Door Richard Owen Roberts

De auteur is directeur van International Awakening Ministries in Wheaton, Illinois, Verenigde Staten. Roberts is tevens hoofdredacteur van Revival Commentary en auteur van diverse boeken over opwekking. Internationaal staat Roberts bekend als een autoriteit op het gebied van de grote opwekkingen en de puriteinen.


Berouw moet altijd beginnen in het huis van God, de gemeente van Jezus Christus. En het lijdt geen twijfel dat dit het beste kan beginnen bij hen die preken. Laten we enkele verkeerde manieren van preken die opwekking in de weg staan, eens onder de loupe nemen.


Prediking waarin de mens centraal staat


Van nature houden wij allemaal meer van onszelf dan van God. Dat zit diep bij ons allen ingebakken. Van nature houden we meer van zonde dan van gerechtigheid. Echte evangelieprediking brengt de zondigheid van deze gerichtheid op onszelf aan het licht en roept de toehoorders op tot radicale bekering. Alleen door een authentieke christe­lijke bekering kan een diepgaande verandering van hart en leven plaatsvinden. Alleen zo'n bekering stelt iemand in staat de grote geboden van Christus te onderhouden: God liefhebben met je gehele hart, je gehele ziel, met heel je verstand en al je kracht, en je naaste als jezelf (Marc. 12:29-31). Het type prediking waarin de mens centraal staat kan niet resulteren in een radicale bekering. Tragisch genoeg wordt het soort prediking dat je tegenwoordig in veel kerken hoort maar al te vaak gekenmerkt door toegeven aan behoeften die gemakkelijk in het oog springen - behoeften die gewoonlijk zeer sterk verschillen van de wérkelijke noden. Om een voorbeeld te geven: veel mensen die als het ware schreeuwen om aanvaarding hebben in werkelijkheid bekering nodig. En massa's mensen die naar de kerk komen om troost en bemoediging, hebben juist dringend het tegenovergestelde nodig: ze moeten wakker geschud worden uit hun dodelijke sluimerslaap. In een tijd waarin hele volksstammen overlopen van eigen­liefde, versterkt een mensgericht preken diezelfde mens alleen maar in zijn verloren zijn. Het leven mag dan een religieus tintje krijgen en er kan zelfs sprake zijn van een op bewijsteksten gebaseerde geloofs­zekerheid waar men zich tevergeefs aan vastklampt, maar wie die dit soort preken hoort komt niet tot de reddende gemeenschap met Jezus Christus. Iedere predikant loopt het gevaar zijn mensen te vertellen wat ze graag willen horen. Allerlei motieven kunnen hier een rol spelen: meer salaris, meer waardering en gemakkelijker omstandigheden. Wanneer een predikant geroepen is door mensen, zal hij zo verstandig zijn degenen die hem riepen te geven wat ze willen. Maar wat als de predikant door God geroepen is? Hoe zou hij minder durven brengen dan héél de waarheid van God? Iedere echte opwekking bewerkt een terugkeer van mensen tot God. Dus elke manier van preken waarin God niet werkelijk centraal staat - die de God van de Bijbel niet boven alles verheft en verheer­lijkt - zal een onmiskenbare belemmering voor opwekking blijken te zijn. Moge God ieder van ons bevrijden van een dergelijke belemmering.


Verlegen predikers


Waar zijn ze gebleven? De onverschrokken predikanten wier vurige aanklachten tegen de zonde en ernstige waarschuwingen tegen het dreigende oordeel vat op de natie plachten te hebben? Is onze cultuur soms te hoog ontwikkeld om nog geraakt te worden door de profeten van God of zijn de mensen die denken dat ze door God geroepen zijn te verlegen om de mensen Gods waarheid nog voor te houden? Ik herinner me een oud liedje van de zondagsschool: "Durf een Daniël te zijn, durf alleen te staan. Durf een duidelijk doel te hebben. Kom er maar voor uit." Durft u een Daniël te zijn? Bent u bereid om onbevreesd uw persoonlijke leeuwekuil onder ogen te zien? Blijft u moedig op uw standpunt staan, zelfs al staat u helemaal alleen? Hebt u uw doelen duidelijk? Weet iedereen die u kent waar u, zonder aarzeling of compromis, voor staat? Durft u degenen te weerstaan die hun horloge in de gaten houden, het type dat een korte eredienst veel belangrijker vindt dan de voortgang van het Koninkrijk van Christus? Durft u zich op te stellen tegenover de niet-wedergeboren leiders in uw kerk en hen op te roepen tot bekering en geloof, zelfs als zij uw vertrek beramen? Durft u vol te houden dat de rijken en welgestelden dezelfde weg van overgave en toewijding aan Jezus Christus moeten gaan als de armen en minder bedeelden? Durft u uw gemeente aan te spreken op hun favoriete zonden, of is uw manier van preken modieus en acceptabel voor de Chris­tus-haters in uw kerk die zich niet wensen te bekeren? Durft u voor het oog van de toekijkende wereld een leven van goddelijke eenvoud en openlijke heiligheid te leven? Kenmerkt de durf van Daniël uw dagelijkse omgang met God? Kenmerkt de moed van Christus uw christelijke wandel? Geeft de onbevreesde hartstocht van een Petrus na de Pinksterdag kracht aan uw prediking? Christenen zonder moed vormen een vreemde en ziekelijke innerlijke tegenstrijdigheid (contradictio in terminis). Ze vormen zo een voortdurende belemmering voor opwekking.


Prediking die ‘vreemd vuur' oproept


In Leviticus 10 wordt het verontrustende verhaal verteld van Nadab en Abihu die ‘vreemd vuur' binnen brachten temidden van het werk van God. Dit incident vond plaats tijdens de instelling van het Aäronitisch priesterschap, toen er vuur uitging van de Heere dat het brandoffer verteerde. Gedreven door trots en gebrek aan zelfbeheersing beledigden deze broers de Heer ernstig met hun ‘vreemde vuur'. Resultaat was dat zij zelf werden verteerd door een vuur dat uit dezelfde bron kwam als het vuur dat het offer had ver­teerd. ‘Vreemd vuur' staat voor alle daden en activiteiten van dienaren van God, welke voortkomen uit het eigen trotse hart en uit een ongedisciplineerde geest. Werkelijk aanbidden en dienen van God staat onder controle en autoriteit van God Zelf. Het is de Bijbel die sturing en leiding geeft aan het hele leven en aan al de verschillende wijzen waarop de gemeente de Heere dient. God heeft gesproken en mensen hebben niet de vrijheid zomaar hun eigen ideeën en werkwijzen te introduceren in Zijn werk. Echte dienaren van God besteden hun tijd en energie voorname­lijk aan het ontdekken en volgen van Gods verlangens zoals Hij die heeft geopenbaard in de Schrift. Trotse en ongediscipli­neerde mensen denken dat ze God een dienst bewijzen door nieuwe wegen en middelen te introduceren in het leven van de kerk. In de afgelopen jaren is er een haast ongelofelijke massa nieuwigheden verschenen op het kerkelijke erf. Veel van deze dingen zijn nu geaccepteerd alsof ze deel uitmaken van de door God gegeven openbaring. Maar laten we dit feit onder ogen zien! Iedere aanmatigende actie in de kerk en ieder ongedisciplineerd toevoegsel aan haar werkwijze dat geen grond heeft in de Schrift, is een belemmering voor opwekking. God zou zijn vuur kunnen zenden om deze mensen te verteren, maar hoeveel beter zou het voor hen zijn dat zij zich bekeerden en terugkeerden naar de Heer.


Prediking tot meerdere eer en glorie van de prediker


Sommige predikanten zijn meer gecharmeerd van hun eigen welsprekendheid dan van goddelijke waarheid, meer van een perfec­te preekschets dan van het welzijn van hun toehoorders. Wat een tragedie dat de prediking, die nota bene door God is gekozen als een instru­ment tot redding, één van de grootste belemmeringen zou blijken te zijn! Zowel voor de voortgang van het Evangelie in gewone tijden als voor opwekking in tijden van grote afvalligheid. Natuurlijk zijn zorgvuldig gekozen woorden mooi - de zaligsprekingen in Mattheüs 5 zijn hier een heel goed voor­beeld van, evenals hoofdstuk 13 van I Corinthiërs over de liefde - maar schoonheid wordt een gedrocht wanneer haar doel is indruk te maken in plaats van God te verheerlij­ken. Mag ik u die preekt een vraag stellen? Is de manier waarop u zich op de prediking voorbereidt en uw prediking zélf een belemmering voor opwekking? Wat krijgt meer aandacht van u: het verfraaien van uw woorden en zinnen of het gebed dat de Heilige Geest er zijn kracht aan zal verlenen? Waar bent u meer op gericht: de mensen plezier en uzelf als predikant lof te bezorgen of de mensen die nog geen berouw kennen tot tranen van berouw en bekering te brengen? Waar verlangt u diep in uw hart naar: naar het strelende besef dat uw preek bijzonder geslaagd was of naar de vreugde wanneer u ziet dat mensen radicaal zijn aangeraakt door de waarheid van God?


Preken zonder ruggegraat


Er is door de kerk van vandaag een ziekelijke golf van onwetendheid ten opzichte van de Bijbel gegaan. De stormwind die debet is aan deze golf, is grotendeels veroorzaakt door predikanten die het spoor grotendeels bijster zijn. Dit type predikant kijkt neer op het soort prediking dat aandacht schenkt aan de bijbelse leer of, zo u wilt, dogmatiek. Van hun onheilige lippen vernemen we goddeloos gebazel als: "Preek geen leerstellingen! Dat brengt verdeeldheid!" Natuurlijk brengt dat verdeeldheid, dat is juist de bedoeling! Het is nooit Gods bedoeling geweest meer bokken dan schapen in zijn kudde te hebben! En juist dat is gebeurd in talloze kerken. Natuurlijk geeft de Bijbel duidelijk aan dat er tussen het koren ook wat onkruid zal zijn en dat er zich in de kudde schapen wel wat bokken zullen schuilhouden. Maar deze bijbelse voorstelling van zaken spoort niet met de situatie die we tegenwoordig in veel kerken aantreffen. Integendeel, er is veel meer onkruid dan graan en er lijken meer bokken te zijn dan schapen. Het directe gevolg van het soort preken waarin nauwelijks enige serieuze aandacht wordt gegeven aan bijbelse leer, is dat er miljoenen mensen in de kerk zitten die geloven dat ze chris­ten zijn als gevolg van iets dat ze zelf gedaan hebben. Hun bewering dat ze gelovig zijn, zou in verstandiger tijden aan de kaak zijn gesteld als niet meer dan een verstandelijk instemmen met wat geloofswaarheden. Een predikant die zó van Gods genade vervreemd is dat hij niet bereid is om te preken over de soevereiniteit van God, de verdorvenheid van de mens, de wraak van de Almachtige en de eeuwige veroordeling van de ongelovige, moet zich schamen. En hetzelfde moet gezegd worden van voorgangers die niet bereid zijn te spreken over de verzoening van Christus, de noodzaak van wedergeboorte en bekering, de rechtvaardiging van zondaren door echt geloof en alle andere leerstellingen in Gods Woord die ons tot bezinning kunnen brengen en die ons overtuigen van zonde.


Prediking die ofwel irrelevant is of praktisch niets uitwerkt


Sommige preken die vijftig jaar geleden nog wel enig nut gehad zouden hebben, zeggen de mensen tegenwoordig helemaal niets meer omdat ze beluisterd worden door een generatie heidenen die niets afweten van de meest elementaire bijbelse waarheden. Vijftig jaar terug sprak je nog voor een gehoor dat bekend was met de grote lijnen van de Bijbel. Die tijd ligt achter ons. Wat een vreemd verschijnsel is het eigenlijk, wanneer een predikant er prat op gaat dat zijn preken een halve eeuw lang niet veranderd zijn. Want intussen is de maatschappij om hem heen ingrijpend veran­derd. Mijn manier van preken is enorm veranderd. Toen ik begon met preken, wisten de mensen nog dat er een God is, Die groot en machtig genoeg is om hen geschapen te hebben. Een God die het gezag heeft hun leven te leiden en hun toekomst te bepalen. Tegenwoordig weten velen die beweren dat ze in God geloven, bijna niets van de God van de Bijbel en ze aanbidden en dienen vaak een god die niet uitkomt boven de maat van hun eigen verbeelding. Wanneer we zendelingen naar heidense landen sturen, ver­wachten we niet dat zij hun verkondiging aan de mensen daar beginnen met verklaringen over genade en vergeving. We verwachten van ze dat ze bij het begin beginnen, dat ze hun toehoor­ders bekend gaan maken met de God van de Bijbel. De meest effectieve zendelingen zijn inderdaad maandenlang bezig de waarheid van God en zijn recht op autoriteit over hun leven uiteen te zetten, voordat ze beginnen te spreken over de verlossing. Er ontstaat een enorme hindernis voor opwekking wanneer de parels voor de zwijnen gegooid worden. Jezus leerde ons dat "zij die gezond zijn geen geneesheer nodig hebben, maar zij die ziek zijn" (Matth. 9:12). De generaties die ons voorgingen preekten de Wet zodat mensen werkelijk gingen beseffen dat ze ziek waren, lang voordat ze begonnen te preken over de genade die genezing brengt. Genade preken aan mensen die nog nooit de prikkeling van de Wet gevoeld hebben, walst keihard heen over de wijze waarop God verkiest te werken. Waarheden verkondigen die de toehoorders toch niet kunnen waarderen of aanvaarden, vormt altijd een belemmering voor een opwekking.


Preken zonder gezag


Hoe is het mogelijk dat iemand die met ook maar enige aandacht leest over het leven van Jezus, niet het gezag opmerkt waarmee Hij zijn bediening uitoefende? Mattheüs, Marcus en Lucas, alle drie maken ze hier gewag van. Dit zelfde kenmerkende gezag treffen we overduidelijk aan in de brieven van de apostelen en het boek Handelingen. Is dat gezag een speciale gave voor Christus Jezus en de apostelen uit de eerste eeuw? Hoeven we dit tegenwoordig niet meer te verwach­ten? Natuurlijk wel! Ook nu zijn er mannen van gezag, net als in alle voorgaande generaties; maar hoe komt het dan dat sommi­gen met indrukwekkende autoriteit spreken, terwijl het spreken van anderen niets lijkt uit te werken? Kan een man die door zichzelf geroepen is met dezelfde autoriteit preken als een predikant die door God geroepen is? Kan een man wiens vertrouwen in de Heilige Schrift is aange­tast door persoonlijke twijfel, met het gezag spreken van iemand wiens hele hart, ziel en verstand beheerst worden door de overtuiging dat de Bijbel absoluut het onfeilbare Woord van God is? Kan een man die door zijn eigen geweten veroordeeld wordt vanwege een of andere geheime zonde in zijn leven, met dezelfde autoriteit preken als iemand die niet door het eigen geweten wordt veroordeeld (1 Joh. 3:21-22)? We moeten allemaal het feit onder ogen zien dat er nu eenmaal mensen als voorganger werkzaam zijn terwijl ze zichzelf geroepen hebben. Het kunnen goede mensen zijn met goede bedoelingen. Toch zijn ze gedoemd een andere kwaliteit van werk te verrichten dan mensen die door God geroepen zijn. Niemand die naar hen luistert, zou zich dienen te verbazen over het gebrek aan gezag dat hun bedieningen kenmerkt. Hoewel ik met heel mijn hart geloof dat je voor een bediening moet studeren, weet ik tegelijk heel goed dat velen het beetje vertrouwen dat ze nog hadden in de Bijbel zijn kwijtge­raakt tijdens hun jaren van verplichte studie en voorbereiding. Ik zal nooit de negatieve uitwerking hiervan in mijn eigen studentenjaren vergeten. Mijn geloof in het geschreven Woord van God werd bijna compleet vernietigd. Ik heb het louter aan het voorzienige en genadige ingrijpen van God Zelf te danken dat ik gespaard gebleven ben voor de voortdu­rende twijfels en onzekerheden waardoor velen die tegenwoordig op een preekstoel staan, worden geplaagd. Ik weet dat sommigen de zaken graag anders voorstellen. Maar ik zou de lieden die in het ambt staan en wier leven bedorven wordt door niet overwonnen lusten en voortdurende zonden niet graag de kost geven. Het is volstrekt onmogelijk dat iemand die Gods gebod "Wees heilig want Ik ben heilig" (1 Petr. 1:16) verwerpt, met goddelijk gezag zou kunnen preken. Overal om ons heen zien we de voorbeelden van scheefgegroeide kerken en slappe christenen die lijden onder de bediening van dit soort leiders. De belangrijkste zaken waarmee sterfelijke mensen ooit geconfronteerd kunnen worden, zijn zaken van leven en dood, hoop en vernietiging, van eeuwige verlossing en altijddurende veroordeling. Zó zien christelijke predikanten de dingen waarmee ze bezig zijn. Desondanks behan­delen ze deze heilige zaken vaak met nog minder enthousiasme en hartstocht dan waarmee aan de ketting gelegde gevangenen hun werk verrichten. In 2 Petrus 1 spreekt de apostel erover om ‘met betoon van alle ijver' aan het geloof morele uitmuntendheid toe te voegen, ofwel ‘morele kracht', ‘morele energie'. Geloof moet worden aangevuld met vurige toewijding. Wie een preek beluistert, heeft het recht ervan overtuigd te zijn dat de predikant moreel gezien meent wat hij zegt. Dat hij er met zijn hele hart zelf in gelooft, en dat wat hij te vertellen heeft van het grootst mogelijke belang is. Heeft de luisteraar redenen om te twijfelen aan de oprechtheid van de predikant, dan wordt hij onvermijdelijk versterkt in zijn twijfel aan de boodschap die gebracht wordt.


Preken zonder kracht


Veel gemeenten zijn er toe veroordeeld te moeten luisteren naar een krachteloze predikant, een man zonder zalving, iemand die nooit werkelijk onder invloed van de Heilige Geest lijkt te zijn gekomen. Een hoogst merkwaardig fenomeen: een dienstknecht van de levende God, Die een eeuwig vuur is, te zien zonder de zalving van de Heilige Geest. Hoe is zoiets mogelijk? Bij sommigen is het een kwestie van een theologische misvatting. In hun theologiseren hebben ze de mogelijkheid buitenge­sloten dat de Heilige Geest vandaag de dag nog met kracht over een dienstknecht van God kan komen. De mogelijkheid om bekleed worden met een bijzondere kracht van de Heilige Geest is in hun wat verwrongen denken op een of andere manier opgehouden aan het eind van de apostolische periode. Of men gaat ervan uit dat alle gelovigen al de kracht van de Heilige Geest die je maar kunt krijgen, ontvangen op het moment dat ze tot geloof komen. Arme gemeenten die een dergelijk soort prediking moeten aanhoren! Bij anderen zit het meer op praktische zaken vast - zij hebben het te druk om de kracht van de Heilige Geest voor hun bedie­ning te zoeken. De kracht van de Heilige Geest ontvang je niet zomaar even. Dit kost tijd. Het is onlosmakelijk verbonden met langdurige periodes van bidden en zoeken. Ware kracht van de Heilige Geest is niet iets dat je één keer ontvangt en dan nooit meer kwijt raakt. Het is iets dat je steeds opnieuw zoeken moet. Iets dat je nodig hebt voor iedere tak van christelijke arbeid. Wat een afschuwelijke tragedie, al die mensen die het te druk hebben om de kracht en zalving van de Heilige Geest te zoeken! Voor maar al te veel mensen ligt het probleem op het morele vlak. Zij zijn zó zondig dat deze diepe en genadige invloed van de Heilige Geest niet door hen heen kan werken. Job kwam in zijn tijd al tot de conclusie dat wie rein van handen is, toeneemt in kracht. Maar het is duidelijk dat het omgekeerde net zo waar is - onreine handen beroven iemand altijd van Gods kracht. Wat is het triest dat velen iedere week luisteren naar krachteloze mannen met vuile harten en handen!


Oppervlakkig genezen


In het boek Jeremia klaagt de Heere: "Want van klein tot groot zijn zij er allen op uit zich te bevoordelen; allen, van profeet tot priester, plegen zij bedrog. Zij trachten de breuk van mijn volk op het lichtst te genezen door te zeggen: Vrede, vrede, terwijl er geen vrede is" (6:13,14). Deze woorden zijn zeker van toepassing op vandaag en de toepassing ervan is volkomen duidelijk. Omdat ze erop uit zijn zichzelf te bevoordelen - of het nu gaat om zucht naar geld, verlangen naar macht, naar bijval, het verlangen om voor grote menigten te spreken en succes te genieten - plegen zeer velen, van profeet tot priester, bedrog: ze verklaren mensen die nog dodelijk ziek zijn gezond. Stelt zich de volgende situatie voor. Iemand ligt dood te gaan aan kanker, maar hij is tot nu toe te bang geweest om de hulp van artsen in te roepen. Eindelijk weten zijn familie en vrienden de persoon in kwestie over te halen. Er wordt een afspraak gemaakt en men gaat met de zieke naar de dokter. Omdat hij erg zwak is, moet hij uit de auto geholpen worden en ondersteund worden bij het lopen. Maar vlak voor de ingang zakt de zieke plotseling in elkaar. Hij valt in de rozenstruiken. De doornen halen hem open en dringen zijn armen, handen en gezicht binnen. Zodra de dokter de patiënt ziet, gaat hij direct driftig aan de slag. Hij maakt de wonden schoon en verbindt ze en stuurt de man naar huis met de verzekering dat alles goed zal komen. En dat terwijl al die tijd de kánker met haar vernietigende werk doorgaat, niet de rozestruiken. De meeste preken van tegenwoordig houden zich slechts bezig met oppervlakkig letsel. Er zijn in de kerken miljoenen mensen gezond verklaard terwijl ze zich nog steeds in de terminale fase bevinden vanwege de kanker van de zonde. Hoe denkt de almachtige Heere God over het genezende karakter van uw prediking? Is ze een belemmering voor opwekking in uw leven en kerk?


Prediking die helemaal geen prediking is maar louter onderwijs


Tragisch genoeg zijn veel lieden werkzaam als predikant terwijl ze het verschil niet kennen tussen onderwijzen en verkondigen. En toch zijn dat twee heel verschillende zaken. Die grote groep mensen die zichzelf beschouwen als predikers terwijl ze in feite leraars zijn, vormen een belangrijke hindernis voor opwekking. Kent u het verschil? Gedurende een aantal jaren kwam ik regelmatig over de vloer bij een toonaangevende theologische boekhandelaar in Engeland die ik beschouwde als een zeer bedaard persoon. Op een dag belde hij me op. Hij was van plan de Verenigde Staten te bezoeken en wilde graag wat dagen bij ons thuis doorbrengen. We vonden het erg fijn dat hij tijdens zijn rondreis door Amerika ook ons wilde bezoeken. De eerstvolgende keer dat ik hem in Engeland thuis bezocht, vroeg ik naar de indrukken van zijn eerste bezoek aan Amerika. Ik was verrast door de heftigheid van zijn antwoord. In zeer duidelijke bewoordingen verklaarde hij zeer teleurgesteld te zijn over het feit dat hij in Ameri­ka niet één prediker had gehoord. En dit ondanks het feit dat hij talloze kerken had bezocht in heel verschillende delen van de Verenigde Staten. Hoewel hij toegaf dat hij veel leraars had gehoord, hield hij onvermurwbaar vol dat hij niet één prediker had gehoord. Toen ik voorzichtig vroeg: "Wat is dan naar uw mening het verschil tussen onderwijzen en preken?", was ik verbaasd over zijn krachtige en nadrukkelijke antwoord. "Dit is niet slechts mijn persoonlijke opinie! Dit is iets wat zo vast staat als een huis! Onderwijzen is informatie geven! Prediken is mensen in beweging zetten! In Amerika heb ik allerlei soorten onderwijs gehoord, maar nergens werd ik in beweging gezet. Nergens kwam ik in beweging om te komen van waar ik ben naar waar ik zou moeten zijn!" Hebt u dit verschil begrepen? Over de hele wereld zijn er tienduizenden kerken waar u beter geïnformeerd kunt raken over een groot aantal verschillende zaken, zowel godsdienstige als andere. Maar nooit komt u er in beweging. U komt onder deze prediking niet waar u zijn moet. U komt onder deze prediking niet los uit de positie waarin u nu verkeert, terwijl dat wel zou moeten. Natuurlijk moet iedere preek ook informatie ver­schaffen, maar als het echte prediking is, zal het veel meer doen dan dat.


Prediking die geen respons of kunstmatige respons oproept


Predikanten dienen op hun hoede te zijn voor twee verkeerde uitersten. Enerzijds de fout om geen enkel appèl tot een reactie te doen. Anderzijds de naïeve veronderstelling dat een directe en openlijke reactie op een presentatie van een deel van Gods waarheid altijd resulteert in eeuwig behoud. Niet iedere in het openbaar geuite beslissing is een echte bekering. Veel preken hebben eigenlijk geen doel; áls er al iets is wat de toehoorders in reactie op de preek zouden moeten doen, dan hebben ze geen idee wát dat dan zou kunnen zijn. De vraag moet serieus gesteld worden of je dit in alle ernst nog wel preken kunt noemen. Ook al zou je dit preken zonder doel - met enige fantasie of om aardig te willen blijven - positief kunnen beoordelen, toch dienen we een gewichtig gegeven onder ogen te zien. Het soort prediking dat geen respons verwacht en mensen niet aanzet om op een juiste wijze te reageren, is beslist een belemmering voor een opwek­king. Maar deze belemmering is net zo groot wanneer men juist teveel ver­trouwt op reacties die in het openbaar gegeven worden. Dat de Heilige Geest krachtig genoeg is om iemand totaal en blijvend te veranderen tijdens een directe reactie op een deel van Gods verkondigde waarheid, staat niet ter discussie. Maar dit is echt niet de gangbare wijze waarop de Geest opereert. Toen Jezus het Evangelie verkondigde, was het overgrote deel van de bekeringen het resultaat van verscheidene jaren training in wat het betekent om een volgeling van Jezus te zijn. Er zijn maar weinig gevallen bekend van mensen die, na één maal in aanraking te zijn geweest met een klein stukje waarheid, voor eeuwig gered werden. Ik noem hier met nadruk ‘een klein stukje waarheid'. De meeste preken van tegenwoordig zijn zó kort en zó oppervlakkig dat bijna elke waarheid die overgebracht wordt wel incompleet moet zijn. Er zat zeker veel wijsheid in de werkwijze van rondreizende evangelisten in vroegere tijden. Zij preekten dagen of zelfs weken voordat zij ook maar opriepen tot een openlijke, voor iedereen zichtbare respons op het Evangelie. Wat bevordert in hoge mate het morele en geestelijke verval in onze tijd? Is het niet de negatieve invloed die uitgaat van de inconsequente levens van miljoenen belijdende christenen die nog nooit hebben meegemaakt hoe de Heilige Geest levens verandert? Nog meer mensen toevoegen aan die menigte door heel sterk de nadruk te leggen op een overhaaste openlijke respons op de evangelieverkondiging is een ernstig vergrijp tegen de Heiland. Dit is een probleem dat iedere predikant die door ware liefde wordt bewogen, direct kan corrigeren. Diegenen onder ons die preken, hoeven niet te gaan zoeken naar belemmeringen voor opwekking bij anderen, vóórdat we eerst de hindernissen die in ons eigen leven en bediening nog aanwezig zijn, hebben opgeruimd. Laten we ons gezamenlijk plechtig voornemen dat we die verande­ringen zullen doorvoeren die nodig zijn. Maar hoe is het gesteld met degenen die niet geroepen zijn om het Evangelie te prediken? Hebt u op een of andere manier bijgedragen aan deze belemmeringen voor het Evangelie? Zo ja, wilt u zich hier dan van bekeren? Wilt u uzelf plechtig beloven dat u zult bidden voor alle predi­kanten die u kent, dat zij deze hindernissen zullen kunnen overwin­nen? En voeg aan uw gebeden alle hulp en aanmoediging toe die u hen maar geven kunt. Met een dergelijke gezamenlijke inspanning, met Gods hulp, kunnen deze belemmeringen voor een opwekking uit de weg worden geruimd.


Dit artikel is overgenomen uit Revival Commentary, Vol. 2, nummer 2, 1997. Adres: International Awakening Ministries, P.O. Box 232, Wheaton IL 60189, VS.


© 1998 George Whitefield Stichting.