kata theon lupe

droefheid naar Gods wil, 2 Kor. 7:10
 
Door drs. H.A. Bakker
 
Verandering en wezenlijke groei van de Kerk in onze tijd komen niet tot stand zonder strijd en pijn van het hart. Onze samenleving is erop gericht de tijd om daarmee bezig te zijn niet te geven. We hollen door. Toch roept God ons terug en misschien zet Hij ons terug, of wellicht werpt Hij de Kerk terug op een ziekbed, waar zij tot herstel en herbezinning mag komen. De tijd van de puriteinen mag ons daarbij als historische verheldering dienen. De puriteinen schreven veel over pijn in het hart en over berouw. In dit artikel wil ik daar dieper op ingaan.
 
Puriteinen - een zuivering van de Kerk
 
Men kan het zich vandaag de dag misschien moeilijk voorstellen, maar het Puritanisme heeft een allerminst kleine invloed uitgeoefend op de analoge nederlandse bewegingen, zoals bijvoorbeeld de Nadere Reformatie, maar ook de latere evangelische beweging.1 De puriteinen streefden een verdieping na van de reformatie binnen de kerken2, het zogenaamde 'ecclesia reformata semper reformanda', een voortdurende, heilzame verandering van de Kerk van de Reformatie. In die geest schreef ook Willem Teellinck in 1627:
... dat daer noyt Reformatie soo gheluckelyck is beleydt gheweest, onder den volcke Godts, oft daer heeft altydts noch wat ontbroken, daer is noch altydts wat meer aen te doen geweest ...3
 
De puriteinen waren ervan overtuigd dat God zijn nieuwe wijn alleen kon geven als de Kerk bereid was nieuwe wijnzakken te gebruiken. Maar de reactie is meestal zoals Jezus al aangaf:
 
En niemand die oude gedronken heeft, wil jonge, want hij zegt: De oude is voortreffelijk (Luk. 5:39).
 
Deze 'voortreffelijkheid' van het oude kan een belemmering gaan worden voor de nodige verandering. De verandering bij de puriteinen lag allereerst op het geestelijke vlak. De zuivering van de Kerk begint in het hart van elk mens - een berouwvol hart. Op het berouwvolle hart wil ik nu dieper ingaan.
 
Puriteinen - een zuivering van het hart
 
De nadruk binnen het Puritanisme, namelijk de zuivering van de Kerk, is mede geïnspireerd door Petrus Ramus.4 Deze schoof het Aristotelisme van de Katholieke Kerk van zijn dagen volkomen terzijde, bekeerde zich tot het protestantisme en het Platonisme. Daarmee zette hij dus ook het Thomisme met het primaat van de rede aan de kant.5 Volgens Ramus is de mens vóór alles een gevoels- en wilswezen. De wils- en gevoelsfaculteiten hangen nauw samen. In de psychologie van bijvoorbeeld Jonathan Edwards is die invloed later merkbaar: 
 
So the will and affections of the soul are not two distinct faculties. The affections are not essentially distinct from the will. They differ only in liveliness and sensitivity of their exercise, not in their expression.6("Dus de wil en het gevoelsleven van de ziel zijn niet twee afzonderlijke eigenschappen. De gevoelens staan in wezen niet los van de wil. Ze verschillen onderling alleen qua levendigheid en teergevoeligheid in hun functioneren, niet in hun uitingsvorm.")
 
Het vermogen om te begeren en te willen zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar.7 De Heilige Geest zal de mens ook daarop aanspreken. De prediking van het Woord moet de mens dan ook, naast zijn verstand, raken in zijn wil- en gevoelsvermogen.8 Men noemt dit wel een voluntaristische mensbeschouwing.9
 
Het hart - huivering en zuivering
 
Dit nieuwe accent was nodig. Het kerkelijk leven dreigde soms te stranden op droge en dode orthodoxie. Volgens de puriteinen kon God zich ook verbergen voor menselijke logica en theologische berekeningen. God in zijn verhevenheid ontstijgt ons voorstellingsvermogen en is soms, en ik bedoel dat niet oneerbiedig, onberekenbaar voor mensen. Gods spreken is zo ontzagwekkend dat de luisteraar alleen maar gefascineerd kan stilzitten, maar ook kan huiveren. Klassiek wordt dit het 'mysterium tremendum ac fascinosum' genoemd.10 Grote vreugde en bewondering kunnen samengaan met grote huiver en ontzag. De psalmist schrijft:
 
Dient de Heere met vreze en verheugt u met beving. (Ps. 2:11)
 
De puriteinen kunnen ons leren dat God meer is dan de som van onze dogmatiek en belijdenisgeschriften. Wie vraagt naar de betekenis van de puriteinen voor ons vandaag de dag, komt niet om de constatering heen dat de puriteinen diep doordrongen waren van Gods eer en grootheid.11 Het besef van eigen kleinheid stond daarnaast. Verootmoediging was een levensstijl, gebouwd op het vieren van Gods uitnemende heerlijkheid. De fascinatie en huivering van het hart vanwege Gods spreken waren kenmerkend.
 
Het hart - berouw en pijn
 
De betekenis van het puriteinse gedachtengoed voor ons is dan al niet meer ver te zoeken. Ootmoed spreekt de moderne gelovige niet zo aan. Volgens velen moet je juist geloven in de kracht van het positieve denken - denk groot over jezelf - je leeft maar één keer. De keerzijde daarvan is de oppervlakkigheid en stuitende simpelheid waarmee over de Heere God gesproken wordt, als blijk van geestelijke armoede. Een spreker zal niet in populariteit toenemen als hij een serie preken gaat geven over berouw. Packer stelt een prangende vraag:
 
You have heard, I am sure, many, many sermons on faith. How often, I wonder, have you heard a series, or even one, preached on repentance? You have books in your home on living the Christian life successfully. Do they even mention repentance, let alone much of it as a vital lifelong discipline?12 ("U hebt vast en zeker veel preken gehoord over geloof. Maar hoe vaak hebt u een serie preken of zelfs maar één preek gehoord over berouw? U hebt thuis boeken op de plank staan over hoe je succesvol kunt leven als christen. Wordt berouw daarin überhaupt genoemd? Laat staan dat het uitgebreid aan de orde komt als een discipline die in heel het christenleven van vitaal belang is?")
 
Overtuiging van eigen kleinheid is een werk van Gods Geest om ons voor te bereiden meer van Christus' grootheid te zien. En dat berouw is voor het hele verdere christenleven van vitaal belang.
 
De apostel Paulus spreekt bij de Korinthiërs over een "droefheid naar Gods wil", die onder hen de ruimte opende voor "ernst, meer nog, verontschuldiging, verontwaardiging, vrees, verlangen, ijver, bestraffing." Deze droefheid werkte positief uit. Zielepijn kan door God gegeven worden en heilzaam zijn. Een voorbeeld is te vinden in Rom. 9:1-2:
Ik spreek de waarheid in Christus, ik lieg niet, want mijn geweten betuigt mij dit mede door de Heilige Geest: ik heb een grote smart en een voortdurend hartzeer.
 
De pijn waar Paulus over spreekt, is een verdriet om de ongelovigheid van het volk Israël. Een intens verdriet dat 'mede betuigd' wordt door de Heilige Geest. Hetzelfde woord als in Rom. 8:16. De Geest van God kan op hetzelfde moment het 'Abba, Vader' en een 'grote smart' met een 'voortdurend hartzeer' mede betuigen in dezelfde Paulus. Blijdschap, vermengd met pijn. Beide door de Geest ondersteund.
 
Puriteinen - het berouw
 
De puriteinen hadden het vaak over die twee kanten van het leven met God. Naast vreugde is er ook berouw: een 'droefheid naar Gods wil'. Thomas Watson13 beschrijft deze droefheid als not superficial: it is a holy agony14 ("niet oppervlakkig: het is een heilige, hevige pijn van de ziel"). Thomas Brooks15 vergelijkt de aandoening van pijn en berouw met uitbraaksel:
 
Repentance is the vomit of the soul; and of all physic, none so difficult and hard as it is to vomit.16 ("Berouw is het braaksel van de ziel; en van alle verrichtingen van het lichaam is geen zo moeilijk en zwaar als braken.")
 
Volgens deze twee puriteinen is berouw dus geen oppervlakkig gevoel, maar een indringende confrontatie met de pijn die door zonde wordt veroorzaakt. Berouw gaat verder dan tranen en spijtbetuigingen (zie Hebr. 12:17).17
 
Heere, open mijn lippen, opdat mijn mond uw lof verkondige. Want Gij hebt geen behagen in slachtoffers, dat ik die brengen zou; aan brandoffers hebt Gij geen welgevallen. De offeranden Gods zijn een verbroken geest; een verbroken en verbrijzeld hart veracht Gij niet, o God (Ps. 51:17-19).
 
Het verdriet dat God geeft, is volgens Watson innerlijk, blijvend en hevig, maar het is ook de voedingsbodem waarop geloof en herstel groeien.18 De bidder wordt door zijn nood heen tot Christus getrokken, waar vergeving en genezing zijn voor de ziel. De uitnodiging krijgt bij de puriteinen een centrale plaats.
 
Puriteinen - de uitnodiging en de Heilige Geest
 
Het is daarom, aldus Brooks, een duivelse leugen enerzijds dat berouw hebben eenvoudig zou zijn, maar ook een leugen anderzijds, te denken dat onze ziel alleen maar in zak en as moet blijven zitten.19 Integendeel. Brooks herkent dat juist als een duivelse list om de gelovige van Christus af te houden en hem in een troosteloze en martelende onzekerheid gevangen te houden. Christus moet verkondigd en geschilderd worden. Hij nodigt uit om tot Hem te komen en rust te ontvangen. Hij is zoenmiddel in zijn bloed - door het geloof mag men zich dat toe-eigenen (Rom. 3:25).20 Het is die uitnodiging die de puriteinen zo sterk verwoord hebben.21
 
In een stichtelijke voetnoot verwijst Brooks naar Hebr. 12:24.22 Tot de weifelende Hebreeën wordt gezegd:
 
... (gij zijt genaderd) ... tot Jezus, de Middelaar van een nieuw verbond, en tot het bloed der besprenging, dat krachtiger spreekt dan Abel.
 
Het bloed van Abel spreekt van de grond, klaagt aan, roept om oordeel. Maar het bloed van Christus "spreekt krachtiger". Daarom wordt de christen door het berouw heen in de zekerheid gebracht dat zijn zonden vergeven zijn. Hij verheugt zich dat hij tot geloof en wedergeboorte gekomen is; hoe dat is gebeurd en of dat is gebeurd zoals bij anderen, is niet belangrijk, zoals Wilhelmus a Brakel schrijft:
 
Maar dat zeggen wij ..., dat niemand bekommerd moet zijn over de wijze van bekering, omdat hij niet is overgebracht op deze of gene wijze, die men zichzelven voorschrijft, of op welke anderen bekeerd zijn. Zoo de bekering daar is, zoo is het wel ...23
 
Het is een 'spreken' van God tot het hart. Het is een spreken van de Heilige Geest, dat ook wel genoemd wordt het 'Testimonium Spiritus Sancti' ('getuigenis van de Heilige Geest'). De basis daarvoor reikt de Schrift ons zelf aan, zie onder andere Rom. 8:16 en Gal. 4:6. De Geest getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn. Zonder de hulp van de Geest zouden wij dat niet over de lippen kunnen krijgen. Romeinen 8 laat zien dat de Geest onze zwakheid te hulp moet komen - de schepping zucht, een kind Gods zucht, de Geest zucht onuitsprekelijk diep mee. Een drievuldig zuchten waar God zich mee verstrengelt. Van daaruit wordt de troost, maar ook de zekerheid en de blijdschap geboren.24 Vanuit die diepe zucht leert de Geest ons stamelenderwijs het "Abba" roepen, maar ook vieren. De blijdschap van de Geest overstemt de pijn van berouw, ofschoon beide blijven bestaan.
 
Het 'krachtiger spreken' van de Geest betekent dat het niet zomaar gaat om een samenwerkingsverband tussen onze geest en Gods Geest. Nee, het is zoals van Genderen en Velema schrijven en ook de Dordtse Leerregels (V,10) bedoeld hebben:
 
De Geest van God geeft zulk een getuigenis, dat door zijn leiding en onderwijs onze geest tot het inzicht komt, dat de aanneming tot kinderen van God zeker is (Calvijn op Rom. 8:16). Het gaat niet om een medewerking van de Geest met onze geest, waardoor het getuigenis deels het zijne, deels het onze wordt, maar om een inwerking van de Geest op onze geest, zodat het één getuigenis wordt.
 
Voor de vraag naar de zekerheid van het heil is het van het grootste belang, dat wij beseffen dat het een zekerheid of verzekerdheid is die grond en oorsprong buiten ons heeft. De grond van deze zekerheid ligt in het middelaarswerk, dat Christus voor ons volbracht heeft, terwijl het werk van de Heilige Geest in ons er de oorsprong van is.25
 
Zo zouden de puriteinen het ook verwoord kunnen hebben. De grootheid van God wordt onverkort vastgehouden. God Zelf richt zijn Kerk op, maar doet dat niet zonder haar een gebroken hart te geven. De Geest doet haar ook pijn. Vanuit die pijn wordt zij uitgenodigd om tot de nodige verandering te komen.
 
Simson - een voorbeeld van een gebroken hart
 
Onze tijd kan vergeleken worden met die van de Richteren: "... ieder deed wat goed was in eigen ogen" (Richt. 21:25). Onze Kerk kan vergeleken worden met de richter Simson in zijn vroege, maar ook in zijn late dagen. Hij is krachteloos geworden, heeft zich gelegd op de schoot van Delila, liet zich de zeven vlechten afscheren. Blind draaide hij de molen en diende hij slechts nog tot vermaak van het volk. Maar God liet zich verbidden. Simsons haar begon weer aan te groeien (Richt. 16:22). Terwijl het volk naar zijn spel keek en hem weghoonde, bad hij een gebed om opwekking:
 
Heere Heere, gedenk toch mijner en maak mij nog slechts ditmaal sterk, o God (16:28).
 
Het hart van Simson was gebroken. Maar daar kon God weer wonen. Dat kunnen wij leren van de puriteinen. Maar laten wij ook dit gebed van Simson met het hart uitroepen:
 
Heere Heere, gedenk toch onzer en maak uw Kerk nog slechts ditmaal sterk, o God.

 
1. Zie bijvoorbeeld het beknopte maar handige boekje van C.A. van der Sluijs, Puritanisme en Nadere Reformatie, pp. 7-54. Heppe was de eerste die de verbanden werkelijk aantoonde, zie Heinrich Heppe, Geschichte des Pietismus und der Mystik in der Reformierten Kirche, namentlich der Niederlande [Leiden: Brill, 1879; reprografischer Nachdruck, De Groot Goudriaan, 1979], pp. 14-204.
2. Cf. Roger Abbott, "Frustrated Reform: Puritanism under Elizabeth I", in: Perfecting The Church Below (the Westminster Conference), pp. 14-32.
3. 1579-1629; "Noodwendigh vertoogh, aengaende den tegenwoordigen bedroefden Staet van Gods volck" [Middelburg, 1627], in: Documenta Reformatoria, Teksten uit de geschiedenis van Kerk en Theologie in de Nederlanden sedert de Hervorming [Kampen: Kok, 1960], Deel 1.
4. Ramus (1515-1572) was een toonaangevende Franse filosoof die zich rond 1561 bekeerde tot het protestantisme. Zijn invloed op het Puritanisme was groot (William Ames, William Perkins).
5. Achter het denken van Aristoteles en Plato staan twee verschillende denkwerelden en in wezen ook mensbeelden. Zonder Jung te vertegenwoordigen, verwijs ik hier toch naar C.G. Jung, Psychologische Archetypen [Katwijk: Servire, 1975], pp. 9-12.
6. Jonathan Edwards, Religious Affections [1746; Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 1994], p. 25.
7. Ten onrechte worden vandaag de dag door velen gevoel en wil tegen elkaar uitgespeeld. Niet zelden leidt dat tot grote pastorale problemen.
8. De insteek is via het verstand, maar als het verstand bevrucht is, worden wil en gevoel beïnvloed. Zie bv. Dr. D.M. Lloyd-Jones, Preaching and Preachers [London-Sydney-Auckland-Toronto: Hodder & Stoughton, 1971], p. 271.
9. Cf. Evangelical Dictionary of Theology, s.v. "Voluntarism".
10. Banbrekend was het boek daarover van Rudolf Otto, Das Heilige, über das Irrationale in der Idee des Göttlichen und sein Verhältnis zum Rationalen [Gotha: Leopold Klotz Verlag, 1917]. Het rationalisme van de liberale school liep een deuk op. Een prachtig pleidooi voor het hervinden van dit spreken van God hield Dr. A.W. Tozer in 1961, cf. Worship, the Missing Jewel of the Evangelical Church; a series of three sermons [Harrisburg: Christian Publications, zj]. Onlangs is ook J.I. Packer kort op Otto ingegaan in zijn boek A Passion for Holiness [Nottingham: Crossway Books, 1992], pp. 131-132.
11. Cf. Andrew Davies, "The Nature of Puritanism", in: Perfecting the Church Below (Papers read at the 1990 Westminster Conference) [The Westminster Conference], pp. 8-9.
12. J.I. Packer, A Passion For Holiness [Nottingham: Crossway Books, 1992], p. 34.
13. Puriteins prediker en schrijver, gestorven rond 1686. C.H. Spurgeon beschrijft hem als de mater alma van buitengewone evangelische geestelijken.
14. Thomas Watson, The Doctrine Of Repentance [1668; Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 1994], p. 20.
15. Puriteins prediker en schrijver, 1608-1680.
16. Thomas Brooks, Precious Remedies Against Satan's Devices [1652; Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 1993], p. 63.
17. Enorm actueel en belangrijk voor het pastoraat - ook het rouwen hoort bij berouw; de tijd nemen om te rouwen om het verlies van personen, jaren, integriteit, dat niet meer ongedaan gemaakt kan worden. Cf. het treffende onderzoek van Judith Lewis Herman, Trauma en Herstel; De gevolgen van geweld - van mishandeling thuis tot politiek geweld. Vertaald uit het Engels: Trauma and Recovery [Amsterdam: Wereldbibliotheek, 1993].
18. The Doctrine of Repentance, pp. 21-26.
19. Precious Remedies Against Satan's Devices, pp. 55-65, 142-182.
20. Cf. ook Teellinck daarover: "... ende door de toe-eygeninghe der verdiensten Christi, ons te versoenen met Godt ...", Soliloquium ofte Betrachtingen eens sondaers, die hy gehadt heeft in den angst syner wedergeboorte[Dordrecht, 1635], in: Documenta Reformatoria, p. 410.
21. Een uitvoerige bespreking van de gemeenschap van de christen met God geeft John Owen (1616-1683), Communion With God [Edinburgh: The Banner Of Truth Trust, 1991], 209 pp
22. Precious Remedies Against Satan's Devices, p. 146, noot 32.
23. Redelijke godsdienst [Rotterdam, 1700], in: Documenta Reformatoria.
24. Cf. J. Gwyn-Thomas, "The Puritan Doctrine of Christian Joy", in: Press Towards The Mark (Papers read at the Puritan and Reformed Studies Conference, 19th and 20th December 1961 [Clonmel: Clonmel Evangelical Bookroom, 1962, reprint 1992], pp. 16-30. 25. Beknopte Gereformeerde Dogmatiek, p. 113.

 


© 2003 George Whitefield Stichting.
dit is de tekst van de lezing die drs. H.A. Bakker hield op de conferentie Verlangen naar geestelijke groei, 23 september 1995, Lunteren.