George M. Bowman

Jaren geleden kwam in China een student naar een zendeling toe die zojuist het Evangelie had gepreekt en hij vroeg hem: "Meneer begrijp ik u goed?" "Wat bedoelt u?" vroeg de verbaasde zendeling. "Hier in China" vertelde de student "is het heel moeilijk om mensen te laten doen wat ze zouden moeten doen. Als ik u goed begrijp zorgt het Evangelie van Jezus Christus ervoor dat mensen gaan doen wat zij behoren te doen. Klopt dat?"

In deze paar woorden liet de chinese student de dwaasheid van wetticisme zien en tegelijk het hart van christelijke ethiek. Wetticisme is niet zoals sommige mensen zeggen: de weg naar een goed leven. Dat werkte niet met de kinderen van Israël en het werkt zo ook niet bij christenen. Onder de wet van het oude verbond gebood God gehoorzaamheid aan Zijn wetten met sterke dreigingen van straffen (tot en met de doodstraf toe) over ongehoorzaamheid. Om die reden noemt Paulus in 2 Korinthe 3 de wet de "bediening van de dood" en "de bediening van de vervloeking". De waarde daarvan kan niet vergeleken worden met de heerlijkheid van "de bediening der gerechtigheid" in het Evangelie van Jezus Christus.

De motivatie

Israël faalde op een verschrikkelijke manier in het proberen om het verbond van de wet te onderhouden. Dat komt omdat Bijbelse ethiek niet zomaar een uitwendige gehoorzaamheid vraagt maar een innerlijke, morele kracht die alleen God kan geven. God heeft deze innerlijke kracht gegeven in het nieuwe verbond in het Evangelie van Zijn reddende genade in Jezus Christus. In de ethiek van dat nieuwe verbond zendt God Zijn Geest om in de gelovige te wonen zodat hij in staat is om God te gehoorzamen niet uit dwang maar uit liefde. De volwassen gelovige ziet christelijke ethiek niet als een systeem van verboden maar als godzaligheid die komt vanuit zijn vernieuwde geest. In de wedergeboorte plant de Heilige Geest een nieuw levensprincipe in ons waardoor wij geloven in de Heere Jezus Christus tot zaligheid en ons bekeren van onze zonden. In die wedergeboorte wordt ook het zaad van liefde tot God en onze naaste geplant. Die liefde is de motivatie achter christelijke ethiek. Christus zegt: "Als je Mij liefhebt zul je Mijn geboden onderhouden." (Joh. 14:15) De conclusie uit deze woorden is dat ware liefde tot de Heere Jezus Christus ook een echt verlangen geeft om Zijn geboden te bewaren.

In verband met de christelijke ethiek is het van belang dat Christus Zijn liefde tot zondaren heeft laten zien in Zijn gewilligheid om voor hen te sterven zodat zij een nieuw leven aan gehoorzaamheid aan God mogen ontvangen. Daar gaat het in de christelijke godsdienst om. De Bijbel laat heel duidelijk zien dat de godsdienst die iemand heeft bepalend is voor zijn morele gedrag. John Murray schreef in zijn Principles of Conduct "Ethiek is gegrondvest op en een vrucht van de vreze des Heeren. Wat of wie wij aanbidden is bepalend voor ons gedrag." (p. 231)

Tweedeling

Er zijn christenen, ook onder hen die een bediening hebben, die deze relatie tussen liefde, aanbidding en ethiek negeren. Als gevolg daarvan missen zij de levende verbinding tussen ethiek en hun invloed op anderen. Ik had een keer een gesprek met een jonge christelijke aannemer, die zei dat hij liever werkte voor ongelovigen dan voor christenen. Toen ik hem vroeg waarom vertelde hij me van twee succesvolle christen-ondernemers en een goed betaalde predikant uit zijn kerkelijke gemeente die weigerde om de billijke rekening die hij vroeg voor het verbouwen van hun huis te betalen. "Zij eisten dat ik hen veel korting zou geven omdat ik bij hun in de kerk zat."

Omdat we weten dat zulke egoïstische christenen in veel kerken te vinden zijn moeten we ons af vragen hoe het kan dat wedergeboren christenen soms zo weinig liefde en ethiek hebben. Misschien komt het omdat sommige predikanten het belang van werken in de wereld onderwaarderen om daardoor het belang van hun eigen bediening extra te onderstrepen. Als gevolg daarvan zien christenen een duidelijke tweespalt tussen seculier werk en christelijke dienst. Sommigen zien hun eigen werk als onbelangrijk, als iets wat je moet verdragen omdat je nu eenmaal je brood moet verdienen. Zulke mensen vergeten dat zij al het werk "als voor de Heere" moeten doen. John Newton zei een keer: "Een christen mag luiheid nooit geestelijkheid noemen. Al is hij maar schoenenpoetser, dan moet hij de beste van heel het dorp zijn."

In zijn advies aan de gelovigen in Kolosse schrijft Paulus over het belang van de liefde als motivatie voor christelijke ethiek wanneer hij zegt dat gehoorzaamheid beoefend moet worden. "Niet met uitwendige dienst, als mensen-dienaars, maar met een oprecht hart, in de vreze des Heeren. Wat u ook doet, doe dat van harte, nog meer voor de Heere dan voorde mensen, wetende dat u van de Heere de beloning, de erfenis zult ontvangen. Het is de Heere Christus die u dient, werken ‘met een oprecht voor de Heere' wil zeggen: werken met een hart dat vol is met liefde voor Christus."(Kol. 3:22-24)

Ongelovigen beter dan christenen?

Na Paulus woorden gelezen te hebben kunnen we ons afvragen hoe het mogelijk is dat sommige christenen lui zijn. Want zulke mensen zijn bezig met vruchteloze activiteiten die niet tot eer van God of tot nut van de naaste plaats vinden. Paulus zegt: "Als iemand niet wil werken dan zal hij ook niet eten." (2 Thess. 3:10) Deze oproep is ook van toepassing op luie voorgangers omdat hun gedrag ook anderen beïnvloedt. De kerk van Christus mag een luie dienaar niet tolereren. Het is een Goddelijke regel dat de gelovige die God roept tot Zijn dienst een hardwerkende natuur heeft.

Een van de grote gevaren van de zonde van luiheid is dat het bijna altijd samen op gaat met de zonde van bemoeizucht en roddelen, de favoriete zonden van vele christenen. Volgens Paulus is de genezing hiervan te vinden in stilte, hard werken en het zich alleen met eigen zaken bemoeien. In plaats van lui zijn sommige christenen erg gierig. Een christen die werkte bij een succesvolle christen-handelaar vertelde me dat hij de christenen die hij in dienst had zo weinig betaalde dat ze nauwelijks konden geloven dat hij een goede reputatie had in zijn kerk. Blijkbaar was door zijn liefde voor geld, zijn liefde voor Christus en mede-gelovigen behoorlijk geslonken. In feite geloofde hij dat er niks mis mee is om ongelovigen meer te betalen dan zijn christelijke werknemers. "We hebben het gevoel dat hij misbruik maakt van ons omdat we christen zijn. "Sommige christenen, die niet lui of gierig zijn, zijn toch onethisch bezig omdat ze een hekel hebben aan het betalen van belasting. Een ondernemer die beleed in Christus te geloven vertelde mij dat hij op veel van zijn transacties geen BTW vroeg of betaalde. "Als ik die belasting zou heffen en betalen" vertelde hij "zou ik mijn beste klanten verliezen en gedwongen worden om de zaak te sluiten." Blijkbaar verontrustte het zijn geweten niet dat hij en zijn klanten een samenzwering hadden om de wet te breken!

Christenen die zich op zo'n manier gedragen doen grote schade aan de gemeente van God omdat sommige gelovigen, zoals de jonge bouwvakker die ik eerder noemde het idee krijgen dat mensen buiten de kerk betrouwbaarder zijn dan christenen. Wat is er dan een grote tegenstelling tussen het willens en wetens handelen tegen Gods wet en de belijdenis van geloof in en liefde voor Jezus Christus.

Waarom christenen geen succes hebben

Hoe komt het dat christenen zichzelf toestaan om er onethische praktijken op na te houden? Zonder twijfel zijn er sommigen die zo'n verlangen naar succes, winst, positie en waardering in de wereld hebben dat zij koste wat het kost hun verlangens willen vervullen. Christenen die dat doen hebben het gezicht op de kortheid van het leven verloren en zien niet de tijdelijkheid van alles wat deze wereld te bieden heeft. Zij hebben de dwaze vergissing gemaakt om tijdelijke voorspoed, macht en populariteit op aarde te zien als iets dat van meer waarde is dan eeuwig durende schatten in de hemel. Mislukking is een vast onderdeel van iedere activiteit die de christelijke ethiek ongehoorzaam is en van oneerlijke methoden om geld te verdienen. Omdat ik verschillende christenen op zakelijk gebied heb zien mislukken omdat zij onethisch zaken deden, geloof ik dat God het niet toe zal staan dat oneerlijke christenen tot het einde toe succesvol zijn. Een discipel van Christus kan niet lang genieten van zondige winst. God neemt een persoonlijk belang in wat zijn kinderen doen, of dat nu goed is of verkeerd. Het is belangrijk om in gedachten te houden dat God de omstandigheden zo kan veranderen dat welvaart, macht en aanzien die verkregen zijn door onethisch gedrag in een nacht verdwenen zijn.

Onethische christenen kunnen zich niet bezig houden met het misbruik maken van anderen zonder vijanden te maken. Sommigen hebben dit tot hun smart ontdekt. Mensen die oneerlijk behandeld zijn kunnen veranderen in mensen die op zoek gaan naar wraak en genoegdoening. Christenen hebben het recht niet om zich met oneerlijke praktijken ten koste van anderen bezig te houden. Het is een ding om verdrukking te lijden als christen omwille van het Evangelie van Christus. Maar het is heel wat anders wanneer we tegenwerking krijgen omdat we zelf op een verkeerde manier zaken doen. Er zijn ook christenen die, hoewel zij anderen niet misbruiken of oneerlijk behandelen, zich meer thuis lijken te voelen bij mensen met veel geld dan bij gelovigen. Deze vorm van identificatie maakt hun ongewild een medegenoot van hen die armen verdrukken. Het woord van God zegt: ‘Die de arme verdrukt om het zijne te vermeerderen en de rijke geeft, komt zeker tot gebrek.' (Spr 22:16)

Volgens de Bijbel zal een oneerlijke christen niet alleen armoede lijden maar ook eenzaamheid en verachting, omdat hij winst maakt op een verkeerde manier. Hoe naar is het om een welvarende christen te horen pochen over grote zakensuccessen die hij heeft bereikt door zijn zondige slimheid. Het is duidelijk dat er geen echt succes is voor mensen die weigeren om christelijk te handelen in het zakenleven. Dit is zo omdat hij een pad volgt dat diametraal tegenover Gods aanwijzingen voor het christelijke leven staat.

Verdachte belijdenis

We kunnen voor het beoordelen van iemands relatie met Jezus Christus niet alleen afgaan op zijn belijdenis van geloof. We moeten daarvoor ook iets weten over zijn ethiek, over zijn doen en laten en levensstijl. Volgens Gods Woord verlangen allen die de Heere echt kennen en liefhebben er steeds naar om het goede te doen en mensen in nood te helpen. Een christelijk leven dat deze eigenschappen mist, kan niet samengaan met een belijdenis van geloof. In hun verlangen om winst te maken bezwijken sommige christenen voor de gedachte dat kleine dingen er eigenlijk niet zo toe doen. Maar getrouwheid in kleine dingen doet er wel toe want het is een van de tekenen van een ware discipel van Jezus Christus. Sterker nog: iemand aan wie we kleine dingen niet kunnen toevertrouwen heeft het recht niet om een leider te zijn in de grote dingen, in het zakenleven, de overheid of een andere verantwoordelijke bezigheid. Jezus zegt: "Hij die getrouw is in het kleine, is ook getrouw in het grote." (Luk.16:10)

Wanneer wij willen dat onze geloofsbelijdenis niet verdacht wordt moeten wij Christus liefhebben en gehoorzamen en met anderen op een onpartijdige en faire manier omgaan. Elke andere vorm van gedrag is oneerlijkheid die geen plaats mag hebben in het leven van een man die belijdt een discipel te zijn van Hem die zei: "Ik ben de Waarheid." Wanneer wij niet eerlijk met anderen omgaan maken we gebruik van onzuivere balans op dezelfde manier als een handelaar die extra geld verdient door zijn weegschaal verkeerd af te stellen. "Een bedrieglijke weegschaal is de HEERE een gruwel, maar een volkomen weegsteen is Zijn welgevallen."(Spr.11:1)

Onethische praktijken zijn het gevolg van het ongehoorzaam zijn aan het Woord van God, van het verlaten van de eerste liefde, van het moedwillig Christus geboden ongehoorzaam zijn en het weigeren om "vrede na te jagen met alle mensen en de heiligmaking zonder welke niemand God kan zien." (Hebr. 12:14) Petrus schreef dat de manier waarop we onze roeping en verkiezing vast kunnen maken is door deze zeven karaktereigenschappen aan ons geloof toe te voegen: deugd, kennis, matigheid, lijdzaamheid, godzaligheid, broederlijke liefde en liefde jegens allen. (2 Pet.1:5-7) Waar deze ontbreken is er een groot gevaar dat de belijdenis van geloof verdacht is.

Beloofde straf

Sommige christenen weigeren te geloven dat de Bijbel kastijding beloofd aan hen die niet willen leven in gehoorzaamheid aan hun Heere. Maar hun ongeloof neemt de waarheid van deze goddelijke tuchtmaatregel niet weg. "Die onrecht doet, die zal het onrecht dat hij gedaan heeft dragen en er is geen aanneming des persoons." (Kol. 3:25)

Wanneer een rijke man die ten koste van anderen winst maakt, behagen schept in zijn luxe en rijkdom heeft hij geen oog voor de ellende die God hem kan laten overkomen. De Bijbel spreekt heel scherp tot degenen die anderen misbruiken om er zelf beter van te worden, de Heere gebruikt in het Oude Testament harde woorden om dat duidelijk te maken. De apostel Jakobus schrijft in het vijfde hoofdstuk van zijn brief dat de rijken die hun arbeiders slecht behandelen en hun rechtmatige loon niet uitbetalen op een dag zullen wenen en klagen vanwege de straffen die God hen geeft. Iedere keer wanneer ik Jakobus vijf lees, moet ik denken aan een zakenman die ik vroeger kende. Hoewel hij als ambtsdrager in zijn kerk populair was, raakte hij verstrikt in het bedriegen van medechristenen om daardoor geld te verdienen. Hij leefde een tijdje in de overdaad van zijn gestolen welvaart, maar op een dag kwam de door God beloofde ellende over hem heen. Hij werd in het openbaar ontmaskerd als een crimineel, waarbij hij alles verloor: het geld, zijn familie, zijn goede naam en zijn belijdenis.

De christen die zich schuldig maakt aan het uitbuiten van anderen om zichzelf te verrijken moet gewaarschuwd worden voor het gevaar waarin hij zichzelf brengt. Het kan zijn dat hij geen seconde stilstaat bij de gevolgen voor de slachtoffers van zijn wandaden, maar hij kan er absoluut zeker van zijn dat God hem op het oog heeft. In de confrontatie tussen hem en zijn slachtoffers staat God aan hun kant en niet aan zijn kant. "Want de HEERE zal hun twistzaak twisten en Hij zal de ziel roven van degenen die hen beroven."(Spr 22:23)

De enige manier waarop wij onszelf kunnen bewaren zodat wij niet in dit oordeel komen is door het voorbeeld van Job te volgen en er zeker van te zijn dat we in al onze relaties eerlijk zijn. Job was gezegend met grote rijkdom en hij wist dat die rijkdom van God kwam. Ook wist hij dat God van hem verwachtte dat hij een goede rentmeester en beheerder van deze rijkdom zou zijn. Job was zo zeker van zijn onpartijdigheid in al zijn relaties, hij was zo zeker van zijn eerlijkheid en goedheid jegens allen dat hij zijn critici uitdaagde om zijn leven te onderzoeken of hij ooit onrechtvaardig was geweest. Als dat zo was dan "Mijn schouder valle van het schouderbeen en mijn arm breke af van mijn elleboog!"(Job 31:22) Als Job met de beperkte kennis die hij over God had op zo'n manier kon leven, hoeveel reden te meer hebben wij om te leven vanuit de ethiek van het nieuwe verbond van genade.

Iedere christen moet zich bewust zijn van het gemak waarmee we de grenzen van Bijbelse ethiek kunnen overschrijden. Hij moet bidden dat God de Heilige Geest hem zal leiden om gerechtigheid te beoefenen, want zonder recht zal hij geen succes hebben. Zonder dat zal zijn belijdenis van geloof verdacht zijn en zal hij persoonlijk moeten leren welke straffen God voor hem uitgedacht heeft. "Want God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed of hetzij kwaad."(Pred.12:14)

Risico's van rijkdom

Wanneer zij gezegend worden met een bepaalde rijkdom denken sommige christenen dat zij daarom speciale toestemming hebben om zorgeloos te kunnen zondigen. Als gevolg daarvan denken zij niet na over wat de Bijbel zegt over Gods oordeel over zijn eigen volk. Hun rijkdom zorgt ervoor dat zij een verkeerd idee van Gods eigenschappen hebben. Zij leggen sterk de nadruk op Zijn liefde, vriendelijkheid, genade en vergeving terwijl ze veel minder oog hebben voor Zijn kracht, wijsheid, rechtvaardigheid, recht, heiligheid en wraak. Deze verkeerde gedachten over God die veel rijke christenen hebben ontstaan omdat velen tevreden zijn met een gedeelde Christus. Zij nemen Christus aan als hun Priester en Zaligmaker om de Goddelijke oordelen te ontlopen maar niet als hun Profeet met een boodschap om ter harte te nemen of als hun Koning aan wie zij gehoorzaamheid verschuldigd zijn. Dit geeft hen ook een verkeerd beeld van de betekenis van het discipelschap. Zij hebben geen verlangen om zichzelf te verloochenen, het kruis van identificatie met Christus' lijden te dragen en Hem te volgen waar Hij ook heenleidt.

Sommige moderne evangelisten hebben de neiging om het Evangelie voor te stellen als de oplossing voor alle huiselijke, sociale en zakelijke problemen. Dit soort van evangelisatie laat de zondigheid van de menselijke natuur voor God niet zien. Het doel van het Evangelie van Christus is echter in de eerste plaats om mensen zich bewust te maken van hun schuld in het bedrijven van zonde die God tot toorn verwekken. Een evangelie dat weinig of niets zegt over de rechtvaardigheid, heiligheid en toorn van God doet dat niet. Zonder een diepe overtuiging van zonde kan iemand de rijkdom van Gods verlossende liefde in Christus niet verstaan. Ook bezit hij geen liefde voor Christus en anderen als motivatie achter christelijke ethiek.

Als ik het goed beoordeel heeft Jezus Christus de zaligheid uit genade nooit aangeboden aan mensen die hun opstand tegen Gods gedragsregels willen voortzetten. Een belangrijk voorbeeld in dit geval is Zijn ontmoeting met de rijke jongeman. Wanneer hem gevraagd wordt om zijn bezittingen aan de armen te geven als een bewijs dat zijn vraag naar het eeuwige leven waarachtig was, draait hij om en gaat hij bij Jezus weg. Het blijkt duidelijk dat zijn liefde voor tijdelijke rijkdom groter is dan het verlangen naar het eeuwige leven. Omdat Hij wist dat de rijke jongeman het zondige karakter van zijn zonde en schuld voor God niet wilde erkennen, wist Jezus dat het aanbieden van vergeving en liefde voor hem geen betekenis had. Na deze ontmoeting waarschuwt Jezus Zijn hoorders ook voor het gevaar dat het bezit en grote welvaart met zich meebrengt. "Hoe moeilijk is het voor degenen die welvarend zijn om het Koninkrijk van God in te gaan!" (Luk 18:24)

Wanneer een christen druk is met de dingen van deze wereld kan het gebeuren dat hij vergeet dat God een rechtvaardige God is die zondige opstand tegen Hem niet onschuldig zal houden. Wanneer God christenen door het offer van Zijn enige Zoon verlost en een nieuw leven geeft, dan verwacht God ook dat zij Hem zullen liefhebben en in toenemende heiligheid zullen leven. Mozes waarschuwt de Israëlieten ervoor om de welvaart in het beloofde land niet te misbruiken omdat zij dan "zeker zullen vergaan in dat land." (Deut 4:26) Als gelovigen moeten wij een sterk verlangen hebben om een goede relatie met God te hebben, niet alleen in dagen van tegenspoed maar ook in dagen van voorspoed. Door oog te hebben voor de gevaren van materiële rijkdom kunnen we voorkomen dat we een verkeerde houding ten opzichte van God hebben.

Gevaar voor het gezinsleven

Sommige christenen willen zo graag aan hun kinderen "alles geven wat wij nooit hebben gehad" dat zij vergeten om aandacht te geven aan het morele en geestelijke welzijn van hun kinderen. Omdat er geen einde komt aan de lijst van dingen die die kinderen graag willen hebben, en zelfs eisen, van hun rijke ouders is het belangrijk dat ouders hier goed op letten. Daarom moeten ouders ervoor zorgen dat dit soort verlangens hun hart niet in beslag neemt en een verhindering wordt voor de geestelijke en morele opvoeding van hun kinderen. De Bijbel leert dat de discipelen van Jezus Christus geen recht hebben om hun familieleden hoger te stellen dan hun Heere. Jezus zegt: "Hij die zijn vader of moeder meer liefheeft dan Mij is Mij niet waardig en hij die zoon of dochter meer liefheeft dan Mij is Mij niet waardig." (Matth. 10:37). Sommige christenouders laten het gebeuren dat hun afwijkende kinderen hen in een toestand van geestelijke leegheid brengen. In de gesprekken in het gezin laten zij bewust de dingen van God buiten het gesprek om de ongelovige gezinsleden maar niet te kwetsen. In een poging om vrede in het gezin te houden verzuimen sommige ouders het noemen van de grote, Bijbelse waarheden waaraan het gedrag van alle mensen gemeten moet worden.

Zo blijkt dat het voor sommige ouders een hele moeilijke les is om te leren: namelijk dat de wegen van God altijd de beste wegen zijn. Voor sommigen lijkt het een automatische reactie om op al Gods uitdrukkelijke geboden te antwoorden met "ja, maar..." Op die manier brengen zij hun eigen ideeën en verlangens naar voren. Zo kan het gebeuren dat een christelijke ouder probeert de relatie die zijn dochter heeft met een getrouwde man te vergoelijken door te zeggen: "Ja, maar het is nog niet zo erg als drugsgebruik of een homoseksuele relatie." Helaas is dit de manier van denken van veel christenen. In plaats van het gebruiken van het Woord van God en de geboden die daarin staan om daarmee de juistheid van hun daden te beoordelen, stellen zij hun eigen regels op voor het beoordelen van zonden. Dat is een verkeerde en ook heel gevaarlijke manier van denken die gezinnen kan aantasten.

Welvarende christelijke ouders moeten hun geld niet misbruiken door zichzelf of hun kinderen in grote overvloed te laten leven. De Heere geeft aan mensen de mogelijkheid om rijk te worden zodat deze welvaart gebruikt kan worden in de dienst van God. Welvarende christenen hebben de ethische verantwoording om hun overvloed te gebruiken om het werk in Gods Koninkrijk te ondersteunen.

Gevaar van zelfverheffing

Het hebben van bezittingen is het recht van iedereen zolang hij zijn bezittingen op een eerlijke manier verwerft. Het Woord van God beoordeelt het bezit van rijkdommen niet, maar wel het misbruik ervan. Men loopt ook het gevaar van de zonde van zelfverheffing, van het trots worden door het hebben van veel bezit. Mozes waarschuwde het volk Israël ervoor dat materiële welvaart het risico in zich heeft dat we God vergeten en onszelf overschatten. Als christenen moeten we onze bezittingen altijd zien als zegeningen van de Heere en niet als iets wat wijzelf verdienen. Er is wijsheid voor nodig om te leven met overvloed, wanneer we dat niet hebben zal de overvloed ons leven verwoesten. Salomo zegt in Spreuken 1:32 "De bezittingen van de dwaas vernielen hem."

Gevaar van geestelijke onverschilligheid

Sommige christenen worden in geestelijk opzicht koud omdat zij veel te veel belangstelling hebben voor materiële zaken. Veel christenen zijn zich er niet van bewust dat voorspoed hen tot afgoderij kan brengen. Maar dat gebeurt wel degelijk en kan ervoor zorgen dat er weinig of geen verlangen is om God in geest en waarheid te dienen. Sommige christenen lijken er blind voor dat gierigheid zonde is en dat het verlaten van God om aardse winst het volgen van een pad vol verwoesting is. Mozes waarschuwde het volk van God om niet zover te gaan dat zij "de Heere uw God te toorn verwekken, door te doen wat kwaad is in Zijn ogen." (Deut. 4:25) Iedereen die dit ziet kan de gevaren van een welvarende levenstijl onderkennen. Maar sommigen van Gods kinderen sluiten hun ogen ervoor en wandelen blind in zondige gewoonten waartoe ze door financiële middelen in staat zijn.

De Bijbel leert duidelijk dat alle vormen van zonde verwoestende kracht hebben. Wanneer een welvarende gelovige blijft leven in geestelijk onverschilligheid, zal hij zich afkeren van de levende God om de dode afgoden van zondige verlangens te dienen.  Hij heeft de God Die het gebed hoort en verhoren wil verlaten om zijn vertrouwen te zetten op wereldse genoegens. Hij keert zich van de Alziende, eeuwige God af om zich toe te vertrouwen aan de blinde, tijdelijke beelden van welvaart. Wat een redenen hebben we om ons daarom aan God alleen toe te vertrouwen. Wat een reden ook om koste wat het kost alle risico's en verleidingen om Gods materiële en financiële zegeningen te misbruiken te voorkomen.

Wanneer we een christelijke werknemer zijn, of een werkgever, een voorganger in een gemeente, onderwijzer of zendeling, wat onze taak en positie ook is: onze liefde voor Jezus Christus en het Woord van God zal ons motiveren om christelijke ethiek in praktijk te brengen. Om ons te bemoedigen om nog veel meer tot Gods eer te leven in alles wat we doen zijn hier enkele regels uit een prachtig gezang van Charles Wesley.

In Uw naam, O Heere, ga ik
dagelijks voort in het werk,
waarin ik U alleen bedoelen wil
in al wat ik denk, spreek en doe.

Laat mij blijmoedig de taak,
die mij Uw wijsheid geeft, vervullen,
wees aanwezig in al mijn werk
en toon daarin Uw goede, ja volmaakte wil.

U, die mijn binnenste ziet,
mag ik aan mijn rechterhand stellen,
op Uw gebod mag ik werken
en alles aan U overgeven.


Met toestemming van de uitgever overgenomen uit: Reformation & Revival
Vertaling: Jelle Huisman


© 2002 George Whitefield Stichting.