Wat geweest is, dat zal er zijn, en wat gedaan is, dat zal gedaan worden; er is niets nieuws onder de zon. Is er iets, waarvan men zegt: Ziehier, dat is nieuw - het was er al in verre tijden, die vóór ons waren. (Prediker 1:10-11)
 
door Elizabeth Timmerbeil-Snel
           
Inleiding:

Waarom weten mannen en vrouwen niet echt meer wie ze zijn en waarom kunnen mannen en vrouwen niet meer worden zoals ze zouden moeten zijn? Wat is er in het leven van mannen en vrouwen veranderd, waardoor ze op zoek zijn naar hun identiteit? Waarom hebben mannen en vrouwen een identiteitsprobleem? Een identiteitsprobleem veronderstelt immers dat men niet meer weet wie men is, dat men denkt niet meer dezelfde persoon te zijn: men denkt, voelt, gedraagt zich niet meer als dezelfde man, als dezelfde vrouw. Het gevolg hiervan is dat mannen en vrouwen onzeker worden, dat ze moeite hebben verbintenissen aan te gaan, omdat ze denken door allerlei ervaringen veranderd te zijn. Als je niet meer weet wie je bent, hoe kun je een verbintenis aangaan met een ander die misschien ook niet meer weet wie hij of zij is. Immers, wanneer je, als autonoom individu, een verbintenis aangaat, geef je in feite je vrijheid en je individualiteit op, omdat je jezelf bindt door een belofte. Waarom is dat zo bedreigend geworden? Is het een gok geworden, een waagstuk? Hoe kunnen wij b.v. beloven dat wij er altijd voor de ander zullen zijn, als de belofte uit het geheugen verdwijnt en het vuur van de liefde uitgaat?

En datzelfde geldt voor onze verbintenis met God. Wij hebben onze vrijheid en onze individualiteit opgegeven om in Christus te zijn en om onze identiteit in Hem te vinden. Ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij( Gal.2: 20) . Hoe komt het dan dat wij in deze tijd onze identiteit aan het verliezen zijn? Hebben wij onze eerste liefde verzaakt (Openb.2: 4) en hebben wij de belofte vergeten? Of is er nog wat anders aan de hand? Want, paradoxaal genoeg zijn verbintenissen de enige manier om structuur en stabiliteit aan ons leven te geven. Ze behoeden ons ervoor ons te laten meeslepen door allerlei passies. Dat geldt voor onze verbintenissen op het menselijk vlak, maar bovenal voor onze verbintenis op het Goddelijk terrein.1

Nogmaals, waarom is dan voor zo veel mensen identiteit een probleem? Waarom hebben wij er zo veel moeite mee onze individualiteit en onze vrijheid op te geven in een verbintenis?2 Waar komt deze onzekerheid vandaan? Hebben wij als mannen en vrouwen onze identifikatiefiguren verloren? Is God de Vader voor ons niet meer het ideale Beeld om na te volgen, niet meer de geliefde Persoon aan wie wij onze mannelijke en vrouwelijke identiteit te danken hebben, met Wie wij ons identificeren als zonen en dochters van God? Zijn mannen en vrouwen niet meer in staat aan hun kinderen dat voorbeeld te geven wat nodig is om ze als gezonde personen te laten opgroeien, met wie zij zich kunnen identificeren? Geven vaders en moeders hun kinderen dan geen identiteit meer mee in het leven?
Wat is het onderliggende probleem?

In een recent kranteartikel3 wordt betoogd dat de traditionele christelijke godsdienst, gericht op het dienen van de Ander en de ander, dus niet op jezelf, het steeds meer aflegt tegen een andere godsdienstigheid, gericht op het innerlijk, op de ervaring, op ‘het zelf', op het zoeken naar iets goddelijks in zichzelf. En deze ontwikkeling vinden wij zowel in het christendom, vooral in een deel van de evangelische beweging, als buiten het christendom, zoals in de New Age beweging. Alles draait hierbij primair om het eigen zelf. De vroegere traditionele godsdienst en de huidige spiritualiteit zijn inmiddels tegenstellingen geworden. ‘Het zelf' heeft het gewonnen van de Ander/ander!

In dit artikel willen wij stellen dat er een relatie is tussen deze tijdgeest, deze concentratie op ‘het zelf' en de gnosis oftewel de gnostiek. Vervolgens willen wij aantonen dat deze gnosis of gnostiek een cruciale impact heeft op mannen en vrouwen in de maatschappij, in de kerk en in het gezin. Wij willen met name de rollen van mannen en vrouwen aan de orde stellen, dit in verband met het voortgaande proces van feminisering in maatschappij, kerk en gezin. Hierbij zal ook aan de orde komen dat, wat de vooronderstellingen betreft, er geen verschil is tussen het feminisme en het evangelisch feminisme. En de hermeneutiek speelt een heel belangrijke rol in het zoeken naar een evangelische, vrouwelijke identiteit. De vraag naar autoriteit, naar waarheid en naar verlichting door de Heilige Geest is daarbij misschien een diffuse vraag geworden.

Voor mannen en vrouwen die nog naar Gods stem in Zijn Woord en door Zijn Geest willen luisteren en daaraan willen gehoorzamen is er een oplossing. Hervorming van het denken was er al in verre tijden die vóór ons waren en is ook nu broodnodig, omdat de eigenlijke strijd zich afspeelt in onze gedachten! Pas dan is er hoop op een gezonde maatschappij, op een levende kerk die gehoorzaamt aan haar Schepper, op gezinnen waar mannen en vrouwen op hun plaats zijn.

1. Tijdgeest en gnosis/gnostiek

Hoe ziet de geest van onze eeuw er uit? Volgens Okke Jager4 kunnen wij de twintigste eeuw het best karakteriseren met het zinnetje: Ik is Mij geworden! In de negentiende eeuw was Ik het onderwerp, in de twintigste eeuw is Mij het lijdend voorwerp geworden. En wij hebben nog steeds te maken met de gevolgen van deze tijdgeest. Want wij zijn niet meer de baas over de dingen in de wereld, maar de dingen zijn ons de baas. In plaats van verstandelijk en actief, zijn wij emotioneel, passief en ontvankelijk geworden. Wij willen niet meer begrijpen, maar wij laten ons grijpen.5 Door wie of wat laten wij ons dan grijpen?

J.H. Bavinck in zijn boek over de Openbaring van Johannes beschrijft hoe onze maatschappij in adembenemend tempo groeit naar de nihilistische dwanggemeenschap, waarin elke enkeling wegzinkt als in een moeras. Dit rijk heeft tot centrum de haat tegen God. Het heeft als enig doel het persoonlijk leven, de blijheid en de verbondenheid aan God uit te blussen. De cultuur van het nieuwe rijk is een geweldige verdringingscultuur, een cultuur die verbiedt na te denken, die aan de mens juist datgene ontneemt wat hem tot mens maakt. Het is de vlucht voor het echt menselijke, maar allereerst de vlucht voor God.6

Wij kunnen ons afvragen of deze schildering model staat voor ons huidig wereldbeeld met Europa in wording. Als dat zo is, dan is het te begrijpen dat mensen een identiteitsprobleem hebben en dat ze op zoek gaan naar hun echte zelf. Maar zonder God en zonder na te mogen denken is de mens hopeloos verloren.

Beseffen wij, mensen van deze eeuw, in welk dilemma wij ons bevinden? Enerzijds wordt onze cultuur namelijk als een slachtoffercultuur gekarakteriseerd, als nihilistisch, maar anderzijds ontdekt men in onze cultuur een sterke hang naar zelfverwerkelijking, een soort van vergoddelijking van het ik. Wat is dan waar? Het hangt er maar vanaf vanuit welke richting men naar de cultuur wil kijken. Een feit is dat wij, volgens Bavinck, leven in een gemaskerde wereld, een wereld waarin de dingen niet zijn zoals ze zijn en waar alles anders is dan het feitelijk is. De werkelijkheid van de dingen wordt verdrongen door een ideële werkelijkheid, zodat mensen denken dat de zichtbare werkelijkheid een illusie is, schijn is. Deze truc is al heel oud. Denken wij maar aan Plato, die de echte werkelijkheid plaatste in de Ideeën, ergens boven, en Jung, die de echte werkelijkheid situeerde in het onderbewuste met zijn ideeën, de archetypen, met als gevolg dat de werkelijkheid van de dingen vervaagde. Mensen raken daardoor in verwarring. Het hele leven, politiek, economisch, sociaal en godsdienstig gezien lijkt op één grote trukendoos. Wie weet nog wat echt is en waar?

Wat heeft dan de gnosis of gnostiek met deze tijdgeest te maken? Alles. Voor een uitgebreide studie over de gnosis verwijzen wij naar de Studiebijbel en naar artikelen over de gnosis op de site van de George Whitefield Stichting.7 Het is een gegeven dat in tijden van crisis, van verandering van wereldbeelden, de gnosis weer opduikt, ook nu. Mensen voelen zich dan niet meer thuis in een wereld waar alles aan het veranderen is, zij voelen zich vervreemd, eenzaam. Dit geldt ook voor de postmoderne mens. Ook hij is vervreemd van zichzelf, is op zoek naar zijn zelf en heeft daardoor een identiteitsprobleem.

De gnosis (intuïtieve kennis) helpt de mens te zoeken naar zijn zelf dat goddelijk is en vonk genoemd wordt. God en deze vonk in de mens zijn identiek. Kennis van deze vonk (de geest), dit zelf als de diepste kern van de mens, betekent kennis van God. Zelfkennis is Godskennis. Het doel is om met behulp van deze kennis zichzelf te verlossen. Want de mens bestaat uit geest, die goddelijk is, dus goed is, en materie die geschapen is door een slechte God, dus slecht is. De mens, die goddelijk van oorsprong is, zit zodoende gevangen in de materie, in zijn lichaam, in de wereld, in het boze. Daarom verlangt hij ernaar terug te keren naar zijn oorsprong. Om de weg terug te vinden heeft hij kennis (gnosis) nodig. Hij moet weten hoe de geest in de materie is terecht gekomen en hoe hij zichzelf daaruit kan verlossen. Het einddoel, de mystieke eenwording met God, het goddelijke, wordt bereikt op verschillende manieren, van meditatie tot extase, van ascese tot libertinisme.

De zelfverlossing in de gnosis staat tegenover de verlossing door Jezus Christus, temeer daar zelfverlossing, verlossing betekent uit de materie, uit de wereld, maar verlossing door Jezus Christus, verlossing van zonde. Zo zien wij dat in de gnosis de mens in deze wereld gevangen zit in zijn lichaam en in de wereld, in de materie en dat men dan kan spreken van een slachtoffercultuur, een soort noodlot. Maar ook dat de mens met zijn geest, die volgens de gnosis goddelijk is, ernaar streeft zichzelf te verwerkelijken, zichzelf te verlossen. Wanneer Okke Jager gelijk heeft, wanneer het ik een mij is geworden, dan wil dat zeggen dat het ik slachtoffer is geworden, een mij. Bavinck sprak over nihilisme, wat wij postmodern nihilisme noemen. Nihil betekent niets, de absolute leegte. Er is dan geen werkelijkheid, geen kennen van de werkelijkheid en geen enkele norm of moraal. Van wie is dat ik slachtoffer geworden? Wij vergeten vaak dat satan, de heerser van deze wereld, een verbeten strijd voert om het denken, de gedachtewereld van mensen, te beheersen. Hij bouwt bolwerken in ons denken, onze verbeelding, onze redeneringen en argumentaties, onze kennis en houdt mensen in de greep van de waan alsof God er niet is, alsof de mens zelf het heft in handen heeft.

2. Impact van gnostiek op mannen en vrouwen

De gnosis of gnostiek, die zich hecht aan de tijdgeest met haar zelfverwerkelijking en zelfontplooiing, veroorzaakt door zijn maskerade een identiteitsprobleem bij mannen en vrouwen en hun kinderen. Wij willen deze stelling onderbouwen met het gnostisch gegeven dat het begrip androgynie het wezen vormt van de onbekende gnostische God en van alle wezens die uit hem zijn voortgekomen. Dit begrip houdt in dat elke man en elke vrouw in zich een mannelijke en een vrouwelijke helft heeft die, samengevoegd, hun goddelijke Zelf uitmaakt, de vonk. Naar dit Zelf, naar deze vonk, moeten mensen op zoek gaan, dat doel moeten zij verwerkelijken. Alle vonken, die onderling identiek zijn, vormen samen het goddelijke. Het typische in de gnosis is dat er zodoende geen uniciteit van de persoon bestaat. Allen zijn gelijk, identiek, mannen en vrouwen!

Androgynie is het symbool voor de gelijkheid tussen het mannelijke en vrouwelijke, tot in het goddelijke toe. Androgynie heeft de gnosis altijd begeleid, ook nu weer in deze postmoderne tijd. Het is Jung die het principe van androgynie heeft ondergebracht in zijn archetypenleer. Hij stelt dat de androgyne God model staat voor het menselijke Zelf. Het mannelijke (het goede, het rationele) en het vrouwelijke (het kwade, het irrationele) in ieder mens moet tot heelheid komen, moet samenvallen. Dit noemt hij het individuatieproces, een innerlijk psychisch gebeuren. Het gaat dan niet over een interpersoonlijke relatie tussen man en vrouw.

Het is veelzeggend dat beide kenmerken van de gnosis, zelfverwerkelijking en androgynie reeds in blauwdruk aanwezig waren in het paradijs. De slang verleidde Eva tot onafhankelijkheid van God onder het motto ‘gij zult als God zijn, kennende goed en kwaad (Gen. 3:5)'. Dit verlangen, onafhankelijk te willen zijn van God, op jezelf te willen staan, vrij te zijn om eigen beslissingen te nemen, kennis te verzamelen, religieuze wetten en systemen op te zetten, waarbij God overbodig wordt en geld en goed te vergaren, is de erfenis geworden van het hele menselijke ras.8 Tegelijkertijd heeft dit verlangen om onafhankelijk te willen zijn ook zijn impact gekregen op Adam en Eva zelf, op Adam als man en op Eva als vrouw, en daarmee ook op het hele mensdom. Opstand is het kenmerk geworden van de man en de vrouw die oorspronkelijk complementair, als beeld van God, geschapen zijn. Deze opstand tegen de door God ingestelde scheppingsorde, was de kiem voor de leer van de androgynie, van gelijkheid van het mannelijke en het vrouwelijke. De gnosis heeft door zijn leer van androgynie de hang naar onafhankelijkheid alleen maar versterkt. Het resultaat zien wij om ons heen. De Westerse maatschappij gaat ten onder aan de zonde van Adam en Eva, een steeds terugkerend en steeds sterkend wordend patroon in iedere volgende generatie.

3. Feminisering van maatschappij, kerk en gezin

Het is opmerkelijk dat in tijden van verandering van wereldbeelden altijd sprake is van een opleving van spiritualiteit, waarvan telkens gnostiek en mystiek de wortels of de bases zijn, en waarbij de nadruk valt op het irrationele, op intuïtie, op het hart, op het vrouwelijke, op de (Heilige) Geest. Dat zien wij in de geschiedenis van de Kerk en ook nu gebeuren.9 Wanneer dus spiritualiteit in het algemeen de viool gaat spelen, dan komt ook het vrouwelijke op de voorgrond. Dan komt er een hang naar vrijheid, naar heelheid, die gnostisch en mystiek worden ingevuld. Dan openbaart God zich niet zonder meer in de Bijbel, maar in de ervaring van vrijheid en heelheid in het hart. De gnosis met haar kenmerken van zelfverwerkelijking en androgynie zet dit proces in gang. Want gnosis is allereerst een shift in het denken! De gnosis haakt in op de tijdgeest, op de concentratie op het zelf, op de verinnerlijking, op de vervrouwelijking van de maatschappij. Het is typisch dat Bavinck in zijn reeds genoemde boek10 de mensheid van alle tijden, met haar cultuur, haar wetenschap, karakteriseert als vrouwelijk, net zoals trouwens de Kerk. Mannen mogen, volgens hem, in de wereldgeschiedenis op de voorgrond treden, oorlogen voeren en volken regeren, maar het totale beeld van de mensheid is vrouwelijk. En dat beeld wordt in onze tijd nog extra aangescherpt.

Kranten, tijdschriften en boeken spreken daarover een duidelijke taal. Hieronder geven wij enkele voorbeelden uit het volle leven gegrepen. Het dagblad Trouw van maart 2004 verslaat de Internationale Vrouwendag. Artikelen gaan over de vraag of zo een dag nog nodig is, of het nog een zaak is voor ‘oude' feministes en of dat nog leeft bij jongeren. Vrouwendag zou vooral nuttig zijn voor machoculturen. Alle culturen ter wereld hebben een stereotiep beeld van de vrouw gemeenschappelijk. De vrouw als moeder wordt de hemel in geprezen, grootmoeder wordt geëerd. Echtgenotes moet je wantrouwen, weduwen zijn verdacht, schoonmoeders vervelend, oude vrouwen moet je inruilen voor jongere met een mooier lijf. Tenslotte zitten de hersens van een vrouw in haar krullen!

In Parijs was er een tweedeling tussen oude en nieuwe feministes zichtbaar: de blanke goed opgeleide femino's, die hun allochtone zusters als bakstenen lieten vallen. In Nederland hebben vrouwen veel bereikt, maar ze betalen een hoge tol en moeten aan zoveel eisen voldoen. Ze zijn geëmancipeerd en doodmoe. Werken, crèche, school, turnen en pianoles: Mama is soms een beetje gestrest! Ouders zijn 's morgens gestresst om de kinderen op tijd in de crèche te krijgen en dat zou de kans op wiegendood bij de allerjongsten in de kinderdagverblijven verhogen.Is het Nederlandse gezin een fabriek geworden, onderzoekt het dagblad Trouw? Een pleidooi voor een nieuwe feministische golf: ‘Verbrand die siliconenborsten maar'. Weer andere artikelen vragen hoe het verder moet? Want zo gaat het niet. Weinig vrouwen aan de top, veel vrouwen ziek, ontevreden of ongelukkig. Volgens anderen hebben vrouwen het beter dan ooit. Ze moeten alleen nog ophouden zich te vergelijken met niet-bestaande ideaalvrouwen. Voor minister de Geus is registratie van geslacht uit de tijd, omdat mannen en vrouwen echt gelijk zijn. Vastlegging zou een inbreuk zijn op de privacy! Geslacht in dubio: Seksuele identiteit is niet meer iets van moeder natuur. De vraag is dan wie de regie voert over onze geslachtsidentiteit. Genen, hormonen, omgevingsinvloeden? Wij schijnen te maken te hebben met een wirwar van tegenstrijdigheden in ons kerngevoel van man en vrouw te zijn, in onze geslachtsbeleving.

In het onderwijs is de vrouwelijke godsdienstdocent in opmars. Dit heeft invloed op de inhoud van het levensbeschouwelijk onderwijs. Hun inspiratiebronnen zijn opvallend anders dan die van hun mannelijke collega's: ze staan minder stevig in de christelijke traditie. De emancipatie rammelt aan de kerkdeuren van kleine, rechtzinnig gereformeerde kerkgenootschappen: bij strenge broeders komt mevrouw de dominee op. Kerk wordt steeds meer een vrouwenkerk en mannen zijn op zoek naar andere arena's. De maatschappij maakt dat ze zich afvragen: Hebben we de Bijbel wel goed gelezen? Na het succes van de bijbel voor tienermeisjes, is er een nu een ‘glossy' bijbel, ‘Refuel' (bijtanken) geheten, voor christelijke jongens.

Het gezin staat op de helling. Volgens hoofdredacteur J.W. Grievink van de E.O.(Visie no. 12 van 2004) lopen christenen tien tot twintig jaar achter in de maatschappelijke ontwikkelingen. Niet-christenen realiseren zich dat het roer om moet wat betreft opvoedingsmethodes, maar in christelijke gezinnen begint het moderne ik-gerichte denken nu pas. Men krijgt de smaak beet van de vrije opvoeding! De cijfers van het CBS laten nog steeds een toename zien van het aantal echtscheidingen per jaar. Echtscheiding is volksziekte nummer 1 geworden. Huwelijk en echtscheiding bewegen zich steeds meer in elkaars verlengde op een glijdende schaal van intieme relaties. In een huwelijk kan men gescheiden levens leiden en in een echtscheiding kan men elkaar blijven zien en contact houden. Vroeger waren de ouders er om hun kinderen een voorbeeld te geven. Nu adviseren psychologen bij de zoektocht naar de Kunst van het scheiden een voorbeeld te nemen aan de kinderen. Want kinderen kunnen niet buiten liefde, respect en communicatie. Dit alles vergt een enorme culturele omslag in het denken over huwelijk en scheiding. ‘Vaderdag in een vaderloos tijdperk', artikel in E.O. Visie van juni j.l. In veel gezinnen wordt vaderdag niet gevierd, omdat papa weggelopen is, omdat mama geen contact meer wil met papa, omdat het kind niet eens weet wie zijn papa is, omdat steeds meer kinderen opgroeien zonder vader. Jaarlijks krijgen ruim 1100 kinderen een nieuwe identiteit: ze schrappen de naam van hun vader na een scheiding. Wat doen we met de kinderen na een echtscheiding, is de vraag in E.O. Visie van juni j.l. Een meisje van elf jaar zegt: ‘Als ik heel veel bid, komen papa en mama misschien wel weer bij elkaar'...

Plaatjes in de krant. Single moeders zijn al lang niet meer zielig. Voor hen is er geen meerwaarde van een man in het gezin. Het alleenstaand moederschap heeft ook voordelen. Conservatief Amerika trekt alles uit de kast om het homohuwelijk uit te bannen. Maar eigenlijk is het te laat. Amerika wil homostellen de zegeningen van het huwelijk niet onthouden. Op de foto in de krant geeft een man zijn (mannelijke) huwelijkspartner, die een baby de fles geeft, een zoen, alvorens te vertrekken naar zijn werk. Ze zijn vaders van een tweeling. Voor hetero's is kinderen nemen een probleem geworden door het zogenaamde uitstelzwangeren. Zwangerschap steeds later, steeds kunstmatiger. Het is nog een wonder dat er in onze maatschappij nog stellen zijn die hun vrijheid willen opgeven voor het ouderschap... Tot zover het bonte plaatje uit de kranten en er zou nog een hele serie artikelen uit tijdschriften en talloze boeken, etc. aan kunnen worden toegevoegd.

4. Vooronderstellingen van het feminisme en van het evangelisch feminisme

Onze geschiedenis vertelt het verhaal van de opmars van de principes van vrijheid, gelijkheid en broederschap.11 Na de Franse revolutie, was er de seksuele revolutie onder het vaandel van vrijheid en daarna het feminisme onder dat van gelijkheid en vervolgens onder dat van zusterschap. Het paradoxale is dat vrijheid en gelijkheid op de duur elkaars vijanden worden, volgens Tocqueville. In tegenstelling tot vrijheid kent het begrip gelijkheid geen gradaties: het is een zaak van alles of niets.12 De seksuele revolutie wilde mannen en vrouwen lichamelijk tot elkaar brengen, terwijl het feminisme hen onafhankelijk van elkaar wilde maken. De 14e juli van de seksuele revolutie was maar een kort interim tussen de val van het ancien régime en het begin van de terreur, de censuur van de seksuele lust. En hetzelfde geldt voor het feminisme, waar de terreur verborgen zit in het zusterschap. Welke zijn nu de vooronderstellingen van het hedendaagse feminisme?13

Het feminisme is een leer gebaseerd op de negatieve ervaring van vrouwen met mannen en heeft als doel op te roepen tot sociale actie. Deze leer heeft drie hoofdstellingen:
Afgezien van lichamelijke verschillen, zijn mannen en vrouwen hetzelfde. Jongens en meisjes worden geboren met in aanleg dezelfde capaciteiten. Als zij hetzelfde worden opgevoed, ontwikkelen zij zich hetzelfde.

Mannen bezetten dominante posities, omdat de mythe, dat mannen agressiever zijn zich heeft voortgezet door de gewoonte jongens op te voeden om gericht te zijn op leiderschap en meisjes op te voeden om persoonsgericht te zijn. Wanneer deze stereotypering zou ophouden, dan zou leiderschap gelijkelijk tussen de seksen verdeeld kunnen worden.

Ware menselijke individualiteit en vervulling kunnen er alleen maar zijn, wanneer mensen zichzelf zien als schatkamers van talenten en karaktertrekken, zonder te letten op geslacht.In feite kunnen de voornaamste posities van het feminisme teruggevoerd worden tot de vooronderstelling dat er geen betekenend verschil is tussen de seksen. Alle sociale ongelijkheden zijn, volgens feministen, het gevolg van overheersing en onderdrukking. De rechtvaardigheid gebiedt het uitwissen van zulke onnodige verschillen, koste wat het kost. Want deze verschillen zijn niet gekozen of natuurlijk, maar het gevolg van mannelijke onderdrukking. Ze beletten de ware ontplooiing van het zelf.

Veel christelijke feministes delen bovengenoemde vooronderstellingen en passen ze toe binnen de christelijke gemeenschap. Alle elementen van censuur, intolerantie wat betreft tegenovergestelde meningen, bedrieglijke redeneringen en aanmatigende argumenten die men in het hedendaagse feminisme vindt, zijn ook aanwezig in het evangelische feminisme. Evangelische christenen accepteren steeds meer, net zoals in de maatschappij, de feministische schilderingen van de werkelijkheid en de voorschriften voor verandering, zelfs wanneer dit niet alleen tegen de Schrift ingaat, maar ook tegen de bevindingen van deskundigen in de biologische en sociale wetenschappen en haar eigen persoonlijke ervaringen en aspiraties. De feministische ideologie met haar nadruk op zelfverwerkelijking en gelijkheid (androgynie) is ronduit revolutionair, gnostisch en heeft enorme implicaties voor de zakenwereld, de economie, de politiek, het huwelijk, de seksuele voorkeur en identiteit, het gezin, de kinderopvoeding etc.

In de maatschappij is de feminisering al zo ver doorgeschoten, dat egalitarisme,14 gelijkheid, een eigenschap is geworden van de jongeren. Ze geloven allemaal dat mannen en vrouwen gelijk geschapen zijn en gelijke rechten hebben. Het is een instinct geworden, het zit in hun bloed. Menszijn is voor hen voldoende. Jongeren zijn op een bepaalde manier geslachtsloos, alleen voor de geslachtsdaad splitsen ze zich nog op in twee verschillende seksen. Maar het ‘ik zal altijd van je houden' krijgen ze niet meer over hun lippen. Ze hebben relaties, maar liefde kennen ze niet, voelen ze niet. Ze zijn uitsluitend geïnteresseerd in zichzelf. Communicatie is dan het grootste probleem.15 Wanneer de ander gelijk is aan jezelf, is er geen nieuws meer te melden. En hoe staat het met het christelijke leven in onze kerken? Zijn mannen en vrouwen daar bezig met een inhaalslag? Verloochenen ook wij, christenen, daarmee ons geschapen zijn naar Gods beeld en gelijkenis? Want het feminisme vernietigt het schepselmatige, de natuur van mannen en vrouwen, hun identiteit.

Hermeneutiek en feministische (evangelische) identiteit

De feministische theologie16 ontwikkelt een kritische hermeneutiek met als uitgangspunt de ervaring van het uitsluiten en onzichtbaar maken van vrouwen. Ze eist de Bijbel op als krachtgevende en inspirerende bron en als autoriteit in de strijd voor rechtvaardigheid, vrijheid en solidariteit. Maar de lakmoesproef, waardoor de Schrift het Woord van God kan zijn is de vraag of bijbelteksten en tradities er al dan niet op gericht zijn een einde te maken aan situaties van overheersing en uitbuiting. De kern van zulk een feministische bijbelinterpretatie is de vrouwenkerk, in de zin van tegengesteld aan het patriarchaat. Haar doel is daarmee zelfbevestiging en macht en bevrijding van alle patriarchale, mannelijke overheersing en uitbuiting.

Ze is oorzaak van een radicale verandering in alle vormen van traditionele theologie: een paradigmaverschuiving van een androcentrische naar een feministische wereldopvatting en van een verschuiving in de bijbelinterpretatie, van een gelovige aanhankelijkheid aan bijbelteksten of een gehoorzame onderwerping aan het bijbels gezag, naar een historisch verstaan van de bijbel, waarbij een keuze wordt gemaakt tussen onderdrukkende en bevrijdende tradities, zonder de Bijbel in zijn geheel te aanvaarden of te verwerpen. De Bijbel functioneert niet langer als gezaghebbende bron, maar als hulpbron voor de bevrijding van vrouwen. Bijbelteksten die als seksistisch of patriarchaal zijn geïdentificeerd moeten niet meer gebruikt worden in de christelijke eredienst of in de catechese. Teksten die blijk geven van een bevrijdende visie moeten hun plaats krijgen in de liturgie en de leer van de kerken.

Mannen die zich bekeren tot het feminisme moeten kiezen voor de onderdrukten en moeten meer vrouwbewust worden, terwijl vrouwen haar zelfvervreemding moeten proberen te overwinnen. De feministische theologie bepleit voor mannen een theologie van het afstanddoen, maar voor vrouwen een theologie van zelfbevestiging. De achtergrond hiervan is de radicale veronderstelling dat het geslacht maatschappelijk, politiek, economisch en theologisch bepaald is en dient om uitbuiting en onderdrukking van vrouwen in stand te houden. De feministische identiteit berust niet op de biologische sekse, op complementariteit van de seksen of op geslachtsverschillen, op het mannelijke en vrouwelijke, maar op de gemeenschappelijke historische ervaring van vrouwen in de bijbelse geschiedenis . De plaats van de goddelijke openbaring en genade is daarom niet zonder meer de Bijbel of de traditie, maar de kerk van vrouwen, vroeger en nu. Door deze keuze kunnen vrouwen God vinden in haarzelf en haar liefhebben.

Wanneer een gnosticus als J. Slavenburg een boek schrijft over de vrouw, als de mislukte man, over vrouwenhaat in het christendom,17 dan is het te begrijpen dat in de afgelopen eeuw een tegenbeweging als het feminisme op gang is gekomen. Deze beweging zou getypeerd kunnen worden als mannenhaat. Mannen krijgen de rekening gepresenteerd van hun eeuwenlange ongehoorzaamheid aan God door te falen in hun verantwoordelijkheid en liefde tegenover hun vrouwen en hun gezinnen, door hun plaats als vader en als liefhebbende echtgenoot niet in te nemen. Ze zijn afwezig, figuurlijk maar vaak ook letterlijk. Deze nalatigheid opende de deur naar de opstand van vrouwen tegen deze verwaarlozing. Ze horen niet meer dat ze bemind worden en hebben daardoor hun identiteit verloren. Het feminisme is een soort straf op de vlucht van mannen voor God. Gezagsuitoefening van mannen zonder eerbied voor God wordt tot masculinisme, wat de haat van het feminisme over zich uitroept.18 Wij zien het om ons heen, echtscheidingen, losgeslagen kinderen, homoseksualiteit van mannen en vrouwen, vrouwen die over de grenzen van haar autoriteit gaan en delen van de functie van de man op zich nemen en mannen en vaders die zich in een diepe crisis bevinden.

Tijdgeest en gnosis werken ondergronds samen om de maatschappij en het cement van de maatschappij, het gezin, te ontwrichten. Men verdraagt geen autoriteit meer boven zich, ieder heeft zijn eigen waarheid en de Bijbel als gezaghebbende bron wordt door een kritische exegese ontkracht van haar levende en krachtige functie: de verlichting door de Heilige Geest wordt tot verduistering. De schepping zelf wordt gehaat, omdat mensen tegen hun natuur ingaan en hun geschapen zijn als man en vrouw verloochenen.

Conclusie

In het begin werd de vraag gesteld waarom mannen en vrouwen van deze tijd een identiteitsprobleem hebben. De schuld werd gelegd bij de tijdgeest, waaraan de gnosis zich altijd weer hecht: de gnosis was er namelijk al in verre tijden, zelfs reeds virtueel aanwezig in het paradijs. De gnosis met haar kenmerken van zelfverwerkelijking en gelijkheid (androgynie) probeert altijd weer het patroon dat God in de hemel voor mannen en vrouwen heeft vastgesteld te veranderen. Want God schiep man en vrouw naar Zijn beeld en als Zijn gelijkenis (Gen.1:26,27) . Ze werden volmaakt geschapen, aan elkaar gelijkwaardig, als complement van elkaar. Het falen van Adam en Eva verhinderde echter de volmaakte relatie die God voor hen in gedachten had. Maar hun fout stelde het basisprincipe waarop hun relatie was gebouwd, niet buiten werking. In dit basisprincipe, in dit patroon was Adam, de man, verantwoordelijk voor het initiatief, de actie en Eva, de vrouw, was verantwoordelijk voor de reactie, de beantwoording.19 In de maatschappij zien wij andere patronen, waardoor in huwelijk, gezin en maatschappij verwarring en onzekerheid ontstaan.

Wij, als christenen, staan met onze beide voeten in deze tijdgeest en worden er door omgeven. Kunnen wij en willen wij nog geheel anders zijn? Wanneer onze maatschappij zulk een diepe identiteitscrisis kent, hoe reageren wij dan? Kennen wij onze cultuur en weten wij waar de problemen liggen? Zijn de trucs van satan ons bekend? Bekeren wij ons van onze onderwerping aan de wereldgeesten? De eigenlijke strijd speelt zich in wezen af in onze gedachtewereld, in onze verbeelding, in onze redeneringen, argumentaties en kennis. Wij moeten ons denken door de Schrift laten hervormen, door de Heilige Geest te vragen ons te verlichten met Zijn waarheid.

De praktijk wijst uit dat de vrouw in zekere zin de spil is waar de hele relatie om draait. Ook de Schrift begint altijd bij de vrouw als ze uitlegt waar de verantwoordelijkheden liggen van man en vrouw. De vrouw heeft volgens Derek Prince20 het vermogen om een slecht huwelijk en een falende echtgenoot te veranderen in een goed huwelijk en een succesvolle man, als ze leert wat het is om te bemoedigen en te ondersteunen. Dat vereist altijd zelfverloochening, zelfopoffering, want dat is het wezen van het huwelijksverbond: je leeft niet langer voor jezelf. Hier stuiten wij op het verschil tussen zelfverwerkelijking en zelfopoffering. Zonder toewijding door een verbond, met God en met de ander, kan geen relatie bestaan. Zonder offer kan er geen verbond zijn. De conclusie moet zijn dat het feminisme, maar ook het evangelisch feminisme, met hun gelijke vooronderstellingen, niet alleen de ondergang van de man tot gevolg heeft, maar ook haar eigen ondergang. Het feminisme loochent God en Zijn schepping, het voor elkaar geschapen zijn en dat is het kenmerk van de gnosis met haar concentratie op het eigen zelf, op wezenlijke gelijkheid.

De Bijbel wijst echter ook op het aandeel van de man. Efeziërs, hoofdstuk 5:22-33 laat zien dat de conditie van de vrouw weerspiegelt hoe de man functioneert, goed of slecht. Als Christus functioneren is het moeilijkste wat er is. Maar het is ook waar dat een man die zichzelf liefheeft, zijn vrouw kan liefhebben, omdat ze uit hem genomen is (Gen. 2:23) . Zijn verantwoordelijkheid is haar te beschermen en voor haar te zorgen.

Welke vrouw zou een man die als Christus wil zijn, niet liefhebben? Wanneer echter een vrouw haar verantwoordelijkheid niet neemt door haar man in zijn rol van hoofd van het gezin te erkennen, dan is er de kans dat hij die positie neemt door te heersen, of dat hij het helemaal laat afweten en vertrekt. En de kinderen zijn weer de dupe. De liefde van een vader voor zijn gezin zou een spiegel kunnen zijn van de liefde van God, als Vader. Mannen en vrouwen die hun plaats niet innemen, brengen kinderen voort die losgeslagen zijn, die zich met geen werkelijke vader en met geen werkelijke moeder meer kunnen identificeren, die geen identiteit meer kennen, die geen wortels meer hebben. Willen wij christenen dergelijke ontsporingen op ons geweten hebben? Waar zijn de echte vaders en de echte moeders?

Allereerst is het dus weer een zaak van omdenken, van bekeren en van daaruit een zaak van willen gehoorzamen aan Gods onderwijs en de ander willen liefhebben, door zichzelf te willen opgeven. Het geheim is toewijding door middel van een verbond. Pas wanneer mannen en vrouwen zich volledig aan God willen toewijden in een verbond, 21 kunnen zij van daaruit ook zich aan elkaar toewijden. God kennen en elkaar kennen als man en vrouw: ons levensdoel.


1.  Trouw, 16 december 2003, René van Woudenberg, Verbintenis.
2. Foulquié P. et Saint-Jean R., Dictionnaire de la langue philosophique, Paris, Presses Universitaires de France, 1969. Identiteit komt van lat. identitas, van idem, hetgeen betekent dat iemand degene is die hij verondersteld wordt te zijn, dat hij dezelfde is. Individualiteit is synoniem met persoonlijkheid, met het ik en betekent het kenmerk van hetgeen een individu vormt. Individu, van het lat. individuus (wat een niet te delen eenheid betekent), synoniem met persoon, betekent een menselijk wezen, onderscheiden van andere menselijke wezens door zijn kenmerken, zijn karakter. Zich identificeren betekent, in gedachten dezelfde worden als de ander, d.w.z. denken, voelen, zich gedragen alsof men de ander is. Men bereikt dit vooral wanneer men de ander begint lief te hebben. In het bijzonder, zich identificeren met de vader of de moeder.
3. Trouw, 18 februari 2004, Gerard Dekker, Ego-religie verdringt godsdienst; religie & spiritualiteit
4. Jager, Okke, Interview met de tijdgeest, Kampen, Kok, 1956, 168 p. m.n. p. 5-11.
5. George Whitefield Bulletin van mei 1998, Spiritualiteit en mystiek, door E. Timmerbeil-Snel, p. 39.
6. Bavinck, J.H., En voort wentelen de eeuwen, Wageningen, N.V. Gebr. Zomer en Keunings Uitgeversmaatschappij, z.j., 232 p; m.n. p. 188 en p. 224. Dit boek is inmiddels opnieuw uitgegeven (2003).
Wat betreft nihilisme: komt van het Latijn nihil en betekent niets. Volgens deze leer is er geen enkele substantiële werkelijkheid (ontologisch nihilisme),of kan men niets kennen van de werkelijkheid (kritisch nihilisme), of accepteert men geen enkele morele norm, geen enkele sociale dwang. (Foulquié).
7. Studiebijbel no 7b, 8, 9, Uitgeverij In de Ruimte, resp. 1996, 1987, 1988. Gnosis, een postmoderne gnostisch-mystieke opleving, E. Timmerbeil-Snel, binnenkort te vinden op de site van de George Whitefield Stichting, 
 Evangelischen op zoek naar identiteit, H. Bakker, site George Whitefield Stichting,
8. Prince, Derek, Heemskerk, DPM Nederland, 2003, De misleiding van onafhankelijkheid, p. 27-39.
9. Studies over Spiritualiteit en Mystiek, en Mystiek als kern van spiritualiteit, 1, 2, 3, gepubliceerd in het George Whitefield Bulletin en op de site van de George Whitefield Stichting gezet. Zie ook studies over gnosis, noot 7.
10. Bavinck, ibidem, p. 197-198.
11. Bloom, Allan, De gedachteloze generatie. Hoe ons onderwijs de cultuur bedreigt. Utrecht, Het Spectrum BV, 1988, vertaling van The Closing of the American Mind, 1987. Hfst. 4 m.n.
12. Trouw, 23 maart 2004, R. van Woudenberg, Wat absoluut is en wat niet.
13. Piper, John and Grudem, Wayne, Recovering biblical manhood & womanhood, a response to evangelical feminism. Wheaton, Illinois, Crossway Books, 1991, 566 p. Hst. 18: The assumptions and implementations of modern feminism.( m.n. 314-315).
14. in de gnosis is het zelf een goddelijke vonk en zijn alle vonken identiek, gelijk
15. Bloom, Allan , ibidem
16. Schüssler Fiorenza, Elisabeth, Geen stenen voor brood, de uitdaging van de feministische bijbelinterpretatie. Hilversum, Uitgeverij Gooi en Sticht BV, 1986. Vertaling van Bread not stone. The challenge of feminist biblical interpretation. Zie Inleiding en hfst. 1: De Vrouwenkerk. Alhoewel er verschillende vormen en uitingen zijn van de feministische theologie hebben zij alle uitgangspunten en inzichten van het feminisme gemeenschappelijk en functioneren binnen het kader van uiteenlopende theologische inzichten, zoals neo-orthodoxie, evangelische theologie, etc.(p.25).
17. Slavenburg, J. De mislukte man. Vrouwenhaat in het christendom. Zutphen, Alpha, 1996, 156 p.
18. Huntemann, Georg, De onpersoonlijke mens. Gedachten over de geestelijke crisis van deze tijd: De omverwerping van waarden, Leven zonder gezag en God, Het feminisme. Groningen, Uitgeverij De Vuurbaak bv, 1983. 105 p. ( m.n. p. 88). Vertaling van Die Zerstörung der Person.
19. Prince, Derek, Man & Vader, Gods bestemming voor mannen. Heemskerk, DPM Nederland, 2000, 203 p. (m.n. p. 37,38).
20. Prince, Derek, Het Huwelijk, een verbond. Groeien in toewijding en eenheid. Heemskerk, DPM Nederland, 1999, 109 p. (m.n. hfst. 3)
21. Prince, Derek, ibidem, hfst. 4.

© 2008 George Whitefield Stichting.