Studiedag George Whitefield Stichting, 21 november 2009

 
Ds. A. Bloemendal, hervormd predikant te Groot-Ammers
 
Het bestuur heeft mij gevraagd om een lezing te verzorgen vanwege het feit dat ik in de praktijk binnen de gemeente daar mee bezig ben. Ik mag hervormde gemeenten dienen die sinds 2004 vallen onder de paraplu van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Ik werk in gereformeerde bondsgemeenten,  die zich verbonden weten met het gedachtegoed van de gereformeerde theologie. In mijn vorige gemeente Oud-Beijerland is het eigenlijk begonnen. Daar zijn best mooie dingen gebeurd. Niet direct een opzienbarende revival of zo, maar wel hebben we een doorgaande kracht van Gods Geest mogen opmerken. Ik hoop daar zo iets meer over te vertellen.
 
Bij gebed voor herleving kun je  de vraag stellen of het in iedere opwekking direct gaat om zulke opzienbarende dingen, met uiterlijke zaken als huilende en roepende mensen in de kerk, zoals dat ooit tijdens bekende opwekkingen gebeurde. Denk aan de opwekking in Nijkerk in 1750. Daar deden zich op een gegeven moment in kerkdiensten opmerkelijke verschijnselen voor. Mensen gingen huilen en hun zonden belijden. De predikanten vermaanden de gemeente om rustig te blijven. Later zou deze opwekking de geschiedenis ingaan als de Nijkerkse beroeringen. Onmiskenbaar zijn er echter in die periode velen tot een waarachtig geloof gekomen, en kreeg deze opwekking ook een gezegende uitwerking. Maar, zitten wij te wachten op iets dergelijks? Vroeger dacht ik: Dat hoeft van mij ook weer niet, zo op die manier. Tegenwoordig denk ik: Wat maakt mij dat uit, als het toch van de Geest is. En als de Heere nog eens een echte opwekking zou willen geven! Mensen die huilend op de grond vallen omdat ze komen tot een diep zondenbesef. Zitten wij daar dan op te wachten? Toch kan ik daarnaar verlangen, wanneer ik er van lees. U niet? Of neem de opwekking die begon in 1857 in New York. In de herfst van dat jaar voltrok zich een ramp toen er een financiële crisis begon. Veel inwoners van de stad waren zwaar gedupeerd. Een evangelist die begon bidstond te houden rond lunchtijd. In de eerste week bad hij een halfuur lang alleen, totdat vijf anderen zich bij hem aansloten. De week erna kwamen er twintig mensen. Binnen een halfjaar kwamen er dagelijks 10.000 mensen bij elkaar om de bidden. Er ontstond een ongekende opwekking in Noord-Amerika. Ik dacht, zou de crisis in onze tijd nog ergens goed voor zijn? Als die nu eens deze uitwerking mocht hebben?!
 
Het is goed om regelmatig te lezen over opwekkingen in de kerkgeschiedenis. Dat roept een verlangen wakker naar dergelijke opwekking in je eigen gemeente. Ik wil met u lezen: 2 Kronieken 7:12-16. Kijk eens naar vers 14: "En Mijn volk, over dewelken Mijn Naam genoemd wordt, zich verootmoedigt en bidt, en zij Mijn aangezicht zoeken, en zich bekeren van hun boze wegen; zo zal Ik uit den hemel horen, en hun zonden vergeven, en hun land genezen." Over deze tekst werd preekte Evan Roberts, waarna er een grote opwekking uitbrak in Wales in 1904. Als ik daarover lees, krijg ik een verlangen, dat mijn verkondiging komende zondag een dergelijke uitwerking mag hebben. Tegelijkertijd kun je je afvragen: is dat wel zo nodig? Gaat het dan niet goed in onze gemeenten? Misschien zijn er in uw gemeente veel kerkgangers. Het zit elke zondag toch bijna vol? Er komen toch heel veel mensen naar de kringen en de verenigingen? Is dat eigenlijk wel zo nodig, een opwekking?
 
Een aantal jaren geleden was er een buitenlandse predikant die op een conferentie de volgende uitspraak deed: "Als we de Heilige Geest zouden kwijtraken, zou 95 procent  van het gemeentewerk gewoon doorgaan." Dat geeft te denken. We zijn wel met van alles bezig binnen onze gemeenten, maar is dat ook uit de kracht van Gods Geest. Is er leven? Zou die brief aan Laodicea (Openb.3:15-17) aan onze gemeente gestuurd kunnen worden? Hebben wij geen opwekking nodig? Verlangt u er niet eens naar: een opwekking? Een doorbraak in het geestelijke leven? Een krachtiger vervulling met de Heilige Geest, voor mijzelf en voor de gemeente?
 
Wat bedoelen we eigenlijk, wanneer we spreken over herleving? Daarover wordt nogal eens verschillend gedacht. Het is al meer dan honderd jaar geleden dat de bekende dr. Cuyler uit New York zijn medepredikant waarschuwde: "Ik adviseer, mijn broeder, niet teveel over een opwekking te spreken. U zult het woord uithollen." Nu, dat zou best wel eens kunnen. Meestal wordt onder herleving of opwekking verstaan een nieuwe uitstorting van de Heilige Geest. Het woord wordt gebruikt voor een periode van religieuze opwekking. In de Engelstalige wereld wordt het woord vaak gebruikt voor herstel van leven dat in verval is geraakt. De Engelse prediker Campbell Morgan zegt dan ook van een opwekking het volgende: "Opwekking is het herontwaken van levens van gelovigen in de kerk." Er kan slechts opwekking zijn, daar waar leven is. Dr. Francois Carr, directeur van stichting Heart Cry in Zuid-Afrika is van mening dat herleving te maken heeft met twee samenhangende bewegingen: Een herleving van gelovigen en een geestelijk ontwaken van ongelovigen. Geestelijk ontwaken heeft te maken met evangelisatie, zending en de redding van zielen.
 
Kijk je naar de plaatselijke gemeente, en naar het persoonlijke leven, dan verstaan we onder opwekking een krachtige opleving van het werk van God. Een krachtige openbaring van Gods genade in mijn leven persoonlijk en in de gemeente. Een verlevendiging van het geloof van Gods kinderen en een doorbreking van het licht in zondaarsharten. Een overtuiging van zonden, waardoor mensen gaan buigen en leren belijden. Een krachtig werk van de Heilige Geest in ons midden. En dit werkt dóór in de samenleving in een nieuwe zendingsijver.
 
Laten wij van hieruit even zien wat de Bijbel ons beschrijft over opwekking, herleving. Ik zei zojuist al dat die tekst uit 2 Kronieken 7:14 van groot belang was tijdens de bekende opwekking in Wales in 1904. Ten diepste gaat het in dit gedeelte over een opwekking in Israël zelf. Een tijd van genezing en redding voor het volk Israel. Het behelst denk ik in zich wel de belofte van meer. De tekst wijst ons tegelijk heen naar datgene wat in het Nieuwe Testament zou gebeuren. Opwekking, zo zegt Iain Murray in Pinksteren vandaag, heeft te maken met de overstromende gave van de Heilige Geest. En de oudtestamentische profetie maakt duidelijk dat die gave in de toekomst ligt. Wanneer de profetieën vervuld worden in de komst van Jezus Christus, de Messias.
 
Christus gaat Zijn middelaarswerk vervullen door de straf op de zonde te gaan dragen op Golgotha. En zolang dat niet gebeurd is, klinken deze woorden nog: De Heilige Geest was nog niet, aangezien Jezus nog niet was verheerlijkt (Joh. 7:39). Pinksteren luidde een nieuw tijdperk in. Handelingen 2:33: "Hij dan, door de rechterhand Gods verhoogd zijnde, en de belofte des Heiligen Geestes ontvangen hebbende van de Vader, heeft dit uitgestort, dat gij nu ziet en hoort." Het is dus de Heere Jezus Christus, die vol is met de Geest. Want God geeft Hem de Geest niet met mate (Joh. 3:34). Pinksteren maakt duidelijk dat die volheid van de Geest niet alleen voor Christus was. Titus 3:4-7 zegt: "Maar wanneer de goedertierenheid van God, onzen Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is, heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes; Denwelken Hij over ons rijkelijk heeft uitgegoten door Jezus Christus, onzen Zaligmaker; opdat wij, gerechtvaardigd zijnde door Zijn genade, erfgenamen zouden worden naar de hope des eeuwigen levens."
 
Dus de Geest van God is niet alleen aan Christus gegeven, maar ook in heerlijkheid aan de kerk. Maar de Geest werkt niet altijd in dezelfde mate. Hij is wel blijvend en werkt ook voortdurend, maar niet altijd in die mate als waarvan de Pinksterdag getuige was. De Geest is gegeven, en daarom zal Zijn werk van wedergeboorte en heiligmaking doorgaan. Maar dat betekent niet dat de Geest altijd zo buitengewoon werkt zoals op de Pinksterdag. Het werk van de Geest manifesteert zich in het buitengewone en het meer gewone. Maar dat krijgen wij niet zomaar in beeld en al helemaal niet in onze vingers. In Handelingen 2:4 werden alle discipelen vervuld met de Geest op een buitengewone wijze. Maar dat betekent niet dat zij  vervuld bleven op die buitengewone wijze. Want in Handelingen 4:31 wordt opnieuw gesproken dat diezelfde discipelen vervuld werden met de Heilige Geest. Niet iedere christen is met dezelfde mate vervuld met de Geest en ook niet in dezelfde momenten of perioden met dezelfde hoeveelheid Geesteskracht. Wij kunnen dat niet op een logische wijze invullen en krijgen dat nooit in de vingers. En welke volheid van de Geest ook ontvangen mag worden, het is nog slechts het begin, zoals Paulus schrijft in Romeinen 8:23 dat het de eerstelingen des Geestes zijn. Dit betekent voor de nieuwetestamentische gemeente dat de volheid berust bij Christus Zelf, als het Hoofd van het lichaam. En Hij geeft van Zijn volheid gelijk Hij wil en nodig vindt. De kerk is in die zin altijd afhankelijk van haar Hoofd Christus. Dus ook wij zijn diep afhankelijk van Christus en Zijn Geest als we spreken over herleving. En afhankelijk van de God en Vader van onze Heere Jezus. Want wij geloven dat de Geest uitgaat van de Vader en de Zoon.
 
Opwekking, herleving kun je dus verstaan als een krachtiger werk, een meer overvloediger werk van de Heilige Geest, Die ons des te sterker doet wortelen in Christus en Zijn werk. En gebeurt dat niet in de weg van het gebed? Gebed voor herleving. Voor herleving heb je de kracht van Gods Geest nodig. En dan is de belofte van Jezus geldig voor alle tijden. Toen het gevraagd werd aan de Heiland: Heere, leer ons bidden (Luk. 11:1), wat was het antwoord van Jezus? `Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven degenen die Hem bidden?" Ik denk dat hier een geweldige sleutel ligt tot herleving in onze tijd. Denk eens goed na over het volgende citaat van George Smeaton. "Geen schadelijker en misleidender theorie kon worden voorgelegd, noch iets dat meer onterend was voor de HG, dan de stelling dat, omdat de Geest met Pinksteren was uitgestort, het voor de kerk niet nodig is en zij geen bevel heeft gekregen om te bidden om de Geest van God. Integendeel: hoe meer de kerk vraagt om de Geest en wacht op Zijn bedieningen, des te meer ontvangt zij."
 
Maar hoe gaat dat dan in zijn werk? Hoe kan het komen tot een dergelijke opwekking? Kun je dat organiseren? Kun je dat afspreken met elkaar. Kun je daarvoor vechten? Niets van dat alles. Opwekking blijft een grote genade van God en het werk van de Heere Zelf. Wie verlangt naar een opwekking, laat alle activisme varen. En je zult nooit een opwekking creëren door nog meer Bijbelkringen te organiseren en nog meer activiteiten in de gemeente te ontplooien. De Heere is soeverein in al Zijn werk. Hij geeft aan wat Hij wil en wanneer Hij wil. Dat moet ons diep verootmoedigen en heel klein maken en heel dicht bij de grond houden.
 
Maar, er is uiteraard wel een weg waardoor de Heere een opwekking wil geven. Maar dat zal dan dus een weg van diepe afhankelijkheid moeten zijn. Is het uw verlangen dat er een opwekking komt in uw gemeente? Dat de Geest krachtiger zou gaan werken in onze harten? U kent het verhaal van die man uit Wales? De evangelist Gipsy Smith vertelt van hem. Een man die intens verlangde naar een opwekking. Hij ging daarbij te rade bij allerlei predikanten, maar die keken hem een beetje meewarig aan. Wat wil jij nou eigenlijk. Totdat hij bij een oude broeder kwam en die gaf hem raad. Die zei tegen hem: "Als jij nu verlangt naar een opwekking, dan moet je niets gaan organiseren. Dan moet je naar huis gaan. Je gaat je studeerkamer in, en daar trek je een cirkel op de grond. En dan kniel je midden in die cirkel neer. En dan bid je tot de Heere: Heere, geef Gij een opwekking, en begin in deze cirkel. En dan ga je daar net zolang mee door totdat de Heere het geeft." En dat heeft die man gegaan.
En daaruit zijn  grote dingen ontstaan.
 
Gebed. In de Bijbel kom je het veel tegen dat mensen persoonlijk bidden. Jacob worstelde bij Pniël. Mozes bad veertig dagen en nachten en worstelde voor het volk. U kunt daarover lezen in Deuteronomium 9. En Daniël liet zich van zijn persoonlijk gebed niet afhouden, ook niet toen het van de koning niet meer mocht. En wat denkt u van Jezus zelf, waarvan we vele keren lezen dat Hij de persoonlijke omgang zocht met Zijn hemelse Vader?
 
Hebt u een binnenkamer? Zou u graag een opwekking willen in de gemeente? Zou u graag een opwekking, een doorwerking willen van Gods Woord en Geest in uw eigen persoonlijke hart. Wilt u graag de zekerheid van het geloof. Kent u dan een binnenkamer? In de stilte bezig zijn met het Woord van God. De woorden van de Heere naar u toe laten komen. Laat de Heere spreken. Hoor naar Zijn stem, biddend: "Spreek Heere tot mijn hart. Want ik wil luisteren." Opdat het in die binnenkamer van uw leven komt tot schuldbelijdenis. Dat u daar gaat belijden voor de Heere dat u zo'n lauwe christen bent. Dat ik zo vaak ver bij de Heere vandaan leef. Dat ik vaak niets voor Hem beteken. Steeds meer zonden en ongerechtigheden ga ik zien, wanneer het Woord van God mij aanklaagt. Maar daar in de stilte van de binnenkamer mogen ook de beloften van de Heere gekoesterd worden. Daar mogen de woorden van de Heere opgepakt worden en meegenomen worden voor de troon der genade. Daar mag het gebed klinken om de doorwerking van Gods Heilige Geest. Daar kan dan de opwekking beginnen. Kennen we iets van dat gebedsleven met de Heere. Dat is dus wel wat anders dan twee maal voor je eten bidden op een dag. Nee, die intense omgang met de Heere moet gezocht worden. Ds. Sutera zei eens tijdens een conferentie: "Je kunt de pomp wel netjes opschilderen aan de buitenkant, maar als die pomp niet verbonden is met het water, dan krijg je geen leven. Dan komt er geen water." De bron moet gezocht worden: de levende omgang met het Woord. Zodat je in jezelf wordt afgebroken. Persoonlijk kleiner wordt en steeds afhankelijker. Ik ben ervan overtuigd, broeders en zusters, dat dit allereerst moet gebeuren. Verlangt u naar een opwekking, ga dan de binnenkamer in, en doe de deur op slot.
 
En dan daarin volharden. Dat is moeilijk. Wanneer u het in uw leven beoefent, die stille omgang met God, dan weet u hoe moeilijk dat is, volharden. Je hebt het ook zo nodig om daarin gestimuleerd te worden. Als je nadenkt over gebed voor herleving, is dat dan ook niet iets om samen te doen? Het samen bidden om de vervulling van de Heilige Geest, om een opwekking in het persoonlijke en gemeentelijke leven. In Handelingen 1:14 lezen we van een gemeenschappelijk gebed om de vervulling van de belofte des Vaders die Jezus hen gegeven had. In Mattheüs 18:20 lees je ook een aansporing om samen te komen wanneer je bepaalde dingen begeert. In Lukas 1:10 staat dat een menigte des volks buiten was, biddende, ten ure des reukoffers. Mooi is ook het gedeelte in Handelingen 4, nadat Johannes en Petrus voor het sanhedrin zijn geweest. Maar als zij weer losgelaten zijn, komen ze vertellen wat ze allemaal meegemaakt hebben. (Hand. 4:24-31). Ze hebben samen gebeden dat de apostelen in vrijmoedigheid het Woord van de Heere mochten verkondigen. En toen Petrus gevangen was, toen zat de gemeente niet stil, maar dan tref je juist een biddende gemeente aan (Hand. 12). Samen bidden is dus een heel Bijbels gegeven.
 
Ook in de kerkgeschiedenis vind je dat voortdurend terug. Kleine groepen gemeenteleden die bij elkaar komen en soms jaren bidden om de doorwerking van de Heilige Geest. Weet u dat opwekkingen vaak beginnen met gebed? En wel aanhoudend gebed. Ds. E. Maritz uit Zuid-Afrika vertelde van een opwekking die doorbrak. Op een gegeven moment kwamen steeds meer mensen in de gemeente tot geloof. Toen bleek dat een vijftal vrouwen al vijf jaar lang voortdurend bij elkaar kwam vóór in de kerk om daar samen de knieën te buigen voor de gemeente. Geen mannelijke ambtsdragers dus. Vijf vrouwen. Zij hebben gebeden om een opwekking. Wat te denken van de gemeente van Ebenezer Erskine in Schotland, waarin gebedskringen functioneerden, die minimaal twee maal in de maand bijeen kwamen? Het was in de jaren rond 1714 in Portmoak. Wat denkt u van de bekende Charles Haddon Spurgeon? Er was van hem bekend dat wanneer hij in London preekte, regelmatig in een klein vertrek achter de enorme kerkzaal enkele godvrezende mannen bij elkaar kwamen om daar intens te bidden om de krachtige doorwerking van de Heilige Geest. Tijdens de dienst zelf dus doorlopend gebed om de Heilige Geest. Daar gaat het toch om, om die diepe verootmoediging dat wij zo afhankelijk zijn van de Heilige ggest. Dat we zelfs totaal geen recht hebben op de genade. Maar dan juist in die diepe verootmoediging pleiten op de beloften van de Heere en Hem aanroepen. De Heere wil Zijn Geest niet schenken dan op het gebed. En dat is toch het kenmerk van een opwekking, dat de Heilige Geest met kracht gaat werken. Dat het Woord van de Heere beslag krijgt in de harten van zondaren, dat doet de Geest.
 
Laat wel duidelijk zijn: Het Woord speelt daarin een grote rol. Een opwekking stuwt ons naar het Woord, maar bij die opwekking is het Woord ook altijd aanwezig. Dat blijft wel belangrijk. Iain Murray waarschuwt dan ook dat de Bijbel een belangrijke rol moet spelen, want anders kan het te gemakkelijk zweverig worden. Bidden om een opwekking, om een doorwerking moet dan ook gebeuren door middel van het pleiten op de belofte. En wat zou het heerlijk zijn wanneer het Woord van God steeds meer zondaren aanraakte door de kracht van de Geest. Wat zou het heerlijk zijn wanneer er steeds meer mensen in de kerk waren die als arme zondaren hun heil werkelijk zouden zoeken bij Jezus en Zijn genade. Wat zou het heerlijk zijn dat de Heere overvloedig Zijn Geest uitstortte in uw gemeente.
 
Kun je wat kenmerken noemen van een dergelijke herleving? Zonder volledig te zijn, kun je denk ik wel een paar belangrijke zaken aanwijzen: Herleving betekent:
- Besef van de heiligheid van God en daarbij inzicht in eigen zonde en verlorenheid, dus: verootmoediging, en belijdenis van zonden.
- Een hartelijke betrokkenheid op het evangelie: Jezus wordt gezocht als de Zaligmaker van zonden. Verzoening met God door het geloof in de Heere Jezus.
- Verder een diep verlangen om te leven met God, meer heiligheid. Meer verzoening onder elkaar als broeders en zusters.
- Daarbij kun je nog zeggen dat het ook te maken heeft met een dieper inzicht in de Bijbel als het Woord van God en een intenser en vreugdevoller gebedsleven.
- Ten slotte een diepe bewogenheid met de verloren wereld. Zending en evangelisatie krijgen ten tijde van opwekkingen een enorme stimulans.
Betrek je dit op elkaar als gemeente, dan kun je spreken van een toename van mensen die de zekerheid van het geloof ontvangen, een dieper zondebesef, en een krachtiger onderlinge liefde en verbondenheid in de gemeente. Zou u er niet naar verlangen, naar zo'n opwekking?
 
Ik wil in dit verband wat ervaringen doorgeven vanuit mijn vorige gemeente, Oud-Beijerland. Het was mijn tweede gemeente. Ik ben zelf wat later voor predikant gaan studeren. Ik ben opgegroeid in een vrij traditioneel gezin, mijn wortels liggen in de Christelijke Gereformeerde Keken. Mijn ouders werden met ons gezin hervormd toen ik 16 jaar was. Toen ik voor predikant ging studeren, betekende het voor mij een hele strijd dat ik in een dergelijke brede kerk moest zien te functioneren. Maar goed, de Heere gaf mij daar een plaats. Als goed gereformeerde bonders had je elkaar, en kon je het als gereformeerde belijders nog aardig uithouden met elkaar. Maar toen verschenen er donkere wolken aan de horizon. De Heere ging dwars door ons gezellige clubje blazen. Dat heeft mijn leven in een crisis gebracht. Ik kwam in 2002 in Oud-Beijerland. Daar werd mij al snel duidelijk dat er scheuren en breuken door de gemeente liepen. Uiteindelijk bleek een derde van de kerkgangers verdwenen te zijn toen ik op 2 mei 2004, na het ontstaan van de Protestantse Kerk in Nederland, voorging in de Dorpskerk van Oud-Beijerland. In die periode hieraan voorafgaand had ik zo wat contacten met collega's in de buurt. En wij kwamen in die nood der tijden en de nood van de kerk wel eens bij elkaar in gesprek en gebed in de hervormde kerk van Goudswaard. Daar gingen we met een hele groep predikanten, kandidaten en anderen op de knieën in de kerk om daar onze nood en pijn voor de Heere uit te storten en daar ook te bidden om herleving voor de kerk van Nederland. Dat heeft mij persoonlijk heel veel gedaan. Ik, die dat absoluut niet gewend was, nam zomaar deel aan een gebedsgroep, of gebedskring zo u wilt, en ik vond het nog fijn ook.
 
Na de scheuring die zich in de hervormde gemeente Oud-Beijerland voltrok, zijn ook daar bidstonden gekomen, die nog altijd gemeentebreed met een zekere regelmaat gehouden worden. In die tijd ging het gebed voor mij persoonlijk een steeds grotere rol spelen. Ook voor de gescheurde en gehavende gemeente waar ik vanaf 1 mei 2004 predikant van was. Er was geweldig veel pijn, de breuken liepen door de gezinnen heen. Zelf ging ik mij veel meer bezig houden met het gebed. Niet dat ik voorheen niet bad, maar het werd allemaal veel intenser, levendiger. In de gemeente kwam steeds meer ruimte voor gebed en voor de noodzaak daarvan. Ik besteedde een periode van studieverlof aan onderzoek hier naar en Schriftstudie. Het heeft geresulteerd in een serie preken over biddende profeten van het OT.  En steeds meer hoorde je dat mensen elkaar aanspoorden tot gebed. Dit mocht tot zegen zijn van velen in de gemeente. En steeds meer werd er gesproken over het belang van gebed, persoonlijk en ook samen.
 
Ik hoop dat u, nadat we dit zo allemaal met elkaar besproken en overdacht hebben, dat er ook in uw hart zoiets leeft van: wat zou dat heerlijk zijn. Wanneer er in mijn eigen leven steeds meer doorbrekend licht van Boven zou zijn. En wat zou het heerlijk zijn wanneer in onze gemeente een echte opwekking kwam. Dat er steeds meer over het geloof gesproken zou worden. En dat er steeds meer die ene Naam van Jezus groot gemaakt zou worden. Dat er steeds meer zekerheid zou komen en de liefde onder elkaar nog veel sterker zou worden. In onze kerken en gemeenten? Jij zegt: Hoe moet ik dat concreet aanpakken. Wanneer daar het verlangen is om een bidgroep te starten voor opwekking in onze gemeente en kerk? Nu, dit zal echt afhangen van de situatie van uw gemeente. Maar altijd moeten we beginnen in de binnenkamer met ons verlangen. Daar moeten we ook zijn met onze dorheid. Daar moet ons gebed dagelijks opklinken: Heere, schenk een herleving, en begin bij mij. En daar in de persoonlijke omgang met God en Zijn Woord kan de Heere je eigen hart onderzoeken. Daar mag je letten op wat de Heere je aanreikt vanuit het Woord, door Zijn Geest. Want herleving kan alleen werk zijn van de Heere, ook persoonlijk.
 
Zo wil de Heere anderen op je weg brengen, wanneer je misschien eens met deze of gene spreekt over je verlangen. Je kunt op een gegeven moment je verlangen delen met een ouderling of predikant. Wellicht is er gelegenheid binnen de gemeente om een bidgroep voor herleving te beginnen. Het zou heel mooi zijn wanneer dat gebeurde met toestemming van de kerkenraad, zodat je daar een ruimte van de kerk voor kunt gebruiken. Misschien komt er tegenstand, dat zal ongetwijfeld. Dat is een teken dat je op de goede weg bent. Wanneer er geen mogelijkheid is om het in de kerk zelf plaats te laten vinden, kan het ook gewoon in huis. Maar het gevaar dat het een sociale club wordt, is dan vele malen groter. En daar moet je echt voor oppassen. En het moet steeds weer gevoed worden door jouw persoonlijke omgang met de Heere, anders houd je het niet vol.
 
Want gebed voor herleving is zwaar. Het is heerlijk, het is rijk, maar ook zo zwaar soms. Want wij zijn veel meer gericht op het handelen, het doen, activiteit. Maar om de rust te vinden voor de Heere en stil te zijn voor Hem; om te letten op Zijn werk, dat is zo moeilijk. Wanneer jij het persoonlijke leven met de Heere kent in de binnenkamer, weet jij hoe zwaar dat kan zijn. Want soms heb je zo te maken met de je eigen dorheid en lauwheid. Soms ben ik moedeloos. Vaak worstel ik met mijn eigen dorheid, word ik zo moe van al die kritiek in de gemeente, van al dat vergaderen en van al dat gepraat met elkaar, en gepraat over elkaar. Maar tegelijk weet ik dat er ook veel gebed is. Dat er gemeenteleden samen komen in gebed. Dat er veel gebed is om en verlangen naar de kracht van de Heilige Geest, naar herleving. Zou ook deze dag daaraan mogen bijdragen? Dat is mijn gebed geweest, al een hele tijd, ook voor deze dag. De Heere weet het. Zou de Heere ook jou willen gebruiken, denk je?
 

© 2009 George Whitefield Stichting.