Ds. Douglas Wilson is predikant van de Community Evangelical Fellowship, Moscow, Idaho, en hij is de uitgever van Credenda Agenda, een waardevol tijdschrift voor de kerk. Ds. Wilson is tevens mede-auteur van het boek Beyond Promises.

De ongebonden puritein

ds. Douglas Wilson


Van nature is het moeilijk om van de normale gang van zaken af te wijken. Als het God behaagt om mensen te roepen om het Evangelie van Christus met kracht te verkondigen, zullen geweldige dingen gebeuren als gevolg van zo'n verkondiging. Maar al te vaak zal er in het tweede of derde geestelijke geslacht volgend op zo'n opwekking of reformatie, een aantal mensen zijn die de gevolgen van de "Opwekking" beschrijven en consolideren. Deels is dat goed en zelfs noodzakelijk; soms is het in zekere zin ook weer een terugkeer naar de aanvankelijke situatie. Dit is dan weer de normale gang van zaken. En het protest tegen zulke mensen, die dit overigens met de beste bedoelingen ten uitvoer brengen, moet de uitroep zijn: semper reformanda - een uitroep die bedoeld is om al te accurate en georganiseerde administrateurs te verontrusten. Blijven hervormen - houdt dat in dat er iets veranderd moet worden?

Wat vergeten we alles toch snel! De mogelijkheden van het Evangelie worden altijd het beste geïllustreerd met het voorbeeld van de oude leren wijnzakken. Religieuze, ethische mensen willen altijd een zekere kerkelijke activiteit. Deze bezigheden liggen vaak op gebieden vergelijkbaar met de regeltjes: binnen de lijntjes kleuren!, of: niet op het gras lopen! Maar een van de eerste dingen die het Evangelie doet als het binnen de kerken doorbreekt, is het verslaan van moralisme. In het Evangelie van Christus worden mensen opgeroepen om hun zonden te belijden en een totaal nieuw schepsel te worden, iets totaal anders dan wat ze waren! Natuurlijk veroorzaakt dit vijandigheid bij religieuze mensen, omdat ze altijd alles wat ze deden helemaal onder controle hadden. Het is echter God Die de uiteindelijke zeggingskracht over mensen heeft. Het Evangelie van genade is daarom aanstootgevend voor dergelijke mensen.

Ondanks het ongeloof van mensen blijft Gods genade werkzaam. Omdat God almachtig is - en het is tenslotte Zijn éigen Evangelie - breekt deze blijde boodschap met kracht door in de geschiedenis van de kerk, en vaak op ondoorgrondelijke wijze. De eerste puriteinen leefden in een dergelijke tijd, waarin deze dingen op grote schaal plaatsvonden, en zij speelden een grote rol in de hervorming van de kerk. Gewoonlijk verwijzen wij naar de tijd van de Reformatie als de periode dat het Evangelie werd "ontdekt", maar het zou beter zijn om van een tijd te spreken dat het Evangelie de mensen ontdekte, dan van een periode waarin het Evangelie door de mens werd teruggevonden. Het Evangelie is niet te vergelijken met een bos sleutels die door ons verloren is.

Het zondige hart is zeer doortrapt en slecht en erg goed in het verdraaien van de waarheid, vooral als het gaat om onze onbekwaamheid om geestelijke dingen te begrijpen. "Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is" ( 1Cor. 2:14). Godsdienstige mensen zouden graag zien dat Paulus hier alleen verwijst naar de natuurlijke mens op z'n slechtst: de verslaafde, de zuiplap, de prostituee. Paulus gebruikt hier echter een woord wat door de heidense filosoof Aristoteles is uitgevonden om te verwijzen naar de mens op z'n allerbest! Het ging Paulus om diegenen die hun zaken voor elkaar dachten te hebben. Het is niet verwonderlijk dat wanneer religieuze mensen dit soort passages lezen, in hen het probleem zichtbaar wordt. Zij begrijpen de dingen van de Geest niet. De Geest brengt een schepsel tot nieuw leven. De Geest geeft geen lijst met dingen die een mens moet doen om zijn weg voor Gods aangezicht te gaan.

Wij weten dat het Evangelie gedurende de Reformatie werd teruggevonden; wij richten zelfs monumenten op voor de mannen die het terugvonden, maar ondanks dit alles doen we ons best om dát te vermijden wat hen bevrijdde. Het is zelfs zo dat wij na verloop van tijd vergeten dat zij ooit vrij waren, en wij gaan ervan uit dat zij net zoals wij waren - kleingeestige zielen met een bekrompen visie. Dit resulteert in het beeld dat bij ons bovenkomt als wij het woord "puriteins" zeggen. Het is een getuige van de verblindende macht van moralisme.

De vroege puriteinen waren echter helemaal niet zoals wij aannemen. Zij waren werkelijk bevrijd van een vernietigend religieus moralisme. De sleutel tot deze bevrijding was het Evangelie van Jezus Christus. In zijn uitnemende studie over de invloed van de puriteinen op de Engelse literatuur van de zestiende eeuw schreef C.S. Lewis het volgende:
Filosofisch gesproken is de ethische categorie zelfvernietigend; moraliteit is alleen gezond als het zichzelf tracht af te schaffen. In theologische taal: niemand kan door werken gered worden. Het doel van het Evangelie is, volgens Tyndale, ons van moraliteit te verlossen. Zodoende is - op paradoxale wijze - het moderne beeld van de puritein (degene die de dingen met een koud, somber hart doet, terwijl rijker en gelukkiger zielen dat als vanzelf doen zonder erbij na te denken) ontstaan, terwijl dat nu juist de vijand is die het historische Protestantisme trachtte te verslaan. Waar het werkelijk om gaat is niet het gehoorzamen van morele regels, maar het zijn van een bepaald schepsel.

Hoofdzaak is dus niet het "gehoorzamen van morele regels", maar een "bepaald schepsel" zijn. Met andere woorden: je moet opnieuw geboren worden. Dit zijn woorden die de leraars in Israël regelmatig hebben verbijsterd. Nicodemus was niet de eerste en hij was zeker niet de laatste. Een mens kan zichzelf niet in de cyclus van wedergeboorte brengen. Er zijn geen boeken die je kunnen vertellen hoe je weer voor de eerste keer geboren kunt worden, en als we er wat langer over zouden nadenken, dan zouden we nog minder boeken zien die je kunnen vertellen hoe je een tweede keer geboren kunt worden. Dit is niet iets wat een mens zelf of voor zichzelf kan doen. In de genadewereld gaat het wezen aan de daad vooraf. Men kan soms het geluid van de Geest horen, zonder te weten waar Hij vandaan komt of waar Hij heengaat. Het protestantisme maakte duidelijk dat de werken van de mens voor God onwaardig zijn; wat er werkelijk toe doet is een nieuw schepsel. Alleen God kan echter zo'n nieuw schepsel voortbrengen, en door het verkondigen van de bijbelse boodschap schept Hij er behagen in om dat te doen.

De tijd schrijdt echter voort, en men is deze waarheid vergeten. Kerken werden gevormd en instellingen werden gesticht. Soms dragen deze instellingen zelfs vandaag nog de naam "Protestant". Veel van de termen en woorden die onze voorvaderen gebruikten, zijn lege termen en ontdaan van hun oorspronkelijke betekenis, omgebogen en gemodelleerd naar een model dat meer past bij de natuurlijke mens. Het protestantisme van vandaag kan beter worden vergeleken met een "schilderij" dat men inkleurt volgens een vaststaand, genummerd kleurenpatroon. Zodoende is het moderne protestantisme, en in het bijzonder het eigentijdse evangelicalisme, geworden tot datgene wat onze voorvaderen juist verwierpen.

Wij zullen moeten terugkeren naar de oude paden. Gewoonlijk heeft het woord "puritein" voor de meeste mensen een vieze bijsmaak. Bij reformatorische gelovigen heeft het een positieve betekenis. Maar wat wordt er nu precies met het woord "puritein" bedoeld? Bedoelen wij de eerste generatie, hun uitvoerders of hun beschrijvers? Abrahams zonen doen ook zijn werken, maar het is niet zo dat zij hem ook echt bewonderen. Wij moeten ervoor waken dat we niet de "grafsteden der profeten" en de "gedenktekenen der rechtvaardigen" verfraaien (Matth. 23:29). Wij moeten dit zeker niet doen indien wij de eersten zouden zijn die deze geëerde gestorvenen zouden tegenspreken indien zij terug zouden komen om ons te bezoeken. Hoewel Stefanus werd gestenigd in de naam van Mozes, konden zijn moordenaars geen wonderen doen zoals hij in navolging van Mozes deed. Zíjn gezicht straalde als dat van Mozes; dat van zijn tegenstanders niet. Als Mozes daar in de plaats van Stefanus was geweest, was het hem op dezelfde manier vergaan. Zij zouden ook hem in de naam van Mozes gedood hebben.

Op vergelijkbare wijze hebben ook de erfgenamen van de puriteinen de vrijheid van hun voorvaderen niet ten toon gespreid. Integendeel, zij hebben vaak de karikaturen geïmiteerd die de tegenstanders hadden gemaakt van het puritanisme. Anders gezegd: het stichtelijke element in het lezen van deze oude gestorvenen zit niet alleen in het lézen ervan, maar bestaat juist dáárin, dat wij genoeg van deze mensen leren om op hen te gaan lijken. Dit gebeurt dan door een blijde omarming van het Evangelie, dat ook hen vond en omarmde. De gevolgen zullen verre van voorspelbaar zijn. De gevolgen van het verstaan van vrije genade binnen de kerken zal een soort kerkelijke rel, een tumult veroorzaken. Lewis zegt hierover: Wij moeten deze puriteinen zien als het tegenbeeld van degenen die tegenwoordig "puriteinen" worden genoemd: ( we moeten ze zien als) jonge, vurige en progressieve intellectuelen, zeer modieus en eigentijds. Het waren geen geheelonthouders: ze waren afkerig van bisschoppen, en niet van bier.

Puriteinen hielden ervan om te roken, te drinken, te jagen, te sporten, helder gekleurde kleren te dragen, hun vrouwen lief te hebben, en dit alles tot eer van die God, die hen tot deze vrijheid had gebracht. Het algemene, hedendaagse beeld van de puriteinen kwam pas later tot stand, toen zowel hun vrienden als hun tegenstanders de puriteinse erfenis totaal verkeerd gingen beoordelen. Maar dit is niet meer dan de gewone gang van zaken. Wij leggen onze fouten en tekortkomingen terug in de geschiedenis. Sommigen beschimpen het verachte verleden; anderen trachten de laster te weerleggen door de verminkingen van het verleden aan te nemen als dingen die wij juist zouden moeten proberen na te leven.

De kern van dit alles is de bijbelse theologie en de leer van de rechtvaardiging. Luther gaf al aan dat dit de kern is waar het om gaat; hiermee staat of valt de kerk. Wij worden in de juiste verhouding tot God gesteld door de verdienste van iemand anders. We kunnen waarheidshalve zeggen dat God de ware reformatie geeft, als christenen begrijpen wat ze zeggen met de woorden: "Om Jezus wil, amen". Maar deze gezonde leer, die als het ware zuivere zuurstof is, maakt een mens vrij, en maakt hem tegelijkertijd tot een lastig persoon binnen het godsdienstige bolwerk.

Bijna alle associaties die wij hebben bij het woord "puritein" moeten uit de weg worden geruimd als we aan de vroege protestanten denken. Wat ze ook waren, ze waren niet verzuurd, somber of scherp; zulke beschuldigingen werden ook niet door hun vijanden geuit. In de ogen van More was een protestant een aanhanger van een lichtvaardige en verdorven gedachtegang, vol ijdelheid. Hij zei dat Luther zoveel bekeerlingen maakte, omdat hij alles wat hij zei met het giftige woord "vrijheid" kruidde. Het protestantisme was niet te akelig, maar te blij om waar te zijn.

Petrus zegt van de gelovigen uit de eerste eeuw, dat zij zich met een "onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde" verheugden" (1 Petr.1:8). Als wij letten op de redding van onze zielen, en wij verheugen ons daarin, dan is dat maar al te vaak met een vreugde die voor ons goed onder woorden is te brengen. Wij wensen dat God de dag waarop wij terugkeren tot Zijn woord spoedig doet aanbreken, zodat wij ons met een uitbundige vreugde kunnen verheugen in de wonderlijke dingen van Zijn genade en onze vrijheid in de genadige schepping van de nieuwe mens.

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Reformation & Revival, Lente 1996.
Vertaling: Kees Boot


© George Whitefield Stichting 2001