Door Bennie Kooistra
 
In deze serie van vier artikelen, waarvan dit het tweede is, wil ik nadenken over relevantie, vitaliteit en aantrekkelijkheid van het christelijk geloof in een postmoderne tijd aan het begin van een nieuw millennium. De vraag houdt velen bezig in een tijd dat kerken leeglopen, ongelovige mensen het volstrekt dwaas vinden hun heil te zoeken bij een kerk en veel gelovigen wel geloven, maar het in feite ‘wel geloven'. In het vorige artikel heb ik gewezen op een probleem dat te maken heeft met de prediking en zaken die daarmee samenhangen. Dikwijls is de verwoording van dogma's of leerstellingen niet meer geweest dan een orthodoxe communicatie van woorden, gedachten, beelden en termen op een manier zoals in de zeventiende eeuw ook gangbaar was. Door leerstellingen en bijbelse zaken uit het verleden zomaar naar het heden te transporteren, zonder daarbij na te denken wat haar oorspronkelijke frisse betekenis was en zonder haar toe te passen op een nieuwe situatie zijn deze echter droog en onbuigzaam geworden. Met andere woorden, de theologische formulering die ervoor was bedoeld vandaag uit te drukken wat het in het verleden betekende, is verworden tot iets van het verleden zelf. Maar gelukkig hebben ze geleefd en is het de taak van een theoloog, predikant, jongerenwerker, evangelist of kringleider, om de oorspronkelijke betekenis van leerstellingen te herontdekken, om ze dan vervolgens toe te passen in een andere culturele situatie.

Rechtvaardiging
mcgrath alisterAlister E. McGrath heeft veel nagedacht over wat nu concreet de relevantie van het evangelie voor mensen vandaag is, en ik ben ervan overtuigd dat hij een waardevolle bijdrage levert aan het denken hieromtrent.

Dat leerstellingen en bijbelse concepten op de kring of van achter de preekstoel niet klakkeloos moeten worden opgesomd of herhaald, maar dienen te worden verklaard (decontextualisatie), opdat haar frisse betekenis wordt toegepast op een nieuwe situatie (recontextualisatie), past McGrath toe op het leerstuk van de rechtvaardiging door geloof. Het lijkt een leerstuk dat onder het stof zit. Gelovigen weten dat ze ‘door het geloof gerechtvaardigd zijn', maar het lijkt geen indruk op hen te maken, ja, volstrekt onbelangrijk te zijn. Laat staan dat je het thema moet behandelen in een dienst voor ongelovigen. Met een voorbeeld uit McGraths schoolperiode dat hierop van toepassing is wil ik laten zien dat McGrath gelooft in een ‘werkelijke herwaardering' van bijbelse beelden, "a rebirth of images": Toen ik op school zat, vonden we het leuk om met gevaarlijke chemische stoffen te spelen in het laboratorium van de school. Hoe gevaarlijker ze waren, hoe spannender het was om er mee te spelen! Één van de leukere proefjes was om een hele oude koperen munt in een beker met verdund salpeterzuur te gooien. Het zuur sloeg dan blauw uit en er kwamen daarbij vies ruikende gassen vrij. Terwijl de gassen zich verspreidden, zag de munt er weer als nieuw uit. Het zuur had het vuil en roet dat de afbeelding op de munt had bedekt, opgelost. De munten die we voor het experiment gebruikten waren oude Engelse pennies met de afbeelding van koningin Victoria erop. Die was helemaal onzichtbaar geworden door het vuil dat zich door de jaren heen erop vastgezet had. Hoewel de afbeelding er wel opstond, kon je haar niet zien. Door al dat opgehoopte vuil er met zuur af te halen, kwam de afbeelding weer boven en was toen weer heel mooi en duidelijk zichtbaar. Dit geldt ook voor beelden die de Bijbel gebruikt om ons te helpen het geloof beter te begrijpen en er enthousiast over te worden; ze zitten verborgen onder het vuil. Maar we kunnen ze weer laten glimmen! We moeten ze weer tot leven brengen!1
 
Het leerstuk van de rechtvaardiging door geloof is een belangrijk beeld in het christelijk geloof. Toch zien veel theologen haar als een theologische dinosaurier; een leerstelling die in zijn eigen tijd van importantie is geweest, maar nu is uitgestorven. Het leerstuk is in fossiele vorm overgebleven getuige de confessies uit de zestiende eeuw, maar zonder enig hedendaags nut. Paul Tillich een theoloog die tegenover de leer der rechtvaardiging een negatieve houding inneemt stelt dat: Het protestantisme is geboren uit de worsteling met de leer der rechtvaardiging door geloof. Dit leerstuk is vreemd voor de hedendaagse mens en zelfs voor protestantse mensen in de kerken. Inderdaad, zoals ik voortdurend heb opgemerkt is het zo vreemd voor de moderne mens dat het nauwelijks begrepen kan worden.2

Paul Tillich lijkt de vinger op de zere plek te leggen, want ook veel kerkmensen vinden het beeld van de rechtvaardiging door geloof een belangrijke zaak voor Luther, maar irrelevant voor hun leven. Maar zeggen dat de term ‘rechtvaardiging' als theologisch idee voor veel mensen in en buiten de kerk vreemd overkomt is niet hetzelfde als zeggen dat de waarheden en inzichten die de leer der rechtvaardiging in zich heeft vreemd en niet ter zake doende zijn. Het is de verantwoordelijkheid van theologen (en voorgangers, ouderlingen, evangelisten) om de betekenis te verwoorden op een manier die hun lezers of toehoorders kunnen begrijpen. Het is zoals C.S. Lewis het onder woorden heeft gebracht: We moeten de taal van ons publiek leren. En mag ik direct zeggen dat het geen zin heeft om a priori vast te leggen wat de ‘gewone man' wel en niet begrijpt. Dat moet je door ondervinding leren. Je moet elk onderdeel van de theologie in de omgangstaal overzetten. Dat kost veel inspanning, maar het is essentieel. Het is ook van veel nut voor je eigen denken. Ik ben tot de slotsom gekomen dat als je je eigen gedachten niet in ‘onontwikkelde taal' kunt vertalen, je gedachten verward zijn. Het vermogen om te vertalen is de proef van de som; dan weet je of je zelf echt begrepen hebt wat je bedoelt.3

Als het zo is dat mensen de leer der rechtvaardiging onbegrijpelijk vinden, komt dat niet omdat het leerstuk nutteloos is, maar omdat theologen in gebreke zijn gebleven haar kracht en relevantie uit te leggen voor de mensen vandaag; het probleem ligt niet in de leer, maar bij ons.

Toehoorders
Een van de redenen dat de leer der rechtvaardiging zijn impact verloren heeft, is de schuld van de predikant. Dikwijls spreekt hij over dit bijbelse thema op een wijze die heel goed zou passen bij een andere tijdsperiode, terwijl hij de specifieke situatie waarvoor hij zich gesteld ziet, veronachtzaamt. McGrath stelt dat veel predikanten het thema van de rechtvaardiging verkondigen in termen die komen uit de zestiende eeuw in de volle overtuiging dat dit de enige weg is om haar recht te doen, dat het precies zo moet worden verkondigd. Maar in tegenstelling tot deze predikanten zijn er veel mensen geweest die volledig rekening hielden met het eigene van hun situatie en het thema van de rechtvaardiging op een creatieve manier probeerden te communiceren. Het was immers hun roeping, ja, hun verantwoordelijkheid om deze waarheid te verwoorden in termen, beelden en concepten die hun hoorders konden begrijpen. Misschien dat sommigen veronderstellen dat het thema van de rechtvaardiging gedurende 19 eeuwen op dezelfde wijze werd verkondigd om daarmee ‘orthodox' en ‘bijbelgetrouw' te zijn, maar McGrath vindt dat onjuist. Volgens hem herkenden predikers in elke tijd de noodzaak het thema van de rechtvaardiging aan te passen aan de verschillende behoeften, noden en verlangens die bij mensen leefden. Zo verkondigde Augustinus het thema in neoplatonische termen, Anselmus van Canterbury in scholastieke termen, Thomas van Aquino in Aristotelische termen en Calvijn in juridische termen. Dit impliceert dat ze het leerstuk communiceerden in woorden, termen en beelden die de ervaring, hoop en angsten van hun eigen tijd aanspraken!4

De kerk mag niet gevangen worden gehouden door vormen van theologische uitdrukking die in de zestiende eeuw gebruikt werden. De leer der rechtvaardiging komt niet tot haar recht en volheid als we haar als een museumstuk of fossiel behandelen dat in precies dezelfde vormen moet worden bewaard die het had in de vijfde, negende of zeventiende eeuw. Nee, we moeten het thema van de dood en opstanding van Christus, geformuleerd door het leerstuk ‘rechtvaardiging door geloof', op onze eigen situatie toepassen, want dat deed Augustinus in zijn tijd en Luther en Calvijn in hun tijd.

De leer der rechtvaardiging is in McGraths optiek een diamant die je van verschillende kanten kunt belichten. Je kunt er omheen lopen en er van verschillende kanten naar kijken. Van de ene kant vallen je aspecten op die je niet gezien zou hebben als je alleen de andere kant bestudeerd had. Het thema van de rechtvaardiging heeft volgens McGrath verschillende aspecten in zich herenigd. Hier ligt een stuk huiswerk voor ons om al die facetten te herwaarderen omdat haar volheid anders niet volledig kan worden begrepen. Doordat ze zoveel aspecten in zich verenigt, kan ze worden toegepast in elke cultuur en elke menselijke traditie, een principe dat ‘contextualisatie' wordt genoemd. Immers, de leer der rechtvaardiging, van generatie op generatie overgeleverd, is niet slechts een leerstelling, een formule of een wiskundig concept, maar een omschrijving van de essentie van het christendom: een ontmoeting met de levende God door Jezus Christus. De leer der rechtvaardiging is een raamwerk. Het is slechts een poging om te verzekeren dat deze ervaring kan worden geverbaliseerd, onder woorden worden gebracht, zodat ze van generatie op generatie kan worden overgebracht. Maar wat van generatie op generatie wordt overgebracht, is niet zozeer een leerstuk of een formule, maar de levende realiteit en de ervaring die daarachter ten grondslag ligt. De prediker zal daarom primair op de ervaring, de ontmoeting betrokken moeten zijn, in plaats van op het raamwerk zelf. Het zou een ernstige misvatting zijn wanneer je de formule als doel op zich verkondigt: het leerstuk (of het raamwerk) verkondigt de ervaring en ontmoeting met God, maar is niet identiek aan die ontmoeting!5

Contextualisatie
Een principe dat als een rode lijn door McGraths boeken heenloopt en wat we als een van zijn hoofdthema's kunnen aanmerken is het principe van contextualisatie: je neemt de moeite om te doordenken wat de boodschap van het kruis betekent voor een specifieke situatie, gericht op je publiek. En McGrath meent dat het evangelie in staat is zich aan te passen - accommodatie - aan elke situatie. Het Nieuwe Testament getuigt van vele beelden en analogieën om het thema van de rechtvaardiging te onthullen. Deze verschillende beelden tonen ons de vele dimensies van de leer van de rechtvaardiging die met verschillende menselijke noden kunnen worden verbonden. Met een schema wil ik verhelderen dat het evangelie van de rechtvaardiging door geloof verschillende gezichtspunten in zich herbergt die we kunnen verbinden met verschillende behoeften van mensen.6
Ervaring                    Van                          Naar                           Door Christus      
Acceptatie Afwijzing
Acceptatie Liefde
Doel Dwalen 
Beogen Roeping
Feest
Verveling
Vreugde
Feestgever
Betekenis Absurditeit 
Redelijkheid 
Woord
Bevrijding 
Onderdrukking
Bevrijding 
Bevrijding
Worden
Niemand Iemand 
Uitnodiging
Kameraadschap         Eenzaamheid   Gemeenschap    
Aanwezigheid

Zo voelen we ons niet geaccepteerd maar afgewezen, maar door het werk van Christus aan het kruis accepteert de liefdevolle Heere ons. We leven een leven zonder werkelijke betekenis en ervaren een gevoel van absurditeit en wanhoop (zoals we dat tegenkomen in de boeken van de Franse existentialisten Camus en Sartre). Christus buigt deze situatie echter om naar een bestaan van redelijkheid en betekenis in deze wereld. Daarom is het de taak van de predikant en de zendeling om het thema van de rechtvaardiging met zijn situatie in verband te brengen, de relevantie ervan uit te stallen en haar op de toehoorders toe te passen.

Er treedt een gevaar op als een voorganger of theoloog technische, theologische taal gebruikt zónder dat hij uitlegt wat het betekent. In Nederland heb je veel beroepen waarin men zich bedient van technische taal, een jargon dat haast niet te begrijpen is door anderen. Iedereen is wel bekend met het recept van de huisarts dat hij krijgt voorgeschreven. Menigeen staakt wanhopig het ontcijferen van het recept want het is, afgezien van de soms warrige krabbels van de dokter, een aaneenrijging van termen en woorden die voor de gewone leek onbegrijpelijk zijn. Maar dat wij niet begrijpen wat op het recept staat wil niet zeggen dat het recept waardeloos is, maar het dient uitgelegd te worden in simpel Nederlands, zodat we begrijpen dat het medicijn belangrijk voor ons is. Zoals medici en IT-ers een gespecialiseerde taal gebruiken, zo bedient de theoloog, predikant of jongerenwerker zich ook van vaktaal. Technische termen als ‘zonde', ‘plaatsvervanging', ‘prijzen' en ‘rechtvaardiging' worden begrepen door een kleine groep die ermee bekend is, maar de rest van de wereld begrijpt er niets van. McGrath stelt dat de Gemeente het gevaar loopt dat termen als ‘verzoening' en ‘rechtvaardiging' weinig anders worden dan een stukje religieus jargon dat door ‘niet-ingewijden' niet meer begrepen wordt, of zoals hij zelf opmerkt: Paulus gebruikt vaak het woord ‘rechtvaardiging' om de betekenis van het kruis en de opstanding uit te leggen. Niet-christenen gebruiken het woord haast niet meer. We hebben dus een behoorlijk communicatieprobleem! Wat betekent ‘rechtvaardiging' in onze tijd?7

De vraag ‘wat de leer van de rechtvaardiging voor onze tijd betekent' is een vraag van McGrath die we moeten overwegen. Het thema van de rechtvaardiging kan op een veelheid van noden toegepast worden. Wanneer we over relevantie van het evangelie in een postmoderne cultuur nadenken zullen we moeten kijken waar de invalshoeken of noden liggen, zodat we ons daarop kunnen richten.

Ontvanger-georiënteerd
De mensen in de moderne westerse maatschappij vinden zaken als ‘betekenis', ‘vervulling' en ‘doel' wezenlijk voor hun leven. Deze existentiële categorieën vinden we diep in de menselijke ziel terug. Dan valt het op dat er een verschil is tussen aan de ene kant de periode van de Reformatie in de zestiende eeuw en de tijd van de Great Awakenings in de achttiende eeuw en aan de andere kant de onze. De Reformatoren en de opwekkingspredikers spraken over ‘wet' en ‘schuld'. Het was ook zo dat Luther leefde in een tijd die andere vragen stelde dan de onze. Mensen waren bang voor de dood en leefden in grote existentiële onzekerheid aangaande hun heil. Hoe kon je weten behouden te zijn, op welke manier kon je er aanspraken op maken een kind van God te zijn en wat moest je daarvoor doen? Vragen die diep gekleurd zijn door een middeleeuws theologisch denken, uitgedrukt door de frase facienti quod in se est Deus non denegat gratiam (als de mens doet wat in zijn vermogen is zal God geen genade onthouden).8 Deze ‘pactumtheologie' waarbij God volgens de middeleeuwse theologen een verbond met Zichzelf had gesloten - als het ware Zichzelf had opgelegd - impliceerde dat als de mens datgene doet wat in zijn vermogen ligt, God niet anders kan dan hem of haar genadig zijn. Maar nu was de vraag die ook op Luthers tong brandde deze: "Hoe krijg ik een genadig God? Hoe weet je nu of je genoeg hebt gedaan? Hoe weet je nu zeker dat jij datgene gedaan hebt wat God van je vroeg?" Enorme existentiële onzekerheid en angst. Uiteindelijk kon je het nooit zeker weten. Luthers verklaring dat de gerechtigheid van God niet iets is wat wij kunnen bereiken, maar iets wat God ons geeft, veroorzaakte een theologische aardschok. Het thema van de rechtvaardiging sloeg in als een bom, want Luther richtte zich op deze specifieke noden en behoeften en paste daar het evangelie op toe.

McGrath stelt echter dat de moderne prediker zijn verkondiging van het evangelie zal moeten leren richten op de noden van de moderne mensheid die met andere existentiële vragen zit dan vijf eeuwen geleden. Hij betoogt vervolgens over de moderne verkondiger: He must become receptor-oriented, sensitive to the needs, fears, and aspirations of his audience, in order to gain a point of contact, a toehold by which his proclamation may be grounded in the existential situation of hearers. What he has to proclaim must be seen to relate to modern human existence.9 ("Hij moet ontvanger-georiënteerd worden, gevoelig voor de noden, angsten en ambities van zijn toehoorders, om zo contact te krijgen, een houvast waardoor zijn verkondiging gebaseerd kan zijn op de existentiële situatie van de toehoorders. Wat hij te verkondigen heeft, moet zichtbaar gerelateerd zijn aan het moderne menselijk bestaan.")

McGrath opteert voor een verbijzondering van het evangelie zodat de noden van de moderne mens aangesproken en geraakt worden, in plaats van een verkondiging van de boodschap van het kruis die antwoorden geeft op vragen die de mens vandaag de dag simpelweg niet meer stelt. Nu kunnen sommigen de indruk krijgen dat McGrath de evangelieverkondiging compromitteert of dat hij het kruis van haar essentiële onderdelen ontdoet. Maar dat is niet wat hij hier probeert aan te geven. Wat hij duidelijk wil maken is dat het gaat om de herkenning van de noodzaak dat het evangelie zich in haar rijkdom en veelsoortigheid moet richten op de aanknopingspunten die er bij mensen zijn. Het evangelie van de rechtvaardiging door geloof zal vertaald en uitgelegd moeten worden in hedendaagse westerse categorieën die te maken hebben met ‘betekenis', ‘vervulling', ‘doel' en ‘persoonlijke relatie'. De categorieën van persoonlijke ervaring zijn ontvanger-georiënteerd ten opzichte van onze postmoderne cultuur en de perceptieve theoloog, onderwijzer of predikant bevindt zich in een uitstekende positie om deze aanknopingspunten te benutten om daarmee de inzichten van het evangelie op deze wijze over te brengen!10

Dat de moderne mens andere vragen stelt, betekent dat we díe vraag zullen moeten beantwoorden en niet kunnen volstaan met een antwoord dat in wezen een antwoord op een andere vraag is. Het geluid dat McGrath verkondigt, wordt ook gehoord uit vrijgemaakt gereformeerde hoek. Een paar jaar terug stond er een artikel in het Nederlands Dagblad waar een impressie werd gegeven van de jaarlijkse schooldag van de vrijgemaakt gereformeerde Theologische Universiteit, die in het teken stond van de veranderende cultuur. Prof. Drs. B. Kamphuis sprak over Luther die de leer der rechtvaardiging zag als het "artikel waarmee de kerk staat of valt". Luthers nadruk daarop was een reactie op het middeleeuwse geloof, waarin God als een strenge rechter werd voorgesteld. Maar de vraag "Hoe krijg ik een rechtvaardig God?" wordt tegenwoordig vaak vervangen door "Waar is God in mijn leven?". Zo is de schuldvraag vervangen door een zinvraag. Hieruit concludeerde Kamphuis dat in iedere tijd "het artikel waarmee de kerk staat of valt" (articulus stantis et cadentis ecclesiae) anders kan zijn! Daarom kunnen we volgens hem ook andere accenten plaatsen in deze tijd. Docent drs. C.J. Haak vergeleek de kerk tijdens deze schooldag met een ‘transformatorhuisje': een plaats die de krachtstroom van de Bijbel omzet in de laagstroom van het dagelijkse leven. Maar volgens hem lijkt het erop of die hoogspanning van de Schrift niet meer als geschikte spanning in het dagelijks leven aankomt. Dit heeft de kerk in de geschiedenis wel vaker gehad. Ook nu is het nodig de ‘ballast uit de lange kerkgeschiedenis' (waarmee hij vormen van traditie bedoelt die vroeger gangbaar waren maar nu niet meer bij deze tijd passen) niet langer de wereld door te dragen, als deze niet meer past in een veranderde omgeving of cultuur. De kerk mag zich met behulp van de Schrift steeds bevrijden uit de eigen historische vergroeiingen.

Articulus stantis et cadentis ecclesiae
In het Nieuwe Testament vinden we verschillende ideeën die door Paulus en andere schrijvers werden gebruikt om te beschrijven wat door Jezus Christus' dood en opstanding tot stand is gekomen. Verlossing, verzoening, plaatsvervanging, vergeving, bevrijding, aanvaarding, al deze concepten belichten één of meerdere aspecten van het werk dat Christus aan het kruis verricht heeft en tonen ons de ‘rijkdommen in Christus'. In de loop van de eeuwen worstelden theologen met de rijkdom en geschakeerdheid van bijbelse concepten van kruis en opstanding. Uiteindelijk begon één idee post te vatten als een samenvatting van dit gebeuren: ‘rechtvaardiging door geloof'.11
Het thema van rechtvaardiging spreekt over een verbroken relatie met God die teniet wordt gedaan door Christus' kruis en opstanding en is daarom ‘het artikel waarmee de kerk staat of valt' (articulus stantis et cadentis ecclesiae). Luther noemde haar de meester en regeerder, heer en gouverneur en rechter over alle leerstukken die elk leerstuk bewaart en ons geweten ondersteunt. Ook Calvijn noemt de leer der rechtvaardiging de voornaamste pijler waarop de godsdienst rust (praecipuus sustinedae religionis cardo).12

Op dit moment houdt McGrath ons een spiegel voor. Enerzijds vraagt hij ons om de reikwijdte van het kruis van Christus, samengevat in de leer der rechtvaardiging te leren waarderen in al haar facetten. Anderzijds leert hij ons te luisteren naar de noden en behoeften van deze tijd, zodat we het evangelie toespitsen op de vragen die gesteld worden. Tijden veranderen en daarmee ook de vragen die mensen stellen. We doen geen recht aan beide, het evangelie en de moderne mens, als wij ons tevredenstellen met antwoorden die in het verleden gegeven werden. Het thema van de rechtvaardiging draagt verschillende facetten in zich, en het is voor ons voorgangers, zendelingen en docenten de taak om ‘het artikel waarmee de kerk staat of valt' in onze postmoderne tijd toe te passen. Dit met andere accenten dan voorheen, uiteraard zónder het hart van het evangelie te veranderen, maar in de wetenschap dat de grote vragen en thema's van de mensheid - persoonlijke vervulling, persoonlijke relatie, doel en betekenis, vergeving en eeuwig leven - door het evangelie worden geadresseerd. Er kunnen daadwerkelijk situaties veranderen, omdat het leerstuk geen stoffige formule is maar omdat het ten diepste gaat om een reële verstandelijke en existentiële ontmoeting met de levende God.


 1. Alister E. McGrath, Beyond the Quiet Time: Practical Evangelical Spirituality [Londen: SPCK, en Grand Rapids, MI: Baker, 1995], in het Nederlands verschenen als Tijd voor Stille Tijd: Evangelicale Spiritualiteit in de Praktijk [Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum, 1996], pp. 17-18.
 2. Alister E. McGrath, Studies in Doctrine: Justification by Faith [Londen: Hodder and Stoughton, 1990], p. 357 (vertaling BK). Het boek Studies in Doctrine bevat vier boeken van McGrath, te weten: Understanding Doctrine, Understanding the Trinity, Understanding Jesus en Justification by Faith.
 3. Alister E. McGrath, Bridge-Building: Effective Christian ApologeticsBruggen Bouwen: Over het Effectief Doorgeven van het christelijk Geloof [Leicester: InterVarsity Press, 1992], in het Nederlands verschenen als [Kampen: Kok Voorhoeve-Verbo, 1995], pp. 51.
 4. Alister E. McGrath, Justification by Faith, p. 358.
 5. Ibid., p. 360. Zie ook het citaat op pp. 360-361: The doctrine of justification establishes this framework. But it is the experience, the encounter, rather than this framework the preacher is primarily concerned with! It is possible to misunderstand the doctrine of justification by faith as simply an obscure formula - when it is in fact concerned with transmitting and preserving the experience of an encounter with none other than the living God. The doctrine expresses and concerves this expression and encounter, but it is not identical with it.
 6. Ibid., pp. 361, 421.
 7. Alister E. McGrath, Making Sense of the Cross [Leicester: InterVarsity Press, 1992], in het Nederlands verschenen als Wat heeft dat kruis te betekenen? [Kampen: Kok Voorhoeve, 1997], p. 57.
 8. Zie voor een heldere beschrijving van de middeleeuwse context en Luthers plaats daarin, het boek van Carter Lindberg, The European ReformationsLuther's Theology of the Cross [Oxford: Blackwell Publishers Ltd en Massachusetts: Blackwell Publishers Inc, 1985], hoofdstuk 3. [Oxford: Blackwell Publishers Ltd en Massachusetts: Blackwell Publishers Inc, 1996], hoofdstuk 3 en het zeer goede en diepgaande boek van Alister E. McGrath,
 9. Justification by Faith, p. 408. Op pp. 408-422 tracht McGrath de existentiële dimensie van het thema van de rechtvaardiging ten toon te spreiden door gebruik te maken van het existentialisme.
 10. Ibid., p. 427. Op pp. 423-436 maakt McGrath gebruik van inzichten uit het personalisme en tracht hij de leer der rechtvaardiging opnieuw te vormen in concepten die te maken hebben met persoonlijke relaties. Waar de leer der rechtvaardiging meestal gebruik maakt van concepten die ver van de ervarings- en belevingswereld van mensen afliggen (bijvoorbeeld de term ‘imputatie', ‘forensisch'), is de idee van vriendschap en persoonlijke relatie de meeste mensen bekend, waardoor een onmiddellijk aanknopingspunt in de menselijke ervaring tot stand is gebracht.
 11. Ibid., p. 455. McGrath heeft de argumenten voor zijn standpunt beschreven in zijn lijvige Iustitia Dei: A History of the Christian Doctrine of Justification, 2 delen [Cambridge: Cambridge University Press, 1986]. McGrath maakt overigens een onderscheid tussen het concept van de rechtvaardiging en de leer van de rechtvaardiging. Het concept van de rechtvaardiging is één van de vele concepten die in het Nieuwe Testament, en vooral door Paulus wordt gebruikt om te laten zien wat Christus allemaal gedaan heeft. Zo wordt er ook gesproken over ‘aanneming', ‘verzoening', ‘vergeving', ‘verlossing', ‘bevrijding' en ‘genezing'. De leer der rechtvaardiging is volgens McGrath een thema dat al deze concepten in zich verenigt en daarmee een samenvatting is van het werk van Christus in kruis en opstanding.
 12. J. van Genderen en W.H. Velema, Beknopte Gereformeerde Dogmatiek druk, 1993], p. 571. [Kampen: Kok, 2e

© 1999 George Whitefield Stichting.