kennen, zoals blijdschap, goedheid, vrijheid in de geest, zeldzaam onder ons. Zeldzamer misschien dan in sommige andere groeperingen, waar - volgens ons - de ‘evangelische waarheid' minder duidelijk volledig bekend is."34 Voor theologen zijn deze opmerkingen van Packer bijzonder waardevol. Maar al te gemakkelijk voert de studie theologie iemand door een geestelijke woestijn. Het hoofd wordt volgestopt met kennis, maar het hart blijft onbevredigd.

Deze vier genoemde thema's springen wat mij betreft eruit, als het gaat om de inspiratie die Packer ontleent aan de puriteinen. Ik denk dat de kracht van Packer is dat hij de puriteinse visie op zijn eigen wijze zelfstandig heeft verwerkt. Dat verleent aan zijn werk frisheid en kracht. Packer is geen klagerige traditionalist die vindt dat alles weer moet gaan als vroeger. De passie van Packer is om christenen terug te roepen naar de geestelijke bezieling van de puriteinen. Als geen ander heeft hij geanalyseerd en doorgegeven wat deze geestelijke reuzen bewoog en dreef. We kunnen van hem leren hoe we de geestelijke rijkdommen uit het verleden vruchtbaar kunnen maken voor het heden.

4. De betekenis van Packer voor kerkelijk Nederland

In de geest van Packer wil ik nog een stap dichter bij onszelf komen. Wat kan kerkelijk Nederland leren van de wijze waarop Packer het gedachtegoed van de puriteinen vruchtbaar wil maken voor het heden? Packer zelf noemt drie groepen mensen die de puriteinen in het bijzonder nodig hebben. Het zijn drie groepen mensen voor wie ook het onderwijs van Packer nodig is. Ik noem ze hieronder en geef aan wat zij van Packer (en met hem van de puriteinen) kunnen leren:35 De beschrijving is soms nogal stereotiep. Dat helpt om de probleempunten wat scherper naar voren te laten komen.

1. Als eerste zijn er de rusteloze ervaringszoekers. Zij zijn een bekend soort binnen evangelische kringen, maar ook onder reformatorischen zijn ze te vinden. Ze zijn in voor elke nieuwigheid en altijd op zoek naar een ‘kick'. Sterke gevoelens zijn voor hen veel belangrijker dan diepe gedachten. Het christelijke leven is voor hen meer een leven van opwindende ervaringen dan van vastberaden op je doel afgaan. De bijbelse deugd van volharding staat niet bovenaan hun prioriteitenlijstje. Christen-zijn moet opwindend zijn en aantrekkelijk. Zwakheid mocht dan misschien voor Paulus belangrijk zijn, deze christenen hebben het liever over kracht. Ze hebben daarin de wind van onze cultuur mee.

Volgens mij is dit een duidelijke trend in de evangelische wereld van de laatste tientallen jaren. Het accent van veel opwekkingsliederen ligt sterk op de ervaring, vooral de positieve ervaring. Als zulke gelovigen te maken krijgen met beproevingen en lijden, zijn ze snel uit het lood geslagen. Ze dachten dat ze dat van God niet hoefden te verwachten.

De rusteloze ervaringzoekers kunnen van Packer de puriteinse rijpheid leren. God is er niet om ons een fantastische egotrip in een christelijk jasje te bezorgen. Volharding en een karakter dat op Jezus lijkt zijn veel belangrijker dan opwindende ervaringen. De ervaring die deze christenen nodig hebben is die van nederigheid en ootmoed. Ze moeten de waarheid van God dieper in zich laten doordringen, zodat hun beeld van God veranderd en hun karakter vernieuwd wordt door de Heilige Geest.

Ik moet denken aan een zendingswerker die ik eens sprak. Hij was vol vertrouwen op God aan zijn werk begonnen. Had God hem niet geroepen om voor Hem aan het werk te gaan? De eerste jaren waren echter vol tegenslag. Alles ging mis en zijn werk leek geen enkele vrucht te dragen. Hij raakte hierdoor in een diepe geloofscrisis. Was God nog wel te vertrouwen? Wat moest hij denken van een God die hem voor niets op pad stuurde? Wat hem weer uit de put hielp, was het lezen van God leren kennen van Packer. Van Packer leerde hij dat Gods gedachten hoger zijn dan onze gedachten. God heeft zijn eigen plan. Wij moeten Hem vertrouwend en volhardend volgen. Daarna heeft de betreffende zendeling nog jaren met vrucht gewerkt.

2. Als tweede zijn er de verschanste intellectuelen. Zij zijn strenge, kritische en op discussie beluste christenen. Ze zijn de kampioenen van Gods waarheid, voor wie de juiste leer alles betekent. Voor hen is het het belangrijkst om hun eigen interpretatie van de waarheid hoog te houden en te verdedigen. Ze kunnen dat tot hun levensdoel maken, zonder zich te bekommeren om hun relatie met God en met andere mensen. In reformatorische kringen verkeren nogal wat verschanste intellectuelen. Zij wijzen er bij voorkeur op hoe de puriteinen hun leven hebben overgehad voor hun overtuiging. Maar ook hier raken de uitersten elkaar. Met verbazing zie ik soms hoe sommigen in evangelische kringen hun eigen heilige koe hebben waarvoor alles en iedereen moet wijken: Israël, de bedelingenleer, gebedsgenezing, tongentaal en vult u het verder maar in. Vaak krijgen arrogantie, hoogmoed en trots alle kans om als een wolf in schaapskleren verdeeldheid te zaaien in de kudde van Christus.

Opnieuw is hier niet het probleem dat deze mensen niet gericht zijn op Gods waarheid, maar dat zij uit balans zijn. Van Packer kunnen zij leren dat ware godsdienst zowel een zaak is van het hoofd als van het hart. Kennis van begrippen is dodelijk als we niet de werkelijkheid kennen waarnaar de begrippen verwijzen. Deze christenen hebben dringend bekering nodig om geestelijk in balans te komen. Packer is er duidelijk over: "Het is niet vroom, maar juist schandalig om onrust te stoken en verdeeldheid te zaaien binnen de kerk. ... De grote puriteinen waren nederig van geest, warm van hart en tegelijk helder van verstand. ... Zij zouden de verkrampte christelijke intellectuelen van vandaag ongetwijfeld geestelijk achtergebleven vinden, niet vanwege hun gebrek aan ijver en het formuleren van dergelijke redeneringen, maar vanwege hun gebrek aan ijver voor al het andere."36

3. Als derde zijn er de teleurgestelde afvalligen. Het zijn de slachtoffers en uitvallers van de ingezonken westerse kerk. Voor hen heeft de kerk afgedaan. Ze voelen zich in de steek gelaten. Sommigen gaan weg om intellectuele redenen. Ze hebben in de kerk geleerd hun verstand te onderdrukken. Anderen hebben voorgespiegeld gekregen dat een leven met God probleemloos zou zijn en dat ze altijd op gezondheid en voorspoed konden rekenen. Ik denk dat de evangelische kerken veel van dergelijke teleurgestelde afvalligen kennen. In reformatorische kerken haken veel jongeren af omdat ze nooit meer van de godsdienst hebben gezien dan wat regels die steeds meer gaan knellen. Waarom zou je naar de kerk gaan als de godsdienst niet meer is dan een sociale code?

Van Packer kunnen deze slachtoffers leren dat het ware christendom anders is dan de karikatuur die we vaak in de kerken tegenkomen. Packer vertelt ons over het mysterie van God. We kunnen Hem niet in onze vingers krijgen en helemaal in onze begrippen uitleggen. Maar tegelijk is hij een God van liefde, een God die bevrijdt en vergeeft. De God van de Bijbel is een God die redt. Hij brengt ons weer tot onze bestemming, Hij maakt van ons weer echte mensen die God en hun naaste liefhebben.

Maar ook de kerk moet Packers onderwijs ter harte nemen, anders zal de stroom van teleurgestelde afvalligen alleen maar groter worden. Ook de kerk in Nederland heeft het nodig dat er weer oog komt voor de heiligheid en soevereiniteit van God. Leer en leven moeten weer in balans gebracht worden. De ‘leer en de Heer' moeten beide de plaats krijgen die hen toekomt. Ik ben bang dat de remedie voor de ingezonkenheid van de kerk te vaak in uiterlijke zaken wordt gezocht. De ene hype volgt na de andere, maar de kerk verandert er niet wezenlijk door. Van Packer en de puriteinen kunnen we leren dat vernieuwing van de kerk begint bij levens van christenen die vernieuwd worden door de kracht van het Evangelie.

Tenslotte wijs ik erop dat het werk van Packer een brug vormt over de kloof tussen evangelische en reformatorische christenen. Het is opvallend dat deze kloof in Nederland veel uitgesprokener is dan in de Angelsaksische wereld. Volgens mij heeft dat alles te maken met de puriteinen en de opwekkingsbewegingen die na hen gekomen zijn. De boeken van Packer bieden herkenning voor zowel reformatorische als evangelische christenen. Hij biedt de diepgang en het evenwicht waaraan beide stromingen in deze tijd zo dringend behoefte aan hebben. Daarbij is Packer er altijd op gericht om het goede in andere christenen te waarderen, zonder voorbij te gaan aan hun gebreken. Ook dat hebben reformatorische en evangelische christenen nodig, wil de scheiding tussen beide overbrugd kunnen worden. Bij Packer komen de kracht van zowel de evangelische als de reformatorische traditie samen. Hij wijst ons een weg aan hoe we God kunnen kennen, eren en dienen op een manier die ons leven echt verandert. Als dat het geval is, zal de kerk ook veranderen en kan het niet anders, of dat zal invloed hebben op de wereld om ons heen. Wie oren heeft om te horen...

Literatuur

Packer heeft veel boeken geschreven, waarvan er verschillende in het Nederlands zijn vertaald. Ik noem hieronder alle in het Nederlands verschenen boeken van Packer, op volgorde van het jaar van verschijnen in het Engels.

Fundamentalisme en het Woord van God, Apeldoorn (Novapres) 2002.
Vertaling van Fundamentalism and the Word of God (1958). Geschreven als verdediging van de inspiratie en het gezag van de Bijbel. Eerste boek van Packer.

Evangelisatie en de soevereiniteit van God, Apeldoorn (Novapres) 1995.
Vertaling van Evangelism and the Sovereignty of God (1961). Behandelt de verhouding tussen Gods soevereiniteit en de verantwoordelijkheid van de mens, toegespitst op evangelisatie.

God leren kennen, Apeldoorn (Novapres) 1995.
Vertaling van Knowing God (1973). Gaat in op wie God is en wat zijn eigenschappen zijn. Meest verkochte boek van Packer (meer dan 1 miljoen exemplaren wereldwijd). Goed boek om mee te beginnen.

Groeien in Christus, Apeldoorn (Novapres) 1995.
Vertaling van Growing in Christ (1977). Behandelt verschillende onderdelen van de geloofsleer.

Wandelen door de Geest, Apeldoorn (Novapres) 1996.
Vertaling van Keep in Step with the Spirit (1984). Gaat in op het werk van de Heilige Geest en de heiliging, met uitgebreide aandacht voor de charismatische beweging.

Oppervlakkigheid troef? Indringende vragen aan christenen van deze tijd, Apeldoorn (Novapres) 1995.
Vertaling van Hot Tub Religion (1987). Zoals de titel aangeeft, bespreekt Packer de oppervlakkigheid van het westerse christendom en geeft aan wat christenen daaraan moeten doen.

Geen zee te hoog. De actualiteit van het puriteinse ideaal, Heerenveen (Barnabas) 1997.
Vertaling van een deel van Among God's Giants. The Puritan vision of the Christian Life (1991). Verzameling artikelen die Packer geschreven heeft over de puriteinen.

Jagen naar heiliging, Heerenveen (Barnabas) 1996.
Vertaling van Rediscovering Holiness (1992). Gaat in op belang van heiliging en wat heiliging inhoudt.

Opbouwend leiderschap: wijsheid uit het boek Nehemia, Heerenveen (Barnabas) 1997. Vertaling van A Passion for Faithfulness (1995). Bespreking van het boek Nehemia, toegespitst op christelijk leiderschap.

De Engelse biografie van Packer To know and to serve God van Alister McGrath is in het Nederlands verschenen als De laatste der puriteinen, Zoetermeer (Boekencentrum) 2000. Het lezen van deze biografie is een uitstekende mogelijkheid om Packer beter te leren kennen. In de biografie staan ook een overzicht van de boeken en artikelen die Packer geschreven heeft. Wie Packer echt wil leren kennen en niet terugschrikt voor het Engels kan uitstekend terecht in de Collected Shorter Writings van Packer, uitgegeven door Paternoster Press. Deze vier delen bevatten een selectie uit de vele artikelen die Packer geschreven heeft over een breed scala aan onderwerpen.


 1. Packers leven is beschreven door Alister Mc Grath in De laatste der puriteinen. Een korte biografie van de hand van Christopher Catherwood is te vinden achterin de Nederlandse editie van Wandelen door de Geest.
 2. Wandelen door de Geest, 289.
 3. McGrath, De laatste der puriteinen, 26-27.
 4. Packer schrijft hier over zichzelf in de derde persoon. Hij heeft zijn ervaring uitgebreid beschreven in een voorwoord op het boek Holiness van J.C. Ryle (Welwyn Garden City, Evangelical Press 1979, pag. vii-xii). Een uitgebreid citaat hieruit is te vinden in Packer, Wandelen door de Geest, 152-153.
 5. In 1970 is de conferentie zonder Packer verder gegaan onder de naam ‘Westminster Conference'. De conferentie wordt nog steeds jaarlijks gehouden in december.
 6. In Amerika is het boek verschenen onder de titel A Quest for Godliness. Een aantal artikelen is in het Nederlands verschenen als Geen zee te hoog. De actualiteit van het puriteinse ideaal, Heerenveen 1997.
 7. Ook Martyn Lloyd Jones en het werk van de uitgeverij Banner of Truth hebben hieraan een belangrijke bijdrage geleverd.
 8. Packer, Among God's Giants, 23-40 en Geen zee te hoog, 19-36.
 9. Packer, Geen zee te hoog, 20.
 10. Packer, Geen zee te hoog, 22.
 11. Packer, Geen zee te hoog, 22.
 12. Packer, Geen zee te hoog, 23.
 13. Packer, Geen zee te hoog, 25
 14. Packer, Geen zee te hoog, 26
 15. The Existence and Attributes of God.
 16. Packer, God leren kennen, 8.
 17. Uitgegeven door The Banner of Truth in 1958 en nog steeds verkrijgbaar. De inleiding is ook opgenomen in Among God's Giants onder de titel ‘Saved by his Precious Blood'.
 18. Packer, Among God's Giants, 164.
 19. Verkeerd denken van God gaat altijd gepaard met verkeerd denken over de mens. Calvijn heeft dit verwoord in zijn klassieke inzet van de Institutie: kennis van God gaat altijd gepaard met kennis van onszelf. Om te zien wie God is, moeten we tegelijk beseffen wie we zelf zijn.
 20. Packer, Evangelisatie en de soevereiniteit van God, 118-119.
 21. Packer, Geen zee te hoog, 110.
 22. McGrath, De laatste der puriteinen, 286.
 23. Packer, Wandelen door de Geest, 11.
 24. Packer, God leren kennen, 24-28.
 25. Packer, God leren kennen, 20.
 26. Packer, Jagen naar heiliging, 5.
 27. Packer, Jagen naar heiliging, 33-34.
 28. Packer, Jagen naar heiliging, 27.
 29. Packer, Jagen naar heiliging, 198-199.
 30. De leerstoel is genoemd naar degene die hem gefinancierd heeft, wat in Amerika niet ongebruikelijk is.
 31. De rede is opgenomen in het tweede deel van de Collected Shorter Writings van Packer.
 32. Packer, Collected Shorter Writings, deel 2, 314.
 33. McGrath, De laatste der puriteinen, 256-257.
 34. Packer, God leren kennen, 23.
 35. In Geen zee te hoog, blz. 30-36.
 36. Packer, Geen zee te hoog, 33.

© 2005 George Whitefield Stichting.